1) Stuur
Het stuur bevindt zich voor de bestuur-
dersstoel.
Met het stuur kunt u het voertuig naar
links of naar rechts sturen.
Draai het stuur in de richting waarnaar
u wilt rijden.
tmo2011-002-051_a
1. Stuur
Grijp het stuur met beide handen vast,
zonder dat u de duimen rond het stuur
klemt.
LET OP Wanneer u met de dui-
men rond het stuur geklemd op
ruige paden rijdt of een hindernis
neemt, kan het stuur plots opzij wor-
den getrokken, met verwondingen
aan de handen of polsen tot gevolg.
2) Gaspedaal
Het gaspedaal bevindt zich rechts van
het rempedaal.
Met het gaspedaal bepaalt u de snel-
heid van de motor.
tmo2011-001-001_a
1. Rempedaal
2. Gaspedaal
Om de snelheid van uw voertuig te ver-
hogen of te behouden, drukt u met uw
rechtervoet op het gaspedaal.
Om snelheid te minderen, laat u het
gaspedaal los.
In het gaspedaal zit een veer, waardoor
het terug in de ruststand (omhoog)
moet komen wanneer u het niet in-
drukt.
OPMERKING: Het gaspedaal
nooit worden gedemonteerd.
3) Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich links van
het gaspedaal.
Het rempedaal dient om het voertuig te
vertragen of te stoppen.
tmo2011-001-001_a
1. Rempedaal
2. Gaspedaal
_______________
PRIMAIRE BESTURINGSELEMENTEN
mag
43