ONDERHOUDSPROCEDURES
BANDENSPANNING
MIN.
MAX.
(Te gebruiken bij
lading zwaarder
dan 180 kg).
OPMERKING: Hoewel
speciaal zijn ontworpen voor offroad-
toepassingen, kan een lekke band nog
steeds voorkomen. Daarom wordt
aangeraden een bandenpomp en een
reparatieset mee te nemen.
Inspectie banden
Controleer de banden op beschadigin-
gen en slijtage. Vervang ze indien no-
dig.
WAARSCHUWING
Roteer de banden niet. De banden
vooraan en achteraan hebben een
andere maat. De linker- en rechter-
banden hebben verschillende uni-
directionele profielen.
Vervanging banden
WAARSCHUWING
– Vervang de banden alleen door
banden van hetzelfde type en
formaat als de originele.
– Let erop dat u banden met een
unidirectioneel profiel in de juis-
te draairichting monteert.
OPMERKING: Banden moeten wor-
den geplaatst door een ervaren per-
soon, in overeenstemming met de
goede praktijken voor het plaatsen van
banden, met aanvaardbaar en speciaal
hiervoor ontworpen gereedschap.
______________
98
ACH-
VOOR-
TER-
AAN
AAN
69 kPa
83 kPa
83 kPa
152 kPa
de
banden
Ophanging
Smering voorophanging
Gebruik VET VOOR OPHANGINGEN
(STUKNR. 293 550 033) of een gelijk-
waardig product.
Smeer de voorste A-armen.
Er zitten drie smeerfittingen aan elke
A-arm, naar onderen gericht.
tmo2011-001-064_a
OPHANGING VOORAAN - TYPISCH
1. Smeerfittingen
Inspectie ophanging
Raadpleeg een erkende Can-Am dea-
ler als u een probleem vaststelt.
Schokdempers
Controleer de schokdemper op lekka-
ge, slijtage door bruuske bewegingen
en andere beschadigingen. Controleer
dat de bevestigingen nog goed vastzit-
ten.
A-armen vooraan
Controleer de A-armen op barsten,
krombuiging of andere schade.
Wieldraagarmen achteraan
Controleer de wieldraagarmen op ver-
vorming, barsten of krombuiging.