WAARSCHUWING
Draag de veiligheidsgordel op de
juiste manier. Zorg ervoor dat de
gordel niet gedraaid zit of defect is.
Druk op de knop op de houder om de
gordel los te klikken.
11) Bestuurdersstoel
De bestuurdersstoel kan naar voor of
achter worden verschoven.
Draai aan de stoelhendel om de stoel te
ontgrendelen en te verschuiven. Laat
de hendel los om de stoel in de gewen-
ste stand te vergrendelen.
WAARSCHUWING
Verschuif de stoel nooit terwijl u
rijdt.
Onder de bestuurdersstoel bevindt
zich een handig opbergvak.
tmo2011-002-053_a
1. Opbergvak
De bestuurdersstoel kan naar voor ge-
klapt en uit het voertuig genomen wor-
den. Maak hiervoor de vergrendeling
los tussen de stoel en de rugleuning.
Wanneer de stoel naar voor is gekan-
teld, trekt u hem omhoog en neemt u
hem uit het voertuig.
12) Passagiersstoel
U kunt de passagiersstoel niet ver-
schuiven.
De passagiersstoel kan naar voren kan-
telen om uit het voertuig genomen
worden. Maak hiervoor de vergren-
deling los tussen de stoel en de rug-
leuning. Wanneer de stoel naar voren
is gekanteld, trekt u hem omhoog en
neemt u hem uit het voertuig.
13) Dop brandstoftank
De dop van de brandstoftank bevindt
zich aan de rechterkant van het voer-
tuig, achter de passagiersstoel.
tmo2011-001-052_a
1. Dop brandstoftank
Zie het hoofdstuk BRANDSTOF voor
informatie over het vullen van de
brandstoftank en de brandstofvereis-
ten.
14) Lier
XT-model
De lier kan worden ingeschakeld in het
voertuig, met de bedieningsschakelaar
op de console bovenaan of met de bij-
gevoegde afstandsbediening.
_______________
UITRUSTING
61