BASISPROCEDURES
De motor starten
Steek de sleutel in het contactslot en
draai deze naar een van de ON-standen
(aan).
Duw op het rempedaal.
OPMERKING: Als de schakelhendel
niet in de PARKEERstand (P) staat,
moet het rempedaal worden ingedrukt
terwijl de motor start.
Druk op de motorstartknop en houd
hem ingedrukt tot de motor start.
OPMERKING: Druk
niet in. Als het gaspedaal voor meer
dan 20% wordt ingedrukt, zal de motor
niet starten.
Laat de motorstartknop onmiddellijk
los zodra de motor is gestart.
Als de motor na een
MERK OP
paar seconden niet start, houd dan
de motorstartknop niet langer dan
10 seconden ingedrukt. Zie het
hoofdstuk OPLOSSEN VAN PRO-
BLEMEN.
Schakelen
Druk op de remmen en zet de schakel-
hendel in de gewenste stand.
Los de remmen.
Stop het voertuig tij-
MERK OP
dens het schakelen altijd helemaal
en druk op de remmen, voordat u
de schakelhendel verzet. U kunt de
transmissie beschadigen.
De motor stilleggen en het
voertuig parkeren
WAARSCHUWING
Vermijd parkeren op een steile hel-
ling; het voertuig kan wegrollen.
______________
70
het gaspedaal
WAARSCHUWING
Plaats de schakelhendel steeds in
PARKEERstand wanneer u stopt of
parkeert, om te vermijden dat het
voertuig gaat rollen.
WAARSCHUWING
Vermijd parkeren op plaatsen waar
hete onderdelen brand kunnen
veroorzaken.
Schakel na stilstand of parkeren altijd
de schakelhendel in de parkeerstand.
Dit is vooral belangrijk wanneer u op
een helling parkeert. Op erg steile
hellingen of als het voertuig geladen
is, moeten de wielen worden geblok-
keerd met stenen of bakstenen.
Parkeer het voertuig op het vlakste be-
schikbare terrein.
Laat het gaspedaal los en gebruik de
remmen om het voertuig volledig te
stoppen.
Zet de schakelhendel in de PAR-
KEERstand.
Vergrendel de schakelhendel met de
sleutel voor de schakelhendel.
Schakel de contactschakelaar op OFF.
Trek de sleutel uit het contactslot.
Als u toch op een steile helling moet
parkeren of het voertuig geladen is,
blokkeer dan de wielen met rotsen of
stenen.