Samenvatting van Inhoud voor BRP cam-am OUTLANDER 500 2013
Pagina 3
VOORWOORD Dieses Handbuch ist möglicherweise in Ihrer Landessprache verfügbar. Bitte wenden Sie Deutsch sich an Ihren Händler oder besuchen Sie: www.operatorsguide.brp.com. This guide may be available in your language. Check with your dealer or go to: English www.operatorsguide.brp.com. Es posible que este manual esté disponible en su idioma. Consulte a su distribuidor o Español...
Pagina 4
De informatie in dit document is cor- de dood. rect op het moment van publicatie. BRP voert echter een beleid van con- tinue verbetering van zijn producten, LET OP Duidt een gevaarlij- zonder dat dit enige verbintenis in-...
Pagina 5
VOORWOORD VEI- Deze Gebruikershandleiding en de LIGHEIDS-DVD moeten bij een even- tuele verkoop bij het voertuig blijven. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen. _______________...
Pagina 6
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ............... 1 Informeer u voor u vertrekt .
Pagina 7
INHOUDSOPGAVE BEDIENINGSELEMENTEN (vervolg) 9) Bedieningsschakelaar lier........... . 80 MULTIFUNCTIONELE METER (LCD) .
Pagina 9
GARANTIE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP V.S. EN CANADA: 2013 CAN-AM ATV ................. 168 INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: 2013 CAN-AM ATV .
Pagina 11
VEILIGHEIDS- INFORMATIE ________ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
Pagina 12
Maak geen ongeautoriseerde aanpas- singen of gebruik geen onderdelen Brandstofbranden en of accessoires die niet door BRP zijn andere gevaren vermijden goedgekeurd. Omdat zulke aanpas- Benzine is uiterst brandbaar en zeer singen niet door BRP zijn getest, kan explosief.
Pagina 13
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Contacteer uw erkende Can-Am dealer voor de accessoires die voor uw voer- tuig beschikbaar zijn. ________ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
Pagina 14
BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN DIT VOERTUIG IS GEEN SPEELGOED EN KAN GEVAAR OPLEVEREN TIJ- DENS HET BERIJDEN. – Het besturen van dit voertuig is anders dan voertuigen zoals motorfietsen en auto's. Een aanrijding of koprol is snel gebeurd als u de nodige voorzorgen niet neemt, zelfs tijdens routinemanoeuvres zoals keren, bergop of over hindernis- sen rijden.
Pagina 15
2-UP model uw zicht kan belemmeren. – BRP raadt u aan op uw ATV te zitten bij het achteruitrijden. Sta zo weinig moge- lijk rechtop. Als uw gewicht naar voren schuift tegen de gashendel kunt u onver- hoeds versnellen en de controle verliezen.
Pagina 16
BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN – Gebruik het voertuig niet als de bedieningselementen niet normaal werken. – Houd steeds de juiste bandenspanning aan. Wanneer u de banden vervangt, mag u alleen de aanbevolen bandenmaat en type gebruiken. Zie het hoofdstuk SPECIFICATIES in deze handleiding voor meer informatie over de banden. –...
Pagina 17
BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN – Ga zitten op de speciale passagiersstoel. – Houd uw beide handen altijd aan de handvaten en uw voeten op de voetsteu- nen, terwijl het voertuig rijdt. Houd u nooit vast aan de bestuurder. – Sta nooit recht terwijl het voertuig rijdt. Door teveel beweging kan het voertuig oncontroleerbaar worden.
Pagina 18
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN De volgende waarschuwingen en de vorm waarin ze verschijnen zijn opgelegd door de Amerikaanse United States Consumer Product Safety Commission en moeten worden opgenomen in de Gebruikershandleiding van alle ATV's. OPMERKING: De volgende illustraties zijn slechts algemene voorstellingen. Uw model kan hiervan afwijken.
Pagina 19
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer deze leeftijdsaanbeveling niet wordt gerespecteerd, loopt de jon- ge bestuurder gevaar op ernstig letsel of zelfs de dood. Zelfs als een kind tot de leeftijdscategorie behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt het niet altijd over de nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsvermogen om veilig met dit voertuig te rijden.
Pagina 20
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 2-UP-modellen WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor de passagier van een 2-UP-model. WAT KAN ER GEBEUREN Een kind van jonger dan 12 is meestal niet in staat om veilig mee te rijden en kan een ernstig ongeluk krijgen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Laat nooit een persoon van jonger dan 12 met dit voertuig meerijden.
Pagina 21
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 1-UP-modellen WAARSCHUWING V00A02Q MOGELIJK GEVAAR Een passagier meenemen met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor wordt uw voertuig moeilijker bestuurbaar en raakt het sneller uit evenwicht. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagier gewond raken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit een passagier mee.
Pagina 22
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 2-UP-modellen WAARSCHUWING V00A1CQ MOGELIJK GEVAAR Meer dan één (1) passagier meenemen op dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u meer dan één (1) passagier meeneemt, zal dit voertuig snel zijn evenwicht verliezen of oncontroleerbaar worden. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagiers gewond raken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit meer dan één (1) passagier mee.
Pagina 23
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING V00A2DQ MOGELIJK GEVAAR Toestaan dat passagier(s) op de voorzijde of het rek van het voertuig plaats- nemen. WAT KAN ER GEBEUREN Toestaan dat een passagier dit doet kan: – De stabiliteit van het voertuig in het gedrang brengen en verlies van be- heersing veroorzaken.
Pagina 24
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met dit voertuig op de openbare weg rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt botsen met een ander voertuig. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig op de openbare weg, zelfs als het een aardeweg of kiezelpad betreft.
Pagina 25
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder een goedgekeurde helm, oogbescherming en beschermende kledij te dragen. Ook de passagier van een 2-UP-model moet een goedgekeurde helm met harde kinbeschermer dragen. WAT KAN ER GEBEUREN – Wanneer u rijdt zonder goedgekeurde helm neemt het risico op een ern- stig of zelfs dodelijk hoofdletsel bij een ongeval aanzienlijk toe.
Pagina 26
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING V00A07Q MOGELIJK GEVAAR Dit voertuig gebruiken als u onder invloed bent van drugs of alcohol. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor kan de passagier vallen (2-UP-modellen). Dit kan uw beoordelingsvermogen ernstig aantasten. Uw reactiesnelheid kan afnemen. Uw evenwicht en perceptie kunnen eronder lijden. U kunt een ernstig of dodelijk ongeluk krijgen.
Pagina 27
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING V00A08Q MOGELIJK GEVAAR Te snel rijden met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN De kans dat u de controle over uw voertuig verliest en een ongeluk heeft neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de zichtbaarheid, de rijomstan- digheden en uw ervaring.
Pagina 28
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op twee wielen, springen en andere stunts. WAT KAN ER GEBEUREN Het risico dat u een ongeluk heeft, bijvoorbeeld kantelt, neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Haal nooit stunts uit, zoals op twee wielen rijden of springen. Probeer niet op te scheppen.
Pagina 29
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op bevroren waterwegen. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt zwaar of zelfs dodelijk letsel oplopen als u door het ijs breekt. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u nooit met dit voertuig op een bevroren oppervlak, tenzij u zeker weet dat het ijs dik en stevig genoeg is om het voertuig en zijn lading te dragen en bestand is tegen de kracht die een bewegend voertuig uitoefent.
Pagina 30
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Onvoldoende voorzichtig rijden op onbekend terrein. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt op verborgen rotsblokken, bulten of gaten stoten zonder voldoende tijd om te reageren. Uw voertuig kan kantelen of oncontroleerbaar worden en de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen).
Pagina 31
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Onvoldoende voorzichtig rijden op zeer ruige, gladde of losse ondergrond. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan zijn grip verliezen en oncontroleerbaar worden. Dit kan lei- den tot een ongeluk, bijvoorbeeld kantelen of wegslingeren van de passa- gier (2-UP-modellen).
Pagina 32
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd draaien. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan oncontroleerbaar worden en een botsing veroorzaken of kantelen of de passagier wegslingeren (2-UP-modellen). HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg om te draaien altijd de juiste procedures die u in deze Gebruikershand- leiding vindt.
Pagina 33
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op zeer steile hellingen. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan sneller kantelen op zeer steile hellingen dan op vlakke on- dergrond of lichte hellingen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voertuig of voor uw rijvaardigheid.
Pagina 34
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen) of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg om bergop te rijden altijd de juiste procedures die u in deze Gebrui- kershandleiding vindt.
Pagina 35
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergaf rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen) of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg om bergaf te rijden altijd de juiste procedures die u in deze Gebruikers- handleiding vindt.
Pagina 36
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd dwars op een helling rijden of keren op een helling. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen) of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Voer dit manoeuvre nooit uit op een 2-UP-model met een passagier aan boord.
Pagina 37
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING V00A1PQ MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een lage versnelling en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden.
Pagina 38
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd over hindernissen rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of botsen en de passagier (bij 2-UP-modellen) kan worden weggeslingerd. Het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer op hindernissen voordat u in een onbekend gebied gaat rijden. Probeer nooit over grote hindernissen, zoals grote rotsblokken of omgeval- len bomen, te rijden.
Pagina 39
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd slippen of schuiven. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle over uw voertuig verliezen. U kunt ook plots opnieuw grip krijgen, waardoor het voertuig kan kantelen of de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen). HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Oefen met lage snelheid op een vlak, effen terrein totdat u het slippende of schuivende voertuig veilig onder controle kunt houden.
Pagina 40
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met het voertuig door diep of snel stromend water rijden. WAT KAN ER GEBEUREN De banden kunnen gaan drijven, waardoor u uw grip en de controle verliest en een ongeval kunt veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig in snelstromend of diep water.
Pagina 41
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd achteruit rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt tegen een hindernis of persoon achter het voertuig rijden en ernstige verwondingen veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer wanneer u in achteruit schakelt of er geen hindernissen of perso- nen achter het voertuig zijn.
Pagina 42
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met ongeschikte banden, met een verkeerde of ongelijkmatige ban- denspanning. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u rijdt met ongeschikte banden of een verkeerde of ongelijkma- tige bandenspanning kunt u de controle over het voertuig verliezen, een klapband krijgen of kunnen de banden loskomen van de velgen.
Pagina 43
Alle onderdelen en accessoires die u aan dit voertuig toevoegt, moeten goedgekeurd zijn door BRP en worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen. Met al uw bijkomende vragen kunt u bij een erkende Can-Am dealer terecht.
Pagina 44
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Overladen van dit voertuig en verkeerd dragen of slepen van lasten. WAT KAN ER GEBEUREN Het rijgedrag van het voertuig kan veranderen, wat tot ongelukken kan lei- den. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Overschrijd nooit de aangegeven maximale belading van dit voertuig, in- clusief bestuurder en passagier (2-UP-modellen), alle lasten en bijkomende accessoires.
Pagina 45
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING V03M01Q MOGELIJK GEVAAR Het transport van ontvlambare of gevaarlijke materialen kan tot ontploffin- gen leiden. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vervoer nooit ontvlambare of gevaarlijke materialen. ________ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
Pagina 46
INSPECTIE VOOR HET VERTREK WAARSCHUWING Voer voor ieder vertrek een inspectie uit om potentiële problemen on- derweg voor te zijn. De inspectie voor het vertrek helpt u om slijtage en aantasting van onderdelen op te sporen voordat die problematisch kunnen worden.
Pagina 47
INSPECTIE VOOR HET VERTREK Te doen voordat u de motor start (contact op AAN) TE INSPECTEREN ✔ TE INSPECTEREN ITEMS Controleer de werking van de verklikkerlichtjes in de multifunctionele meter (gedurende enkele seconden nadat het contact op AAN staat). Multifunctionele meter Controleer of er meldingen voorkomen op de multifunctionele meter.
Pagina 48
RIJDEN MET UW VOERTUIG Om ten volle te kunnen genieten van een aangename en boeiende rit met uw voertuig MOET u enkele basisregels en tips in acht nemen. Sommige regels zullen nieuw zijn voor u, en sommige zijn vanzelfsprekend en berusten op gezond verstand.
Pagina 49
RIJDEN MET UW VOERTUIG Uitrusting Kijk ook naar de weersomstandigheden om te beslissen welke kledij u aantrekt. Kleed u op de laagste voorspelde temperatuur. Thermisch ondergoed op de huid zorgt ook voor een goede isolatie. Belangrijk is dat de bestuurder altijd een aange- paste beschermende rijkledij en uitrusting draagt, onder meer een goedgekeurde helm, oogbescherming, laarzen, handschoenen, een hemd met lange mouwen en een lange broek.
Pagina 50
ÉÉN (1) passagier. De passagier moet plaatsnemen op de daartoe voorziene passagiersstoel en zich altijd vasthouden aan de handgrepen. Installeer NOOIT een andere passagiersstoel dan het door BRP aanbevolen model. Laat geen passagier(s) plaatsnemen op de bagagerekken. Wanneer u meer dan één (1) passagier vervoert, komen de stabiliteit en bestuurbaarheid van het voertuig in het gedrang.
Pagina 51
RIJDEN MET UW VOERTUIG Milieu Eén van de voordelen van dit voertuig is dat u zich op ongebaand terrein kunt begeven tot ver buiten de bewoonde wereld. Doe dit echter altijd met respect voor de natuur en de rechten van andere natuurliefhebbers. Rijd niet door ecolo- gisch kwetsbare gebieden.
Pagina 52
RIJDEN MET UW VOERTUIG Bij het offroad rijden zijn vermogen en tractie belangrijker dan snelheid. Rijd nooit sneller dan de zichtbaarheid toelaat en dan u nodig heeft om een veilige route te kiezen. Let constant op het terrein voor u, zodat u plotse veranderingen in de hellingsgraad of hindernissen, zoals rotsblokken of stronken, tijdig opmerkt.
Pagina 53
RIJDEN MET UW VOERTUIG Wegen oversteken Om een weg over te steken moet de bestuurder die de leiding heeft afstappen en de andere bestuurders aanwijzingen geven om over te steken. De laatste persoon die oversteekt helpt dan op zijn beurt de leider over de weg. Rijd nooit op voetpa- den.
Pagina 54
RIJDEN MET UW VOERTUIG Als u toch begint te slippen of schuiven, kan het nuttig zijn het stuur te draaien in de richting waarin u slipt tot u het voertuig opnieuw onder controle krijgt. U mag nooit bruusk remmen en de wielen blokkeren. WAARSCHUWING De banden van dit voertuig zijn niet geschikt om op verharde wegen te rij- den.
Pagina 55
RIJDEN MET UW VOERTUIG ga door. Probeer niet om de voorwielen van het voertuig van de grond te heffen. Houd er rekening mee dat het voorwerp misschien glad is of kan verschuiven wanneer u erover rijdt. De bestuurder van een 2-UP-model is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn passagier.
Pagina 56
RIJDEN MET UW VOERTUIG V00A1XL Voertuig gedragingen Door zijn configuratie kan dit voertuig uitstekend klimmen, zo goed zelfs dat het eerder zal kantelen dan zijn tractie te verliezen. Op het terrein komt het bijvoorbeeld geregeld voor dat de top van een heuvel is geërodeerd tot een steile, scherpe piek.
Pagina 57
RIJDEN MET UW VOERTUIG Wanneer u vertraagt bij het afdalen van een gladde helling, kan het voertuig gaan “schuiven”. Houd een constante snelheid aan en/of versnel iets om het voertuig opnieuw onder controle te krijgen. vmo2012-012-523 2 2 -UP-modellen De passagier moet de bewegingen van de bestuurder volgen. De passagier moet te allen tijde blijven zitten.
Pagina 58
RIJDEN MET UW VOERTUIG vmo2012-012-527 2 2 -UP-modellen De passagier moet de bewegingen van de bestuurder volgen. De passagier moet te allen tijde blijven zitten. De bestuurder is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn passagier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u doorrijdt. Steile dalingen Dit voertuig zal gewoonlijk tot stilstand komen wanneer de voor- of achterwielen over een steile helling rijden.
Pagina 59
RIJDEN MET UW VOERTUIG vmo2012-012-524 Natte remmen verminderen het remvermogen van uw voertuig. Laat de remmen altijd drogen door ze meermaals te activeren nadat het voertuig water, modder of sneeuw verlaten heeft. Voorzie een langere remafstand. Nabij water is er vaak modder of moerasland. Let op voor onverwachte gaten of inzinkingen.
Pagina 60
RIJDEN MET UW VOERTUIG voertuig door oversturen gaan schuiven. Vermijd bruusk remmen. Dat kan het voertuig doen schuiven over een rechte lijn. Nogmaals, voorzichtig snelheid ver- minderen en uzelf voldoende tijd en afstand laten in anticipatie op een manoeuvre, om zo de volledige controle over het voertuig te kunnen herwinnen voordat het voertuig ongecontroleerd wegdraait, is de beste aanpak.
Pagina 61
RIJDEN MET UW VOERTUIG Wanneer u in duingebied gaat rijden, is het raadzaam uw voertuig uit te rusten met een hoog uitstekende vlag. Zo kunnen andere personen aan de andere kant van de zandduin beter zien waar u zich bevindt. Rijd voorzichtig wanneer u voor u nog een veiligheidsvlag bespeurt.
Pagina 62
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN Werken met uw voertuig WAARSCHUWING Uw voertuig kan u helpen bij een aantal De besturing en stabiliteit van het uiteenlopende LICHTE taken, gaande voertuig en de remafstand wor- van sneeuw ruimen tot hout slepen den beïnvloed door de lading die of een last vervoeren.
Pagina 63
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN TABEL VAN DE MAXIMALE LADING 1-UP 235 kg TOTALE MODELLEN Inclusief gewicht van de bestuurder, de passagier, MAXIMUM- lasten, accessoires en disselgewicht. 2-UP BELADING 272 kg MODELLEN LADING VOORZIJDE 45 kg Gelijkmatig verdeeld. Gelijkmatig verdeeld. LADING ACHTERZIJDE 90 kg Inclusief achterrek, handschoenenvak achteraan en disselbelasting...
Pagina 64
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Loshangend Etiket Dit voertuig wordt geleverd met een loshangend label aan het stuur en labels die belangrijke veiligheidsinformatie bevatten. Iedereen die met dit voertuig rijdt, moet deze informatie lezen en begrijpen voor het rijden. vmo2009-005-003_en 704903310_nl 1-UP-MODELLEN _______...
Pagina 65
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT NEVER USE WITH DRUGS OR ALCOHOL. 704903314 704903314 2-UP-MODELLEN 704901747_nl TYPISCH ________ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
Pagina 66
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Veiligheidslabels op het voertuig Lees alle veiligheidslabels op uw voer- tuig aandachtig door. Deze labels zijn bevestigd op het voer- tuig voor de veiligheid van de bestuur- der, passagier en omstanders. De veiligheidslabels op uw voertuig moeten als vaste onderdelen van het voertuig worden beschouwd.
Pagina 67
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT vmo2012-012-044_a vmo2009-003-004_en 704902787_nl LABEL 1 - 1-UP MODELLEN vmo2012-012-045_a vmo2013-007-004_d 704903153C LABEL 1 - 2-UP MODELLEN ________ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
Pagina 68
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT 704902775A 704902793_nl LABEL 2 - 1-UP MODELLEN LABEL 3 WAARSCHUWING ONDER DE Wanneer deze ATV wordt bestuurd door een persoon jonger dan 16 jaar, lopen zowel de bestuurder als de passagier een verhoogd risico op ERNSTIGE of DODELIJKE VERWONDINGEN. 704902785_nl Rijd NOOIT...
Pagina 69
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT 704902780 704902005 LABEL 5 704902777A_nl LABEL 7 704902791_nl LABEL 6 WAARSCHUWING Een verkeerde bandenspanning of overbelading kunnen tot LADING BANDENSPANNING BIJ KOUDE BANDEN controleverlies leiden en ERNSTIGE of DODELIJKE VERWON- VOORAAN MAX. DINGEN veroorzaken. 41,4 kPa 164 kg Zorg ALTIJD...
Pagina 70
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT 704903089_nl LABEL 8 - 2-UP MODELLEN vmo2008-014-001 704902774_nl LABEL 9 704902941_nl LABEL 10 _______ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
Pagina 71
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT 704902779A_nl LABEL 11 - BUITEN NOORD-AMERIKA vmo2010-010-100_a 704901449_nl LABEL 12 LOCATIE: ONDER ZITTING, OP DE BOVENSTE STANG VAN HET CHASSIS XXX XXXXXXX XXX XXXXXXX XXX X XXXX XX XXX XX XXX 704903248A LABEL 13 - 2-UP MODELLEN Conformiteitslabels Deze labels geven weer of het voertuig conform is.
Pagina 72
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT vmo2010-004-001_en 704903327_nl LOCATIE: ACHTERSPATBORD Technische informatielabels ONDERHOUD VAN DE LUCHTFILTER HET ONDERHOUD MOET WORDEN UITGEVOERD ALS VOORGESCHREVEN IN DE GEBRUIKERSHANDLEIDING. DE LUCHTFILTER VERGT FREQUENTER ONDERHOUD IN ZWAARDERE (STOFFIGE) OMSTANDIGHEDEN. 707800373_nl LOCATIE: ONDER ZITTING, OP DE BOVENSTE STANG VAN HET CHASSIS _______ _______...
Pagina 74
BEDIENINGSELEMENTEN vmo2012-012-049_a 1) Gashendel De gashendel bevindt zich rechts aan het stuur. De gashendel regelt het motortoeren- tal. Druk op de gashendel met uw rechter- duim om de snelheid van het voertuig te verhogen of te behouden. Laat de gashendel los om het voertuig te vertragen.
Pagina 75
BEDIENINGSELEMENTEN 2) Remhendel links De remhendel links bevindt zich links aan het stuur. vmo2012-012-009_a TYPISCH 1. Remhendelslot 2. Indrukken om parkeerrem te activeren OPMERKING: Het remhendelslot kan vmo2012-012-008_a in verschillende standen worden ge- TYPISCH zet. 1. Remhendel 2. Remmen WAARSCHUWING De remhendel dient om het voertuig te Controleer of het voertuig veilig vertragen of te stoppen.
Pagina 76
BEDIENINGSELEMENTEN 4) Rempedaal De schakelhendel wordt gebruikt om van versnelling te veranderen. Het rempedaal bevindt zich aan de rechterkant van het voertuig naast de De schakelhendel heeft 5 standen: motor. STANDEN SCHAKELHENDEL STAND VERSNELLING Parkeren Achteruit Neutraal Hoog toerental (vooruit) Laag toerental (vooruit) vmo2012-012-015_a 1.
Pagina 77
BEDIENINGSELEMENTEN OPMERKING: In achteruit wordt het motortoerental begrensd, waardoor het voertuig niet snel achteruit kan rij- den. WAARSCHUWING Als u in achteruit een helling af- rijdt, kunt u de ingestelde snel- heidslimiet in achteruit toch over- schrijden door de zwaartekracht. vmo2012-012-013_a Neutraal STANDEN CONTACTSCHAKELAAR...
Pagina 78
BEDIENINGSELEMENTEN WAARSCHUWING Deze stand biedt dezelfde functies als Op steile hellingen naar beneden de stand AAN met licht, behalve dat de is het mogelijk dat de snelheids- lichten van het voertuig uitgeschakeld beperking niet verhindert dat het worden. voertuig sneller dan deze snelheid gaat rijden.
Pagina 79
BEDIENINGSELEMENTEN Motorstopschakelaar vmo2012-012-030_a MULTIFUNCTIONELE SCHAKELAAR - TYPISCH vmo2012-012-014_a 1. Koplampschakelaar dim-/grootlicht 1. Motorstopschakelaar 2. Motorstopschakelaar 3. Motorstartknop Deze schakelaar dient om de motor stil 4. DPS/ACS/ophefknop (indien van toepassing) te leggen en als noodstopknop. Koplampschakelaar dim-/grootlicht Om de motor te stoppen zet u de mo- torstopschakelaar in de STOP-stand.
Pagina 80
BEDIENINGSELEMENTEN OPMERKING: Om de motor te star- Om gebruik te maken van de ophef- ten moet de contactschakelaar in de functie, gaat u als volgt te werk: stand AAN of AAN met licht staan en Zet de schakelhendel in de ACHTER- moet de motorstopschakelaar op RIJ- UIT-stand (R).
Pagina 81
BEDIENINGSELEMENTEN vmo2012-012-007_a TYPISCH 1. Keuzetoets 2. 2WD positie 3. 4WD positie Met deze schakelaar wisselt u tussen 2-wielaandrijving en 4-wielaandrijving V07I0DY wanneer het voertuig stilstaat en de 4WD-MODUS - TYPISCH motor draait. Om de 2WD-modus te activeren drukt OPMERKING Het voertuig moet u de keuzeschakelaar omhoog.
Pagina 82
BEDIENINGSELEMENTEN 9) Bedieningsschakelaar lier Modellen met lier Deze schakelaar regelt de bediening van de lier. Om de kabel af te rollen, drukt u de lin- kerkant van de schakelaar in. Om de kabel op te rollen, drukt u de rechterkant van de schakelaar in. vmo2012-012-016_a TYPISCH 1.
Pagina 83
MULTIFUNCTIONELE METER (LCD) Toerenteller WAARSCHUWING Meet het aantal toeren per minuut Het aflezen van het display van de (RPM). Vermenigvuldig het getal met multifunctionele meter kan de be- 1.000 om het reële toerental te verkrij- stuurder van het voertuig afleiden gen.
Pagina 84
MULTIFUNCTIONELE METER (LCD) Verklikkerlichtje parkeerrem WEERGAVE FUNCTIE Neutraal Hoge versnelling Lage versnelling Als dit verklikkerlichtje AAN is dan OPMERKING: Als de letter “E” op de geeft het aan dat de rem gedurende versnellingsdisplay verschijnt, wijst dit meer dan 15 seconden geactiveerd is op een elektrische communicatiesto- (tijdens het rijden) ring.
Pagina 85
MULTIFUNCTIONELE METER (LCD) Kenmerken multifunctionele meter WAARSCHUWING Stel op het multifunctionele instrumentenbord geen functies af terwijl u het voertuig bestuurt. Druk op de keuzeknop om de modi Motortoerentallen weer te geven. Meet het aantal toeren per minuut (RPM). Multifunctionele meter instellen WAARSCHUWING Stel op het multifunctionele in-...
Pagina 86
MULTIFUNCTIONELE METER (LCD) vmo2012-012-029_o 1. Tijd (Display 2) 2. Bericht (Display 3) 2. Hou de knop ingedrukt (SET TIME verschijnt in display 3). 3. Kies de 12- of 24-uursweergave (12H of 24H) door op de knop te drukken. 4. Als u de 12-uursweergave wenst, kiest u AM ("A") of PM ("P") door op de knop te drukken.
Pagina 87
MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL) Beschrijving multifunctionele meter De multifunctionele meter (analoog/digitaal) bevindt zich op de stuurkolom. De multifunctionele meter (analoog/digitaal) bestaat uit een digitale meter en twee analoge meters (snelheidsmeter en toerenteller). De grafieken met de motortemperatuur en het brandstofpeil zitten in de digitale meter.
Pagina 88
MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL) 1) Analoge snelheidsmeter Om ritfuncties te resetten, de MODE- knop (M - Modus) drie seconden inge- Meet de snelheid van het voertuig in drukt houden. km/u of mph. 4) Analoge toerenteller (RPM) 2) MODE-knop (M - Modus) Meet het aantal toeren per minuut Door de MODE-knop (M - Modus) in te (RPM).
Pagina 89
MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL) 7) Multifunctionele display De snelheid of motoromwentelingen (RPM) van het voertuig kunnen worden MODE (M) KNOP weergegeven. Zie in dit hoofdstuk. Er kunnen ook belangrijke berichten worden weergegeven. Raadpleeg de onder- staande tabel. BERICHT BESCHRIJVING Bericht weergegeven als de remmen langer dan 15 seconden aan een stuk worden geactiveerd.
Pagina 90
MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL) 5. Druk op de SET-knop (S) om het uur te wijzigen. 6. Druk op de MODE-knop (M) om naar minuten te gaan (minuten knippe- ren). 7. Druk op de SET-knop (S) om de mi- nuten te wijzigen. 8.
Pagina 91
UITRUSTING vmo2012-012-072_c 1-UP MODEL _______________...
Pagina 92
UITRUSTING 6,8,10 vmo2013-007-011_a 2-UP MODEL ______________...
Pagina 93
UITRUSTING 1) Chauffeursstoel WAARSCHUWING Deze stoel is uitsluitend bestemd voor Bevestig dat de bestuurdersstoel één bestuurder. goed op zijn plaats is vergrendeld door deze een aantal keer achteruit WAARSCHUWING en omhoog te trekken. Laat niemand als passagier op dit voertuig zitten. 2) Passagiersstoel/ handschoenenvak Verwijderen van het zadel...
Pagina 94
UITRUSTING 4. Licht de zitting verder op tot u de bevestiging vooraan kunt losmaken en verwijder de passagiersstoel dan helemaal. Installatie passagiersstoel 1. Leg de J-haken gelijk aan de voor- ste pennen en drukt stevig op de passagiersstoel om het vergrendel- systeem te activeren.
Pagina 95
UITRUSTING 2. Open de deksel van het handschoe- nenvak en draai de hendel naar de ontgrendelpositie. 3. Plaats het vak voor de "LINQ" ope- ning en schuif het vak naar binnen. vmo2013-007-007_a 1. Grendel 3. Verwijder het handschoenenvak. 4. Plaats de passagiersstoel terug. Zie PASSAGIERSSTOEL VERWIJDE- in dit hoofdstuk.
Pagina 96
UITRUSTING vmo2013-007-010_a TYPISCH 1. Voetsteun bestuurder links 2. Voetsteun passagier links vmo2013-007-004_c TYPISCH 1. Handvaten WAARSCHUWING 2. Passagiersstoel De passagier moet altijd beide voeten op de voetsteunen houden 5) 12-volt-voedingsuitgang tijdens het rijden in het voertuig Dit is een handige aansluiting voor een looplamp of andere draagbare uitrus- 4) Handgrepen ting.
Pagina 97
UITRUSTING 7) Bagagerekken Bagagerekken zijn handig om uitrus- ting en andere lading mee te vervoe- ren. Gebruik ze nooit om passagiers te vervoeren. vmo2012-012-023_b 1. Deksel bergvak achteraan WAARSCHUWING Zet de schakelhendel altijd in de parkeerstand (P) alvorens het dek- sel te openen.
Pagina 98
UITRUSTING SPECIFI- Raadpleeg het hoofdstuk De afstandsbediening van de lier zit in CATIES voor aanbevelingen over het het opbergvak achteraan. laadgewicht. 8) Trekhaak Op deze handige trekhaak kunt u een bal monteren om een aanhangwagen of andere uitrusting te trekken. Mon- teer een gepaste bal volgens de aan- bevelingen van de fabrikant van de aanhangwagen.
Pagina 99
UITRUSTING 11) Lier XT-, XT-P- en LTD-modellen De lier kan worden ingeschakeld met de bedieningsschakelaar of de af- standsbediening van de lier. vmo2012-012-028_a 1. Lier 2. Rolgeleider 3. Lierhaak 13) GPS-ontvanger (Global Positioning System) LTD-modellen vmo2012-012-028_a 1. Lier De GPS-ontvanger bevindt zich op het 2.
Pagina 100
UITRUSTING van het voertuig in in- of uitgeschakel- WAARSCHUWING de stand (indien geïnstalleerd op het – Het aflezen van de GPS-ontvan- voertuig). ger kan de bestuurder van het De GPS wordt door de fabriek geleverd voertuig afleiden en in het bij- met alle speciaal voor dit voertuig be- zonder zijn aandacht voor de nodigde toebehoren.
Pagina 101
UITRUSTING OPMERKING beschadiging 6. Blaas de band op tot de aanbevolen door weersomstandigheden of dief- spanning. stal van uw gps-ontvanger te voor- OPMERKING: In normale omstandig- komen, haalt u hem het best telkens heden moet de ACS-ophanging inge- uit de houder wanneer u het voer- steld staan op ACS 1 om een ATV-band tuig verlaat.
Pagina 102
BRANDSTOF Aanbevolen brandstof 3. Schroef de tankdop traag linksom los en verwijder deze dop. Gebruik gewone loodvrije benzine met MAXIMAAL 10% ethanol. De benzine die wordt gebruikt moet het volgende minimale octaangetal hebben. MINIMAAL OCTAANGETAL In Noord-Amerika 87 ((R + M)/2) Buiten Noord-Amerika 92 RON OPMERKING...
Pagina 103
BRANDSTOF OPMERKING Plaats nooit iets op de dop van de brandstoftank. Als de ventilatieopening in de dop van de brandstoftank wordt afgesloten, kan de motor weigeren. ______________...
Pagina 104
INRIJPERIODE Gebruik tijdens de inrijperiode Het voertuig heeft een inrijperiode van 10 bedrijfsuren of 300 km nodig. Na de inrijperiode moet uw voertuig door een erkende Can-Am dealer wor- den geïnspecteerd. Motor Tijdens de inrijperiode: – Geef geen plankgas – U mag hoogstens 3/4 gas geven –...
Pagina 105
BASISPROCEDURES De motor starten De motor uitzetten en het voertuig parkeren De schakelhendel moet in de PAR- KEER-stand of NEUTRAAL staan. WAARSCHUWING OPMERKING: Gemakshalve is er een modus "negeren" voorzien die toelaat Vermijd parkeren op een steile hel- de motor te starten in elke stand van ling.
Pagina 106
SPECIALE PROCEDURES Wat als er water in de CVT Controleer het aftapreservoir onder het luchtfilterhuis om te verifiëren of er zit? water aanwezig is. De CVT-aftapplug bevindt zich op de achterzijde van de CVT-behuizing. Dit is toegankelijk via het achterspatbord links.
Pagina 107
SPECIALE PROCEDURES Wat als het voertuig onder OPMERKING Indien dit niet wordt gedaan, kan dit leiden tot permanen- water staat? te schade aan de volgende onderde- Stop onmiddellijk de motor als het len: niet beperkt tot-: voertuig onder water staat. Niet ge- –...
Pagina 108
UW RIT AANPASSEN WAARSCHUWING De afstelling van de ophanging kan de bestuurbaarheid van het voertuig beïnvloeden. Neem steeds de tijd om vertrouwd te raken met het rijgedrag van het voertuig nadat de ophanging is af- gesteld. Afstelling ophanging De belasting en afstelling van de op- vmo2013-007-015_a hanging kan het rijgedrag en comfort 1.
Pagina 109
UW RIT AANPASSEN Schokdemping afstellen Door deze rechtsom te draaien (H) ver- meerdert u de schokdemping (stijver). XT-P Model Door deze linksom te draaien (S) ver- mindert u de schokdemping (zachter). Compressiedemping bij lage snelheid Terugveerdemping vmo2012-014-056_a 1. Terugveringsregelaar (schroevendraaier vmo2012-014-055_b nodig) TYPISCH...
Pagina 110
UW RIT AANPASSEN Afregeling van de ACS (Air Controlled Suspension) LTD-modellen Met dit systeem kan de bestuurder de ophanging achteraan regelen met een druk op een knop. Door de ACS-instel- ling te wijzigen, verandert de luchtdruk in de schokdempers achteraan, zodat tmo2013-003-001_b de ophanging anders is afgesteld.
Pagina 111
UW RIT AANPASSEN Stuurbekrachtiging afstellen (DPS) Modellen met DPS De toepasselijke modellen zijn uit- gerust met een dynamische servos- tuurregeling of DPS (Dynamic Power Steering). Dankzij DPS kost het min- der inspanning om het stuur te draaien. De volgende DPS-modi zijn op het voertuig vooraf ingesteld.
Pagina 112
UW RIT AANPASSEN vmo2012-012-029_p LCD METER 1. DPS-modus (Display 3) ANALOGE/DIGITALE METER 1. DPS-modusweergave Om de DPS-modus te veranderen, gaat u als volgt te werk: 1. Druk op de DPS knop en houdt deze 2 seconden vast om naar de volgen- de instelling te gaan.
Pagina 113
TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Bevestig het voertuig voor transport met aangepaste bevestigingsmidde- len op de aanhangwagen of pick-up. Gewoon touw is niet aanbevolen. WAARSCHUWING Sleep dit voertuig nooit achter een wagen of een ander voertuig. Ge- bruik een aanhangwagen. Kantel deze waterscooter voor het trans- port nooit op zijn achterkant.
Pagina 114
TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
Pagina 116
INVAARINSPECTIE BRP raadt u aan uw voertuig na de eerste 10 bedrijfsuren of 300 km rijden, afhan- kelijk van wat eerst voorvalt, te laten inspecteren door een erkende Can-Am dea- ler. De invaarinspectie is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd.
Pagina 117
INVAARINSPECTIE INVAARINSPECTIE Ververs de motorolie en vervang de filter Controleer de motorbevestigingen Controleer de klepspeling en corrigeer indien nodig Controleer het koelvloeistofpeil Reinig de radiator en voer een lektest uit op het koelsysteem Inspecteer de motorpakkingen en afdichtingen op lekken Inspecteer de brandstofleidingen, brandstofrails, aansluitingen en keerkleppen en voer een lektest uit op het brandstofsysteem Inspecteer de gaskabel en corrigeer indien nodig...
Pagina 118
ONDERHOUDSSCHEMA Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functionerende staat te houden. De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een behoorlijk onderhoud. Het voertuig dient servicebeurten te ondergaan volgens het onderhoudsschema. Ook als u het onderhoudsschema volgt moet u steeds de inspectie voor het ver- trek uitvoeren.
Pagina 119
ONDERHOUDSSCHEMA ELKE 3 000 KM OF 100 BEDRIJFSUREN OF 1 JAAR (gelijk welk het eerste plaatsvindt) Vervang de motorolie en de filter Inspecteer en regel de klepspeling Inspecteer en reinig de vonkafleider van de knalpot Controleer de sterkte van de motorkoelvloeistof Inspecteer en reinig het gasklephuis Reinig de voorfilter van de brandstofpomp Voer een druktest op de brandstofpomp uit...
Pagina 120
ONDERHOUDSSCHEMA ELKE 6 000 KM OF 200 BEDRIJFSUREN OF 2 JAAR (gelijk welk het eerste plaatsvindt) Vervang de motorkoelvloeistof Controleer het koelsysteem en voer een druktest uit op de drukdop en het koelsysteem Controleer de toestand van het brandstofsysteem en voer een lektest uit op het brandstofsysteem Vervang de bougies Vervang de olie van het voordifferentieel Reinig en smeer de bovenste en onderste halve geleidebussen van de stuurstang...
Pagina 121
ONDERHOUDSPROCEDURES Dit hoofdstuk bevat aanwijzingen voor OPMERKING: Als u in zulke omstan- de elementaire onderhoudsprocedu- digheden in groep rijdt, moet de onder- res. Als u over de nodige mechanische houdsfrequentie nog worden opge- LUCHTFIL- deskundigheid en de vereiste hulpmid- voerd. Zie het hoofdstuk TER SCHOONMAKEN EN SMEREN delen beschikt, kunt u deze procedu- res zelf uitvoeren.
Pagina 122
ONDERHOUDSPROCEDURES vmr2012-010-017_a vmo2012-012-039_a TYPISCH - ONDERDELEN VERWIJDERD 1. Deksel luchtfilter VOOR DE DUIDELIJKHEID 1. Toevoerbuis van het luchtfilterhuis Verwijder de luchtfilter. 3. Controleer het luchtfilter op vuil in de kamers. – Als u vuil of water vaststelt, moet de filterkamer met een stofzuiger worden gereinigd.
Pagina 123
ONDERHOUDSPROCEDURES Luchtfilter schoonmaken en smeren LET OP Draag altijd aangepas- te huid- en oogbescherming. Che- micaliën kunnen huiduitslag en oog- letsel veroorzaken. Papierfilter schoonmaken 1. Zorg dat de schuimfilter uit de pa- pierfilter wordt genomen. vbs2009-012-015_a 2. Tik grote stofafzettingen uit de pa- TYPISCH - SPUIT HET OP DE SCHUIMFILTER pierfilter.
Pagina 124
ONDERHOUDSPROCEDURES 6. Smeer het plastic filterhuis lichtjes om het makkelijker te installeren en te verwijderen in de toekomst. Installatie luchtfilter Smeer de O-ring en plastic behui- zing van de luchtfilter lichtjes. Zie het LUCHTINLAATSYSTEEM en de open- gewerkte afbeeldingen. Plaats de luchtfilter in de omgekeerde volgorde van de verwijdering.
Pagina 125
ONDERHOUDSPROCEDURES 2. Plaats de peilstok terug en schroef hem helemaal vast. 3. Verwijder de peilstok en lees het oliepeil af. Dat moet dicht bij het bovenste merkteken liggen. vmr2012-043-021_a DIVERSE ONDERDELEN ZIJN VERWIJDERD VOOR DUIDELIJKHEID 1. Voorste lippen op console Motorolie Motoroliepeil OPMERKING...
Pagina 126
ONDERHOUDSPROCEDURES SPECIFICA- Als deze niet beschikbaar is, gebruik Raadpleeg het hoofdstuk TIES dan 4-taktmotorolie SAE 5W40 die vol- voor het olievolume. doet aan de vereisten van de API-clas- Start de motor en laat hem enkele mi- sificatie SG, SH of SJ of deze overtreft. nuten stationair draaien.
Pagina 127
ONDERHOUDSPROCEDURES Installatie oliefilter 7. Plaats de resterende onderdelen te- rug, indien van toepassing. 1. Controleer de filterinlaat- en uitlaat op verontreinigingen en reinig deze Radiator zones. Radiatorinspectie Controleer af en toe of de omgeving van de radiator schoon is. tmr2011-010-005_a 1.
Pagina 128
Gebruik altijd ethyleenglycolantivries met anticorrosiemiddel, speciaal be- stemd voor aluminium interne verbran- dingsmotoren. Het koelsysteem moet worden gevuld met BRP VOORGEMENGDE KOEL- VLOEISTOF (STUKNR. 219 700 362) of met een oplossing van gedestileerd water en antivriesvloeistof (50% ge- destillerd water, 50% antivries).
Pagina 129
ONDERHOUDSPROCEDURES Verwijder de dop van het koelvloei- Installeer de radiatorslang terug zoals stofreservoir. ze was geplaatst voor u ze verwijder- WAARSCHUWING Alle modellen Waarschuwing: Verwijder Installeer de aftapplug van het koel- drukdop niet terwijl de motor systeem terug met een nieuwe pak- warm is, om brandwonden te kingring.
Pagina 130
ONDERHOUDSPROCEDURES 10. Stop de motor en laat de motor af- koelen. 11. Plaats de dop van het koelvloei- stofreservoir terug. 12. Inspecteer alle aansluitingen op lekkage en controleer het koel- vloeistofpeil in het reservoir. Vonkafleider knalpot Reiniging en inspectie vonkafleider tmo2011-001-502_a knalpot TYPISCH...
Pagina 131
ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2012-012-709 TYPISCH - UITLAATPIJP VERWIJDEREN tmo2011-001-043_a 1. Reinig de vonkafleider Verwijder de uitlaatpijp, de pakking (weggooien) en de vonkafleider. Inspecteer het rooster van de vonkaf- leider op schade. Vervangen indien nodig. OPMERKING: Het scherm van de vonkafleider moet alleen worden ver- vangen als het beschadigd is Inspecteer de vonkafleiderkamer in de knalpot.
Pagina 132
ONDERHOUDSPROCEDURES 2. Verwijder de luchtfilter van de CVT- luchtinlaat door deze aan de kanten uit te rekken. 219700341 LUCHTFILTERREINIGER (STUKNR. 219 700 341) vmo2012-012-042_b 2. 3 minuten laten rusten. 1. CVT-luchtfilter 3. Spoel de filter met gewoon water, Modellen met Clip-On luchtfilter zoals aangegeven op de verpakking van de luchtfilterreiniger (UNI).
Pagina 133
ONDERHOUDSPROCEDURES Installatie CVT-luchtfilter Modellen met Slip-On luchtfilter 1. Plaats de luchtfilter op de CVT-inlaat door deze aan de kanten uit te rek- ken. 2. Plaats de meterhouder terug. Modellen met Clip-On luchtfilter vmo2012-012-057_a 1. Installeer het luchtfilterd op de CVT TYPISCH - 1000 MOTOR 1.
Pagina 134
ONDERHOUDSPROCEDURES Gaskabel Verwijder de olieaftapplug. Verwijder de tandwielkastplug. Smering gaskabel De gaskabel moet worden gesmeerd KABELSMEEROLIE (STU- KNR. 293 600 041) of een gelijkwaardig product. WAARSCHUWING Gebruik altijd een smeermiddel op siliconenbasis. Als u een ander smeermiddel gebruikt (bv. een vmo2012-012-056_a smeermiddel op waterbasis) kan GEBRUIKELIJK - 500/650/800R ENGINES...
Pagina 135
ONDERHOUDSPROCEDURES V07I0GY 1. Kabelbeschermer 2. gaskabelafstelschroef V07I0IY 3. Borgmoer 4. gashendelbehuizing Verwijder het zijdeksel van het gas- Schroef de gaskabelafstelschroef in. klephuis. Verwijder de beschermer in de behui- zing. vmo2006-007-032_a 1. Gasklephuis 2. Schroeven aan zijdeksel V07I0HY Steek de naald van de oliebus in het uit- einde van de gaskabelafstelschroef.
Pagina 136
ONDERHOUDSPROCEDURES V07I0JY V07I010 TYPISCH 1. Gashendel A. 2 mm OPMERKING: Leg een lap rond de gaskabel en de kabelafstelschroef om Span de borgmoer aan en bevestig de oliespatten te voorkomen. beschermer terug. Voeg smeerolie toe tot er olie uitloopt Start de motor met de schakelhendel in aan het uiteinde van de gaskabel aan de PARKEER-stand (P).
Pagina 137
ONDERHOUDSPROCEDURES Accu LET OP Laad nooit een accu terwijl die in het voertuig is geïnstal- leerd. Deze voertuigen zijn uitgerust met een VRLA-accu (Valve Regulated Lead Acid). Dit is een onderhoudsvrij accu- type, waaraan geen water moet wor- den toegevoegd om het elektrolytpeil te regelen.
Pagina 138
ONDERHOUDSPROCEDURES OPMERKING Sluit altijd eerst de RODE (+) accukabel aan. Zekeringen LET OP Schakel de contact- schakelaar altijd op UIT voordat u een defecte zekering vervangt. Inspectie van de zekering Controleer of de draad is gesmolten. vmo2012-012-033_a 1. Meterhouder Vervang de kapotte zekering als de gloeidraad is doorgesmolten, zie de LOCATIE ZEKERINGEN tabel...
Pagina 139
ONDERHOUDSPROCEDURES VOORSTE ZEKERINGDOOS VERMO- BESCHRIJVING Injectors/ontsteking ECM-module Lier, 2WD/4WD Contactschakelaar, startersolenoïde Ventilator koeling 25 A vmo2012-012-034_a 1. Zekeringhouder achteraan Euro Control (CE-modellen) Identificatie zekeringhouder Lichten 30 A achteraan Uitgang gelijkstroom 15 A ZEKERINGHOUDER ACHTERAAN Accessoires 2 15 A VERMO- BESCHRIJVING Brandstofpomp Hoofdzekering 30 A...
Pagina 140
ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2012-012-059_a vmo2012-012-059_b DIMLICHT REGELEN 1. Regelknoppen vmo2012-012-060_b Trek de lamp eruit. vmo2012-012-060_a Installeer de verwijderde onderdelen GROOTLICHT REGELEN 1. Regelknoppen opnieuw correct in de omgekeerde volgorde dan waarin u ze heeft verwij- Lampen van de achterlichten derd. vervangen Controleer de werking van de koplam- Draai het achterlicht linksom om het uit pen.
Pagina 141
ONDERHOUDSPROCEDURES Trek het achterlicht uit de houder. Koppel de connector van de lamp los. Draai de lamp linksom om ze uit het achterlicht te verwijderen. vmo2012-015-003_a TYPISCH — VOORKANT VOERTUIG 1. Manchetten 2. Beschermer aandrijfas vmo2012-012-062_a DRAAI DE LAMP LINKSOM Verwijder de lamp uit het achterlicht.
Pagina 142
ONDERHOUDSPROCEDURES Wielen en banden Raadpleeg een erkende Can-Am dea- ler als u enige speling vaststelt. Bandenspanning WAARSCHUWING De bandenspanning heeft een gro- te invloed op de besturing en sta- biliteit van het voertuig. Door een te lage spanning kan de band leeg- lopen en loskomen van het wiel.
Pagina 143
ONDERHOUDSPROCEDURES WAARSCHUWING – Vervang de banden alleen door banden van hetzelfde type en bandenmaat als de originele banden. – Let erop dat u banden met een unidirectioneel profiel in de juis- te draairichting monteert. – De banden moeten vervangen worden door een ervaren per- soon, in overeenstemming met vmo2008-001-002_a de normen en het gereedschap...
Pagina 144
VET VOOR OPHANGINGEN Verificatie van de afstand tussen VET VOOR Product aanbevolen wiel en beadlock OPHANGINGEN door BRP (STUKNR. 293 550 033) XT-P Modellen 1. Controleer de afstand tussen het Smering achterophanging wiel en de beadlockklemring, die Smeer de verbindingen en de draaibus...
Pagina 145
ONDERHOUDSPROCEDURES Wieldraagarmen achteraan Controleer de wieldraagarmen op ver- vorming, barsten of krombuiging. Raadpleeg een erkende Can-Am dea- ler als u een probleem vaststelt. Remmen Controle remvloeistofpeil Controleer het vloeistofpeil in de reser- voirs terwijl het voertuig op een vlak vmo2012-012-035_a oppervlak staat.
Pagina 146
ONDERHOUDSPROCEDURES Inspectie rem Doe voor alle inspecties, onderhoud en reparaties aan het remsysteem een beroep op een erkende Can-Am dealer. Echter, zorg dat u de volgende punten controleert tussen de bezoeken aan uw dealer: – Remvloeistofniveaul – Vloeistoflekken in het remsysteem –...
Pagina 147
VERZORGING VAN HET VOERTUIG Verzorging na gebruik Niet-overeenkomende reinigingsproducten voertuig zoutwateromgeving hebt gebruikt MATERIAAL- NIET-OVEREENKOMENDE (strand, bij het te water laten of uit SOORT REINIGINGSPRODUCTEN het water halen van boten enz.), moet ALLE REINIGINGSPRODUC- u het afspoelen met zoet water om TEN OP PETROLEUMBASIS het voertuig en al zijn onderdelen in XP-S ATV Afwerking Spray...
Pagina 148
VERZORGING VAN HET VOERTUIG vbs2012-006-001 VEILIG VOOR KUNSTSTOF ______________...
Pagina 149
OPSLAG EN VOORBEREIDING OP HET VAARSEIZOEN Als u het voertuig langer dan 4 maan- den niet gebruikt, is een correcte op- slag noodzakelijk. Nadat uw voertuig langere tijd was opgeborgen, is een voorbereiding ver- eist. Raadpleeg een erkende Can-Am dea- ler om uw voertuig voor te bereiden voor opslag of voor de start van het rij- seizoen.
Pagina 150
OPSLAG EN VOORBEREIDING OP HET VAARSEIZOEN Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
Pagina 151
TECHNISCHE INFORMATIE ______________...
Pagina 152
Uw erkende Can-Am dealer heeft deze nummers ook nodig om de garantieaanvraag naar behoren in te vullen. Er wordt geen ga- rantie geboden door BRP als het mo- toridentificatienummer (E.I.N.) of het voertuigidentificatienummer (V.I.N.) werd verwijderd, onleesbaar werd ge-...
Pagina 153
VOORSCHRIFTEN INZAKE DE BEPERKING VAN GELUIDSEMISSIE Enkel VSA en Canada Het is verboden ontoelaatbare wijzi- gingen aan het geluidsreductiesys- teem aan te brengen! Federale wetten in Amerika en provin- ciale wetten in Canada verbieden de volgende handelingen of het veroorza- ken van deze handelingen: 1.
Pagina 154
De EG Conformiteitsverklaring is niet opgenomen in deze versie van de Gebruikershandleiding. U vindt deze in de gedrukte versie die bij uw voertuig werd geleverd. ddd2009-001...
Pagina 155
API service classificatie SG, SH, of SJ KOELSYSTEEM Mengsel ethylglycol/water (50% koelvloeistof, 50% water). Gebruik voorgemengde koelvloeistof ver- Type kocht door BRP (Stuknr. 219 700 362) of Koelvloeistof speciaal voor aluminium motoren ontwik- kelde koelvloeistof Inhoud 3,4 L 3,5 L...
Pagina 156
SPECIFICATIES 1000 MODEL 800R VERSNELLINGSBAK Dubbel bereik (HI-LO) met PARKEER-stand, Type neutraal en achteruit Grootlicht 3,078 2,888 2,829 Algehele tandwielverhouding Dimlicht 5,293 5,842 Achteruit 5,45 7,148 Inhoud 400 ml 450 ml Olie voor tandwielkasten Synthetische XPS-olie (Stuknr. 293 600 140) Type of 75W140 API GL-5 ELEKTRISCH SYSTEEM...
Pagina 157
SPECIFICATIES 1000 MODEL 800R BRANDSTOFSYSTEEM Brandstofaflevering Type Elektronische brandstofinjectie (EFI) Gasklephuis 46 mm Brandstofpomp Type Elektrisch (in brandstoftank) 1250 ± 50 RPM 1250 ± 100 RPM Leegloopsnelheid (niet regelbaar) (niet regelbaar) Type Normale loodvrije benzine (maximaal 10% ethanol) In Noord- 87 R+M)/2 Brandstof Amerika...
Pagina 158
SPECIFICATIES 1000 MODEL 800R VOORWIELOPHANGING Type ophanging Arm dubbele ophanging met anti-duikdesign Veerweg 226 mm Aantal Alle modellen Olie behalve XT-P Schokdemper HPG schokbreker met Type extern reservoir en XT-P compressiedemping op twee snelheden Alle modellen Regelnok met 5 standen behalve XT-P Type afregeling voorbelasting XT-P...
Pagina 159
SPECIFICATIES 1000 MODEL 800R REMMEN Twee sets kruislingsgeboorde remschijven van 214 mm Voorrem Type met hydraulische tweezuigerremklauwen Enkele kruislingsgeboorde remschijf van 214 mm met Achterrem Type hydraulische tweezuigerremklauwen Inhoud 260 ml Remvloeistof Type DOT 4 Zadel Zwevende dubbele zuigers (2x26mm) Materiaal remblokken Organisch Minimumdikte van de remblokken...
Pagina 160
SPECIFICATIES 1000 MODEL 800R WIELEN Basis Staal Type Gegoten aluminium XT-P Aluminium beadlocks Vooraan 305 x 152 mm (12 x 6 (in)) Velgenmaat Achteraan 305 x 191 (12 x 7.5 (in)) Wielmoeren aandraaimoment 100 N•m ± 10 N•m AFMETINGEN 218,4 cm 1-UP Totale lengte 238,7 cm...
Pagina 161
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ______________...
Pagina 162
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR DRAAIT NIET 1. Onstekingsschakelaar staat in de UITpositie. – Draai de schakelaar naar de AANpositie. 2. Motorstopschakelaar. – Zorg dat de motorstopschakelaar op de AANpositie staat. 3. Versnelling staat niet op de PARKEER of NEUTRAAL stand. –...
Pagina 163
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR WENTELT MAAR START NIET (vervolg) 3. Bougie/ontsteking (geen vonk). – Controleer de toestand van de hoofdzekering. – Verwijder de bougie en maak nogmaals verbinding met de ontstekingsspoel. – Controleer of de ontstekingschakelaar en/of de motorstopschakelaar in de AAN-positie staan.
Pagina 164
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN OVERVERHITTING VAN DE MOTOR (vervolg) 2. Vuile radiatorvinnen. – Reinig de radiatorvinnen, zie RADIATOR in het hoofdstuk ONDERHOUD . 3. Koelventilator werkt niet. – Controleer de zekering van de koelventilator, zie het hoofdstuk ONDER- HOUD .
Pagina 165
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN SCHAKELHENDEL BEWEEGT STROEF 1. De tandwielen van de versnelling staan op een positie die ervoor zorgt dat de versnellingshendel niet werkt. – Beweeg het voertuig heen en weer om de tandwielen te bewegen en de hendel weer op de juiste plaats te laten komen.
Pagina 166
MELDINGEN OP DE DISPLAY VAN DE MULTIFUNCTIONELE METER CONTROLE- MELDING BESCHRIJVING LAMPJE(S) ON Dit duidt aan dat u de verkeerde contactsleutel heeft gebruikt. Gebruik de juiste contactsleutel DESS-SLEUTEL Motor voor dit voertuig. Misschien maakt de contact- NIET HERKEND controleren sleutel ook een slecht contact. Verwijder hem en maak hem schoon.
Pagina 167
MELDINGEN OP DE DISPLAY VAN DE MULTIFUNCTIONELE METER Dat wijst erop dat de DPS (Dynamic Power Motor CONTROLEER Steering) niet naar behoren functioneert. Raad- controleren pleeg een erkende Can-Am dealer. Dat wijst erop dat de ACS-ophanging niet naar Motor ACS FAULT behoren functioneert.
Pagina 168
MELDINGEN OP DE DISPLAY VAN DE MULTIFUNCTIONELE METER Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
Pagina 170
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de garantievoorwaarden die van toepassing waren op produc- ten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
Pagina 171
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende Can-Am ATV dealer met serv- iceautorisatie is;...
Pagina 172
BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geproduceerde producten aan te passen.
Pagina 173
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garan- tie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Pagina 175
Bombardier Recreational Products Inc. (“BRP”)* geeft een garantie op zijn Can-Am ATV bouwjaar 2013 die wordt verkocht door Can-Am ATV distributeurs of dealers die door BRP gemachtigd zijn om Can-Am ATV's te verkopen ("Can-Am ATV distributeur/dealer") buiten de vijftig staten van de Verenigde Staten, Canada en lidstaten van de EER (dit is de "Europese Economische Ruimte", nl.
Pagina 176
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoud of aanpassingen of gebruik van onderdelen en toe- behoren die niet door BRP zijn geproduceerd of goedgekeurd, die naar zijn re- delijke oordeel niet compatibel zijn met waterscooters of een negatieve invloed...
Pagina 177
– Routineonderhoud zoals aangegeven in de Gebruikerhandleiding moet op de juiste momenten zijn uitgevoerd om de dekking van deze garantie te waarbor- gen. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
Pagina 178
BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geproduceerde producten aan te passen.
Pagina 179
Neem voor alle andere landen contact op met uw plaatselijke Can-Am ATV distributeur/dealer (bezoek voor contactgegevens onze website op www.brp.com) of neem contact op met ons Noord-Amerikaanse kantoor: BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC. Customer Assistance Center 75 J.-A. Bombardier Street Sherbrooke QC J1L 1W3 Tel.:+ 1 819 566-3366...
Pagina 180
Bombardier Recreational Products Inc. (“BRP”)* geeft een garantie op zijn Can-Am ATV's uit bouwjaar 2013 die wordt verkocht door distributeurs of dealers die door BRP gemachtigd zijn om Can-Am ATV's te verkopen ("Can-Am ATV distri- buteur/dealer") in lidstaten van de EER (dit is de "Europese Economische Ruimte", nl.
Pagina 181
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoud of aanpassingen of gebruik van onderdelen en toe- behoren die niet door BRP zijn geproduceerd of goedgekeurd, die naar zijn re- delijke oordeel niet compatibel zijn met waterscooters of een negatieve invloed...
Pagina 182
– Routineonderhoud zoals aangegeven in de Gebruikerhandleiding moet op de juiste momenten zijn uitgevoerd om de dekking van deze garantie te waarbor- gen. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
Pagina 183
BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geproduceerde producten aan te passen.
Pagina 184
Tel.: + 358 16 3208 111 De gegevens van uw Can-Am distributeur zijn terug te vinden op www.brp.com . * In de EEA worden de producten verdeeld en wordt service verleend door BRP European Distribution S.A. en andere filialen van BRP.
Pagina 185
BIJKOMENDE VOORWAARDEN UITSLUITEND VOOR FRANKRIJK De volgende voorwaarden gelden uitsluitend voor producten die in Frankrijk zijn verkocht: De verkoper levert goederen die in overeenstemming zijn met het contract en is verantwoordelijk voor defecten die aanwezig zijn bij de levering. De verkoper is tevens verantwoordelijk voor defecten die voortvloeien uit de verpakking, de assemblage-instructies of de installatie wanneer deze verantwoordelijkheid contractueel de zijne is of deze taken onder zijn verantwoordelijkheid werden...
Pagina 186
Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
Pagina 188
BESCHERMING VAN DE PRIVACY Bij deze deelt BRP u mee dat uw contactgegevens zullen worden gebruikt voor vei- ligheids- en garantiegebonden doeleinden. Bovendien kunnen BRP en zijn doch- termaatschappijen hun klantenlijsten gebruiken om marketing en promotionele in- formatie over BRP en gerelateerde producten te verdelen.
Pagina 189
Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afgelo- pen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er ATV's zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen. BRP op de hoogte brengen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar.
Pagina 190
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
Pagina 191
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR TELEFOON TELEFOON E-MAILADRES TELEFOON TELEFOON E-MAILADRES ______________...
Pagina 192
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR ______________...