tmo2011-001-131_a
Wielen en banden
Wielen verwijderen
Draai de moeren los en ondersteun
het voertuig. Voor meer informatie,
zie HET VOERTUIG OPHEFFEN EN
ONDERSTEUNEN in het hoofdstuk
VEILIGHEIDSINFORMATIE.
Verwijder de moeren en dan het wiel.
Wiel monteren
Breng bij de installatie wat smeermid-
del tegen het vastvreten op de schroef-
draad aan.
De banden zijn unidirectioneel en moe-
ten in de juiste draairichting gemon-
teerd blijven om goed te werken.
Draai de wielmoeren aan zoals hieron-
der afgebeeld.
WIELMOEREN
Aandraaimo-
ment
100 N•m ± 10 N•m
tmo2011-001-081_a
AANDRAAIVOLGORDE
MERK OP
moeren die voor dat type wiel zijn
aanbevolen. Het gebruik van ande-
re moeren kan schade aan de velgen
of tappen veroorzaken.
Bandenspanning
De bandenspanning heeft een gro-
te invloed op de besturing en sta-
biliteit van het voertuig. Door een
te lage spanning kan de band leeg-
lopen en loskomen van het wiel.
Bij overdruk kan de band springen.
Houd u altijd aan de aanbevolen
bandenspanning.
Controleer de druk wanneer de ban-
den koud zijn voordat u het voertuig
gaat gebruiken. De bandendruk ver-
schilt naargelang de temperatuur en
de hoogte. Controleer de bandenspan-
ning opnieuw wanneer een van deze
factoren verandert.
Voor uw comfort zit er een drukmeter
in de gereedschapstas.
_______________
ONDERHOUDSPROCEDURES
Gebruik altijd de wiel-
WAARSCHUWING
97