Download Print deze pagina

Advertenties

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor BRP can-am DS 450 2011

  • Pagina 2 De volgende handelsmerken zijn eigendom van Bombardier Recreational Products Inc.: Can-Am™ DS 450™ X™ mx Rotax ® ™ vmo2011-013 nl AP ®™ en het BRP-logo zijn handelsmerken van Bombardier Recreational Products Inc. of zijn dochtermaatschappijen. ©2010 Bombardier Recreational Products Inc. en BRP US Inc. Alle rechten voorbehouden.
  • Pagina 3 Gefeliciteerd met de aankoop van uw Veiligheidsaanwijzingen nieuwe Can-Am™ ATV. U geniet de Verklaring over de soorten veiligheids- BRP-garantie en kunt steeds een be- meldingen, hoe ze eruit zien en hoe ze roep doen op een netwerk van erkende in deze handleiding worden gebruikt: Can-Am ATV dealers voor onderdelen, service of gewenste accessoires.
  • Pagina 4 VOORWOORD De informatie in dit document is cor- rect op het moment van publicatie. BRP voert echter een beleid van con- tinue verbetering van zijn producten, zonder dat dit enige verbintenis in- houdt tot uitrusting van eerder ver- vaardigde producten met vernieuwde onderdelen.
  • Pagina 5 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ............... 1 Informeer u voor u vertrekt .
  • Pagina 6 INHOUDSOPGAVE BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING (vervolg) 6) Richtingaanwijzerschakelaar ..........62 7) Motorstopschakelaar .
  • Pagina 7 INHOUDSOPGAVE ONDERHOUDSSCHEMA ............91 ONDERHOUDSPROCEDURES .
  • Pagina 8 GARANTIE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP V.S. EN CANADA: 2011 CAN-AM ATV ................. 144 INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: 2011 CAN-AM ATV .
  • Pagina 9 VEILIGHEIDS- INFORMATIE _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
  • Pagina 10 Maak geen ongeautoriseerde aanpas- kunnen binnendringen. singen of gebruik geen onderdelen of accessoires die niet door BRP zijn goedgekeurd. Omdat zulke aanpas- singen niet door BRP zijn getest, kun- ________ ________...
  • Pagina 11 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN nen die een groter risico op ongevallen of letsel met zich meebrengen en het voertuig onwettelijk maken. Contacteer uw erkende Can-Am ATV dealer voor de accessoires die voor uw voertuig beschikbaar zijn. ________ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
  • Pagina 12 BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN DIT VOERTUIG IS GEEN SPEELGOED EN HET GEBRUIK ERVAN HOUDT GE- VAREN IN. – Dit voertuig besturen is heel anders dan rijden met andere voertuigen, zoals mo- torfietsen en auto's. – Een aanrijding of koprol is snel gebeurd als u de nodige voorzorgen niet neemt, zelfs tijdens routinemanoeuvres zoals keren, bergop of over hindernissen rijden.
  • Pagina 13 BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN – Volg om te draaien altijd de juiste procedures die u verder in deze Gebruikers- handleiding vindt. Oefen het draaien met lage snelheid voordat u het sneller probeert. Draai nooit met te hoge snelheid. – Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voertuig of voor uw rijvaardigheid.
  • Pagina 14 Gebruikershandleiding wordt beschreven. – Voer nooit onoordeelkundige wijzigingen aan uw voertuig uit, bijvoorbeeld verkeerde installatie of toepassing van accessoires. Gebruik alleen door BRP goedgekeurde accessoires. – Overschrijd nooit de aangegeven maximale lading van dit voertuig, inclusief be- stuurder en bijkomende accessoires.
  • Pagina 15 BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN VOOR MEER INFORMATIE OVER HET VEILIGE GEBRUIK VAN UW ATV kunt u contact opnemen met een erkende Can-Am ATV dealer, die u ook kan inlichten over praktijkopleidingen in uw buurt. Enkel VS en Canada: bel naar het Specialty Vehicle Institute of America (SVIA) op 1 800 887-2887 of in Canada naar de Canada Safety Council (CSC) op 1 613 739- 1535.
  • Pagina 16 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN De volgende waarschuwingen en de vorm waarin ze verschijnen zijn opgelegd door de Amerikaanse United States Consumer Product Safety Commission en moeten worden opgenomen in de Gebruikershandleiding van alle ATV's. OPMERKING: De volgende illustraties zijn slechts algemene voorstellingen. Uw model kan hiervan afwijken.
  • Pagina 17 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer deze leeftijdsaanbeveling niet wordt gerespecteerd, loopt de jon- ge bestuurder gevaar op ernstig letsel of zelfs de dood. Zelfs als een kind tot de leeftijdscategorie behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt het niet altijd over de nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsvermogen om veilig met dit voertuig te rijden.
  • Pagina 18 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Een passagier meenemen met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor wordt uw voertuig moeilijker bestuurbaar en raakt het sneller uit evenwicht. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagier gewond raken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit een passagier mee.
  • Pagina 19 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met dit voertuig op de openbare weg rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt botsen met een ander voertuig. Op een verharde weg verandert het rijgedrag van uw voertuig aanzienlijk, waardoor u de controle kunt verliezen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Als de wegcode in uw streek het gebruik van uw voertuig op de openbare weg toelaat, begeef u dan enkel voor korte afstanden op de weg en enkel...
  • Pagina 20 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder een goedgekeurde helm, oogbescherming en beschermende kledij te dragen. WAT KAN ER GEBEUREN De volgende punten gelden voor alle ATV-bestuurders: – Wanneer u rijdt zonder goedgekeurde helm neemt het risico op een ern- stig of zelfs dodelijk hoofdletsel bij een ongeval aanzienlijk toe.
  • Pagina 21 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig onder invloed van alcohol of drugs. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan uw beoordelingsvermogen ernstig aantasten. Uw reactiesnelheid kan afnemen. Uw evenwicht en perceptie kunnen eronder lijden. U kunt een ernstig of dodelijk ongeluk krijgen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Gebruik nooit alcohol of drugs voor of tijdens het rijden met dit voertuig.
  • Pagina 22 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Te snel rijden met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN De kans dat u de controle over uw voertuig verliest en een ongeluk heeft neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de zichtbaarheid, de rijom- standigheden en uw ervaring.
  • Pagina 23 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op twee wielen, springen en andere stunts. WAT KAN ER GEBEUREN Het risico dat u een ongeluk heeft, bijvoorbeeld kantelt, neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Haal nooit stunts uit, zoals op twee wielen rijden of springen. Probeer niet op te scheppen.
  • Pagina 24 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet inspecteren van het voertuig voor het rijden. Niet goed onderhouden van het voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor neemt het risico op ongevallen of beschadiging van de uitrusting toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Inspecteer uw voertuig voor elk gebruik, om te verzekeren dat het voertuig in goede staat verkeert.
  • Pagina 25 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met de handen los van het stuur of de voeten los van de voetsteunen. WAT KAN ER GEBEUREN Zelfs met één hand of voet los heeft u minder controle over het voertuig. U kunt het evenwicht verliezen en van het voertuig vallen. Als u een voet van de voetsteun haalt, kan uw voet of been de achterwielen raken, zodat u ver- wondingen oploopt of een ongeluk heeft.
  • Pagina 26 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Onvoldoende voorzichtig rijden op onbekend terrein. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt op verborgen rotsblokken, bulten of gaten stoten zonder voldoende tijd om te reageren. Uw voertuig kan kantelen of oncontroleerbaar worden. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd traag en wees extra voorzichtig wanneer u op onbekend terrein rijdt.
  • Pagina 27 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Onvoldoende voorzichtig rijden op zeer ruige, gladde of losse ondergrond. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan zijn grip verliezen en oncontroleerbaar worden. Dit kan lei- den tot een ongeluk, bijvoorbeeld kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit op te ruige, gladde of losse ondergrond, tot u de nodige vaardig- heid heeft verworven om uw voertuig onder controle te houden op dergelijk terrein.
  • Pagina 28 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd draaien. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan onbestuurbaar worden en een aanrijding veroorzaken of kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg om te draaien altijd de juiste procedures die u verder in deze Gebrui- kershandleiding vindt.
  • Pagina 29 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op zeer steile hellingen. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan sneller kantelen op zeer steile hellingen dan op vlakke on- dergrond of lichte hellingen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voertuig of voor uw rijvaardigheid.
  • Pagina 30 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg om bergop te rijden altijd de juiste procedures die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
  • Pagina 31 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergaf rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergaf te rijden, die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
  • Pagina 32 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd dwars op een helling rijden of keren op een helling. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Probeer nooit te keren op een heuvel, tot u de omkeertechniek op vlak terrein onder de knie heeft, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
  • Pagina 33 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een gepaste versnelling en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden. Als u niet meer vooruit komt: Houd uw gewicht aan de bergopzijde.
  • Pagina 34 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd over hindernissen rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of botsen. Het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer op hindernissen voordat u in een onbekend gebied gaat rijden. Probeer nooit over grote hindernissen, zoals grote rotsblokken of omgeval- len bomen, te rijden.
  • Pagina 35 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd slippen of schuiven. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle over uw voertuig verliezen. U kunt ook plots opnieuw grip krijgen, waardoor het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Oefen met lage snelheid op een vlak, effen terrein totdat u het slippende of schuivende voertuig veilig onder controle kunt houden.
  • Pagina 36 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met het voertuig door diep of snel stromend water rijden. WAT KAN ER GEBEUREN De banden kunnen gaan drijven, waardoor u uw grip en de controle verliest en een ongeval kunt veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat die- per is dan de specificaties verder in deze Gebruikershandleiding.
  • Pagina 37 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met ongeschikte banden, met een verkeerde of ongelijkmatige ban- denspanning. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u rijdt met ongeschikte banden of een verkeerde of ongelijkma- tige bandenspanning kunt u de controle over het voertuig verliezen, een klapband krijgen of kunnen de banden loskomen van de velgen.
  • Pagina 38 Alle onderdelen en accessoires die u aan dit voertuig toevoegt, moeten goedgekeurd zijn door BRP en worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen. Met al uw bijkomende vragen kunt u bij een erkende Can-Am ATV dealer terecht.
  • Pagina 39 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Overladen van dit voertuig of verkeerd dragen of slepen van lasten. WAT KAN ER GEBEUREN Het rijgedrag van het voertuig kan veranderen, wat tot ongelukken kan lei- den. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Overschrijd nooit de aangegeven maximale lading van dit voertuig, inclu- sief bestuurder, alle lasten en bijkomende accessoires.
  • Pagina 40 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Het transport van ontvlambare of gevaarlijke materialen kan tot ontploffin- gen leiden. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vervoer nooit ontvlambare of gevaarlijke materialen. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei-...
  • Pagina 41 RIJDEN MET UW VOERTUIG Om ten volle te kunnen genieten van een aangename en boeiende rit met uw voertuig MOET u enkele basisregels en tips in acht nemen. Sommige regels zullen nieuw zijn voor u, en sommige zijn vanzelfsprekend en berusten op gezond verstand.
  • Pagina 42 RIJDEN MET UW VOERTUIG Ga er nooit van uit dat het voertuig overal veilig zal geraken. Door onverwachte terreinveranderingen, zoals putten, laagtes, glooiingen, zachtere of hardere "grond" of andere onregelmatigheden kan het voertuig kantelen of onstabiel worden. Rijd traag en observeer altijd het terrein voor u om dit te voorkomen. Dreigt het voertuig toch te kantelen of om te kiepen, dan kunt u beter onmiddellijk afstappen...
  • Pagina 43 RIJDEN MET UW VOERTUIG – Kijk en voel of er onderdelen loszitten terwijl de motor niet draait. Controleer de bevestigingen. – Kijk of er geen personen of hindernissen op het traject zijn. – Controleer de werking van de contactschakelaar, motorstartknop, motorstop- schakelaar, koplampen, achterlicht en verklikkerlichtjes.
  • Pagina 44 RIJDEN MET UW VOERTUIG Vervoer van een passagier Dit voertuig is specifiek ontwikkeld voor het vervoer van één bestuurder. Dit voer- tuig is noch ontworpen noch bedoeld om een of meer passagiers te vervoeren. Wanneer u een passagier meeneemt, kan dit de stabiliteit en besturing van het voertuig negatief beïnvloeden.
  • Pagina 45 RIJDEN MET UW VOERTUIG van uit dat er toch geen andere gebruikers op het pad zijn. Houd altijd uiterst rechts op het pad en zigzag niet heen en weer. Zorg ervoor dat u kunt stoppen wanneer er voor u een andere weggebruiker opdaagt. Sluit u aan bij een plaatselijke ATV-club.
  • Pagina 46 RIJDEN MET UW VOERTUIG Ontwerpbeperkingen Hoewel dit voertuig bijzonder robuust is voor zijn klasse blijft het per definitie een licht voertuig dat enkel mag worden gebruikt voor de zaken waarvoor het is bedoeld. Extra gewicht aan enig deel van dit voertuig verandert de stabiliteit en de presta- ties.
  • Pagina 47 RIJDEN MET UW VOERTUIG Dat kan ook gebeuren als de neus van het voertuig door een hindernis op de grond te ver omhoog komt. Kies in een dergelijke situatie een andere route. Houd daarbij rekening met de risico's van dwars op een helling rijden. Het is ook raadzaam na te gaan hoe het terrein er aan de andere kant van de heuvel of glooiing uitziet.
  • Pagina 48 RIJDEN MET UW VOERTUIG voertuig doen schuiven over een rechte lijn. Nogmaals, voorzichtig snelheid ver- minderen en uzelf voldoende tijd en afstand laten in anticipatie op een manoeuvre, om zo de volledige controle over het voertuig te kunnen herwinnen voordat het voertuig ongecontroleerd wegdraait, is de beste aanpak.
  • Pagina 49 RIJDEN MET UW VOERTUIG Dit voertuig dient niet om te springen en is, net als u, niet in staat om de energie van een zware schok op te vangen. Als u op twee wielen probeert te rijden kan uw voertuig kantelen en op u terechtkomen. Deze beide stunts zijn erg gevaarlijk voor u en moeten tot elke prijs worden vermeden.
  • Pagina 50 RIJDEN MET UW VOERTUIG en op de oevers. Dit kan tot tractieverlies leiden. Rijd nooit met hoge snelheid in het water. Het water heeft een remmende werking en u kunt van het voertuig worden geslingerd. Water vermindert het remvermogen van uw voertuig. Laat de remmen altijd dro- gen door ze meermaals te activeren wanneer het voertuig weer op het droge is.
  • Pagina 51 RIJDEN MET UW VOERTUIG Wanneer u in duingebied gaat rijden, is het raadzaam uw voertuig uit te rusten met een hoog uitstekende vlag. Zo kunnen andere personen aan de andere kant van de zandduin beter zien waar u zich bevindt. Rijd voorzichtig wanneer u voor u nog een veiligheidsvlag bespeurt.
  • Pagina 52 RIJDEN MET UW VOERTUIG Wanneer u bergop of bergaf rijdt is het uiterst belangrijk om bedacht te zijn op gladde oppervlakken of terreinveranderingen en hindernissen en om de juiste lichaamshouding aan te nemen. Activeer de parkeerinrichting altijd wanneer u stilstaat of parkeert. Dit is vooral be- langrijk wanneer u op een helling parkeert.
  • Pagina 53 RIJDEN MET UW VOERTUIG Dwars op een helling rijden Dit is één van de gevaarlijkste manieren van rijden, omdat het evenwicht van het voertuig drastisch verandert. Vermijd dit zoveel mogelijk. Als het toch noodzake- lijk is, verplaats dan ALTIJD uw lichaamsgewicht naar de top van de helling toe en houd u klaar om er aan deze zijde af te springen mocht het voertuig beginnen kan- telen.
  • Pagina 54 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Loshangend Label Dit voertuig wordt geleverd met een loshangend label aan het stuur en labels die belangrijke veiligheidsinformatie bevatten. Elke persoon die met dit voertuig rijdt moet deze informatie gelezen en begrepen hebben voor zijn vertrek. vmo2009-007-100_en vmo2006-005-009_en _______...
  • Pagina 55 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Veiligheidslabels op het voertuig De volgende labels bevinden zich op uw voertuig en moeten als vaste on- derdelen van het voertuig worden be- schouwd. Als ze ontbreken of bescha- digd zijn, kunnen ze kosteloos worden vervangen.
  • Pagina 56 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT vmo2008-011-025_a LABEL 2 WA ARSCHUWING LABEL 3 vmo2009-003-007_aen LABEL 1 vmo2010-004-002_en LABEL 4 _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
  • Pagina 57 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT vmo2008-011-090 LABEL 8 Conformiteitslabels LABEL 5 WAARSCHUWING vmo2010-004-001_en BEVINDEN ZICH OP HET LINKERSTUK VAN HET CHASSIS vmo2009-005-007_en vmo2008-011-091 LABEL 6 BEVINDEN ZICH OP HET RECHTERSTUK VAN HET CHASSIS vmo2010-010-100_a LABEL 7 704902057 ________ _______ BEVINDEN ZICH OP HET LINKERSTUK VAN HET CHASSIS VEILIGHEIDSINFORMATIE...
  • Pagina 58 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Technische informatielabels vmo2008-011-024_b TYPISCH 1. Label aandrijfketting vmo2008-011-088_en ONDERHOUD VAN DE LUCHTFILTER HET ONDERHOUD MOET WORDEN UITGEVOERD ALS VOORGESCHREVEN IN DE GEBRUIKERSHANDLEIDING. DE LUCHTFILTER VERGT FREQUENTER ONDERHOUD IN ZWAARDERE (STOFFIGE) OMSTANDIGHEDEN. 707800373 BEVINDT ZICH OP HET DEKSEL VAN HET LUCHTFILTERHUIS Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING...
  • Pagina 59 VOERTUIG- INFORMATIE _____________...
  • Pagina 60 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING vmo2008-018-033_c vmo2011-013-001_a vmo2011-013-002_a ______________...
  • Pagina 61 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING vmo2008-018-032_b vmo2011-013-003_a _______________...
  • Pagina 62 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING 1) Gashendel 2) Voorremhendel De gashendel bevindt zich rechts aan De voorremhendel bevindt zich rechts het stuur. aan het stuur. Wanneer hij wordt ingedrukt verhoogt Druk deze hendel in om de voorrem- het motortoerental tot het juiste niveau men te activeren.
  • Pagina 63 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING 4) Parkeerrem De parkeerrem bevindt zich rechts aan het stuur. Als deze is vergrendeld kan het voer- tuig tijdelijk niet bewegen. Handig om de rem te vergrendelen, bijvoorbeeld in een scherpe bocht, tijdens het trans- port of wanneer u het voertuig niet gebruikt.
  • Pagina 64 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING vmo2008-018-014_b STAND AAN (ON) 1. Parkeerremhendel vmo2011-007-002_a 2. Trekken om de parkeerrem te activeren 1. Koplampschakelaar (dim- of grootlicht) Controleer of het voer- MERK OP tuig veilig ter plaatse blijft wanneer 6) Richtingaanwijzer- de parkeerrem is geactiveerd. schakelaar Om het mechanisme te ontgrende- Deze schakelaar schakelt de richting- len: Druk de parkeerrem terug op zijn...
  • Pagina 65 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING 7) Motorstopschakelaar 8) Claxonknop Deze schakelaar dient om de motor stil Deze knop dient om te claxonneren. te leggen en als noodstopknop. Om de motor stil te leggen laat u de gashendel helemaal los en zet de mo- torstopschakelaar in de STOP-stand.
  • Pagina 66 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING 10) Motorstartknop De knop dient om de motor te starten. Houd deze ingedrukt om de motor te starten. Laat hem onmiddellijk los na- dat de motor is gestart. Zie DE MOTOR STARTEN in het ge- deelte BEDIENINGSINSTRUCTIES vmr2007-050-002_m voor de volledige motorstartprocedu- 1.
  • Pagina 67 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING Toerentalmodus (TPM) In deze modus toont de display het mo- tortoerental (TPM). vmo2008-018-009 3. HOUD de keuzetoets 2 seconden lang ingedrukt. De displaymodus verandert dan in Speed (snelheid), RPM (TPM) of Combined (combina- vmo2008-018-009 tie). Combinatiemodus 4. Om een andere modus te selecte- ren, herhaalt u de stappen 2 en 3 tot In deze modus toont de display de u de gewenste modus bereikt.
  • Pagina 68 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING Om de waarde in een terugstelbare Verklikkerlichtjes modus terug te stellen, HOUDT u de keuzetoets 2 seconden lang ingedrukt. Odometer (ODO) De odometer registreert de totale af- gelegde afstand in mijl of kilometer. Tripmeter (trip) De tripmeter registreert de afgeleg- de afstand sinds de laatste reset.
  • Pagina 69 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING De schakelhendel staat in neu- traal. Verklikkerlichtje ON (aan) Motorstoring, raadpleeg hoofd- stuk OPLOSSEN VAN PROBLE- MEN of neem contact op met een erkende Can-Am ATV dealer. Verklikkerlichtje knippert: motor werkt in beveiligde modus vmo2008-011-027_a (terugkeermodus); neem contact STANDEN CONTACTSCHAKELAAR 1.
  • Pagina 70 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING 15) Gereedschapsset Verwijderen van de zitting De gereedschapsset bevindt zich in Trek de vergrendelknop achteruit, ter- het servicecompartiment onder de zit- wijl u de achterrand van de zitting voor- ting. zichtig oplicht. Licht de zitting verder op tot u de bevestigingen kunt losma- ken en verwijder de zitting dan hele- maal.
  • Pagina 71 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING De slotbeugels bevinden zich aan de WAARSCHUWING basis van de stuurkolom. Let erop dat de zitting stevig is ver- grendeld voordat u gaat rijden. 17) Achterrempedaal De rempedaal bevindt zich aan de rech- terkant van het voertuig, voor de voet- steun.
  • Pagina 72 BRANDSTOF Aanbevolen brandstof Tankprocedure Gebruik super loodvrije benzine van WAARSCHUWING de pomp of geoxygeneerde brandstof met maximaal 10 % ethanol of me- – Stop de motor altijd voor u thanol of beide. De gebruikte benzine tankt. Draai de dop langzaam moet het volgende aanbevolen mini- open.
  • Pagina 73 BRANDSTOF 5. Voeg langzaam brandstof toe zodat lucht uit de tank kan ontsnappen en vermijd dat brandstof terugvloeit. Let op dat u geen brandstof morst. 6. Stop met tanken zodra de brandstof de onderkant van de vulmond be- reikt. Nooit te veel bijvullen. 7.
  • Pagina 74 BEDIENINGSINSTRUCTIES Gebruik tijdens de inrijperiode Motor Het voertuig moet een inrijperiode van 10 bedrijfsuren doorlopen, alvorens u langdurig plankgas mag geven. Tijdens deze periode mag u maximaal 1/2 tot 3/4 gas geven. Even plankgas geven en uw snelheid variëren dragen echter bij tot een goed inrijresultaat.
  • Pagina 75 BEDIENINGSINSTRUCTIES De motor uitzetten WAARSCHUWING Gebruik altijd de koppelingshen- WAARSCHUWING del om op of terug te schakelen. Parkeer niet op een helling. Eén volledige slag van het pedaal scha- Laat de gashendel los en stop het voer- kelt de transmissie telkens één ver- tuig volledig.
  • Pagina 76 BEDIENINGSINSTRUCTIES Zet de motorstopschakelaar op OFF. Draai de contactsleutel naar OFF en verwijder de sleutel. vmo2008-011-004_b TYPISCH Schakel naar 1 versnelling. vmo2008-011-027_c WAARSCHUWING Gebruik de koppelingshendel al- Wat als het voertuig is tijd wanneer u schakelt. omgeslagen? Als uw voertuig ondersteboven of op zijn zijkant ligt, zet het dan terug op zijn wielen en wacht 3 à...
  • Pagina 77 BEDIENINGSINSTRUCTIES Wat als het voertuig onder water staat? Als het voertuig onder water komt moet u het zo snel mogelijk naar een erkend Can-Am ATV dealer brengen. START DE MOTOR NOOIT! ondergedompeld MERK OP voertuig kan ernstige schade oplo- pen als het niet op de juiste wijze wordt herstart.
  • Pagina 78 UW RIT AANPASSEN WAARSCHUWING ophanging, stuurhoek spoorbreedteafstelling zijn onder- ling gerelateerd en kunnen een weerslag hebben op de bestuur- baarheid. Neem steeds de tijd om gewoon te raken aan het rijgedrag van het voertuig nadat de ophan- ging, stuurhoek of spoorbreedte vmr2008-029-043_a zijn afgesteld.
  • Pagina 79 UW RIT AANPASSEN vmr2008-028-020_a vmr2008-029-033_b 1. Momentsleutel van 41 mm WIELZIJDE 2. Koevoet 1. Koppelstang 2. Borgmoer koppelstang (één per 4. Stel de spoorbreedte af door het koppelstang-uiteinde) gewenste aantal afstandsringen tussen de flens van de achteras en 6. Meet opnieuw nadat de borgmoe- de (binnenkant van de) wielnaaf te ren van de koppelstang zijn aange- plaatsen.
  • Pagina 80 UW RIT AANPASSEN Opstelling afstandsringen en spoorbreedte BINNEN- BUITEN- TOTALE KANT KANT SPOORBREED- NAAF NAAF 117 cm 119,5 cm 122 cm 124,5 cm vmo2009-005-001_a 1. Afstandsring aan de binnenkant 127 cm 2. Ongebruikte afstandsringen aan de buitenkant Naspoorafstelling WAARSCHUWING De naspoorhoek is de hoek tussen de Plaats altijd 4 afstandsringen aan verticale as en de scharnieras in lengte- beide kanten van de as.
  • Pagina 81 UW RIT AANPASSEN OPMERKING: De afstelling van na- OPMERKING: Verplaats altijd hetzelf- spoorhoek, wielvluchthoek en stuur- de aantal blokjes voor of achter de uitlijning (sporing) is onderling afhan- beide lagerhuizen van de wieldraag- kelijk. Pas de instellingen uitgaande armen. Plaats de blokjes elk van de van de fabrieksinstellingen één voor vier posities over de lagerhuizen van één aan.
  • Pagina 82 UW RIT AANPASSEN Richtlijn voor de naspoorafstelling BLOKPOSITIE SPOOR- HOEK 3° 4° 5° 6° vmo2009-010-001_a 7° 1. Wieldraagarm 2. Kogelscharnier 8° 3. Borgmoer 4. Bevestigingsmoer 9° 5. Montagebus 10° OPMERKING: De afstelling van na- spoorhoek, wielvluchthoek en stuur- uitlijning (sporing) is onderling afhan- Wielvluchtregeling kelijk.
  • Pagina 83 UW RIT AANPASSEN 6. Breng het kogelscharnier door de BLOKPOSITIE WIELVLUCHT- bus van de wieldraagarm aan. HOEK 7. Plaats de overige blokjes op de 11° draadtap van het kogelscharnier te- gen de bus. 12° 13° Monteer bevesti- MERK OP gingsmoer van het kogelscharnier 14°...
  • Pagina 84 UW RIT AANPASSEN WAARSCHUWING Stel de twee veren af op dezelf- de belasting. Een ongelijkmatige afregeling kan het voertuig moei- lijk controleerbaar en bestuurbaar en minder stabiel maken, waar- door het risico op ongelukken toe- neemt. Afregeling voorophanging vmo2008-011-056_a TYPISCH - AFREGELING VOORBELASTING A.
  • Pagina 85 UW RIT AANPASSEN Afregeling achterophanging Veervoorbelasting Afregelen als volgt. vmo2008-021-004_b TYPISCH 1. Compressieregelaar voor hoge snelheid (moersleutel van 17 mm) Door deze rechtsom te draaien (H) ver- meerdert u de schokdemping (stijver). Door deze linksom te draaien (S) ver- vmo2008-011-076_a mindert u de schokdemping (zachter).
  • Pagina 86 UW RIT AANPASSEN Compressiedemping bij lage Terugveerdemping snelheid Gebruik een platte schroevendraaier De regelaar bevindt zich onder het voor deze afregeling. rechterachterspatbord. Gebruik een platte schroevendraaier voor deze afregeling. vmo2009-010-002_b vmo2008-011-077_a 1. Regelaar compressie bij lage snelheid (platte 1. Regelaar terugvering (platte schroevendraaier) schroevendraaier) Door deze rechtsom te draaien (H) ver-...
  • Pagina 87 UW RIT AANPASSEN FABRIEKSINSTELLINGEN OPHANGING VOORAAN 325 mm Veervoorbelasting Compres- siedemping 12 klikken (lage snelheid) Compres- siedemping 1 -1/2 draai (hoge snelheid) Terugveerdemping 11 klikken Fabrieksinstellingen ophanging achteraan Raadpleeg RICHTLIJN VOOR HET AF- STELLEN VAN DE OPHANGING en AFREGELING ACHTEROPHANGING in dit hoofdstuk voor nadere informatie over de afstellingsprocedures.
  • Pagina 88 TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Bevestig dit voertuig voor het transport met geschikte bevestigingsmiddelen aan de aanhangwagen of pick-up. Ge- woon touw wordt niet aanbevolen. WAARSCHUWING Sleep dit voertuig nooit achter een wagen of een ander voertuig. Ge- bruik een aanhangwagen. Kantel dit voertuig nooit op zijn achter- kant om het te transporteren.
  • Pagina 89 TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Deze pagina is bewust leeg gelaten _______________...
  • Pagina 90 TRANSPORT VAN HET VOERTUIG ______________...
  • Pagina 91 ONDERHOUDS- INFORMATIE _____________...
  • Pagina 92 EERSTE SERVICEBEURTEN OP 5 UUR EN 10 UUR Vervanging van motorolie en filter na 5 uur De Can-Am DS 450 reeks is de meest geavanceerde sport-ATV. In het ontwerp werd gebruik gemaakt van de nieuwste technologie tot en met de synthetische meerlagige oliefilter en inrijolie.
  • Pagina 93 ONDERHOUDSSCHEMA Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functionerende staat te houden. De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een behoorlijk onderhoud. Het voertuig dient servicebeurten te ondergaan volgens het onderhoudsschema. Ook als u het onderhoudsschema volgt moet u steeds de inspectie voor het ver- trek uitvoeren.
  • Pagina 94 ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 10 U OF 400 KM EERSTE INSPECTIE 25 U OF 1.250 KM A: Afregelen C: Reinigen 50 U OF 2.500 KM I: Inspecteren 100 U OF 1 JAAR OF 5.000 KM L: Smeren R: Vervangen 200 U OF 2 JAAR OF 10.000 KM UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE...
  • Pagina 95 ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 10 U OF 400 KM EERSTE INSPECTIE 25 U OF 1.250 KM A: Afregelen C: Reinigen 50 U OF 2.500 KM I: Inspecteren 100 U OF 1 JAAR OF 5.000 KM L: Smeren R: Vervangen 200 U OF 2 JAAR OF 10.000 KM UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE...
  • Pagina 96 ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 10 U OF 400 KM EERSTE INSPECTIE 25 U OF 1.250 KM A: Afregelen C: Reinigen 50 U OF 2.500 KM I: Inspecteren 100 U OF 1 JAAR OF 5.000 KM L: Smeren R: Vervangen 200 U OF 2 JAAR OF 10.000 KM UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE...
  • Pagina 97 ONDERHOUDSPROCEDURES Dit hoofdstuk bevat aanwijzingen voor OPMERKING: Voer terwijl u het mo- de elementaire onderhoudsprocedu- toroliepeil controleert een visuele in- res. Als u over de nodige mechanische spectie uit op lekken aan de olietank en deskundigheid en de vereiste hulpmid- rond de motor.
  • Pagina 98 ONDERHOUDSPROCEDURES Voeg een beetje olie toe en controleer Olie aftappen het oliepeil opnieuw. Herhaal dit tot het oliepeil het boven- ste merkteken op de peilstok heeft bereikt. Nooit te veel bijvullen. Bevestig de peilstok correct. Aanbevolen olie OPMERKING: Dezelfde olie zorgt voor de smering van de motor en de transmissie.
  • Pagina 99 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-011-105_a 1. Olieaftapplug 2. Motoraftapplug vmo2008-011-066_a LINKERKANT VAN VOERTUIG Maak de plaats rond de olieaftapplug- 1. Bevestigingsbouten gen schoon. 2. Tankuitlaatkoppeling 3. Olietank Zet een opvangbak onder de olieaftap- plug. Werp de O-ring weg. Verwijder de aftapplug en laat alle olie Verwijder de oliezeef achter de tankuit- uit de tank lopen.
  • Pagina 100 ONDERHOUDSPROCEDURES Let op dat u de O-ring Verwijder de oliefilter en breng een MERK OP niet beschadigt bij het aanbrengen nieuwe aan. van de uitlaatkoppeling op de olie- OPMERKING: Controleer de O-ring en tank. Smeer de O-ring met wat olie vervang hem indien nodig.
  • Pagina 101 ONDERHOUDSPROCEDURES U kunt het toegangsdeksel als volgt Motorkoelvloeistof verwijderen. Motorkoelvloeistofpeil Verwijder de zitting. WAARSCHUWING Controleer het koelvloeistofpeil wanneer de motor koud is. Voeg nooit koelvloeistof bij in het koel- systeem terwijl de motor heet is. OPMERKING: Voer terwijl u het koel- vloeistofpeil controleert een visuele inspectie op lekken uit.
  • Pagina 102 ONDERHOUDSPROCEDURES Trek het deksel voorzichtig achteruit en verwijder het. vmo2008-011-107_a KOELMIDDELRESERVOIR 1. Peilmerktekens OPMERKING: Wanneer u het koel- vloeistofpeil controleert bij een tempe- vmo2008-011-033_b ratuur onder de 20°C kan het iets lager Verwijder de vuldop. liggen. Wanneer het voertuig op een vlak op- Voeg koelvloeistof toe indien nodig.
  • Pagina 103 ONDERHOUDSPROCEDURES Vul het koelsysteem met VOORGE- MENGD KOELMIDDEL VAN BRP (STUKNR. 219 700 362) of met ge- destilleerd water en een antivriesop- lossing (50% water, 50% antivries). Vervanging motorkoelvloeistof WAARSCHUWING Verwijder de dop van de koelvloei- stoftank niet en draai de motoraf-...
  • Pagina 104 ONDERHOUDSPROCEDURES Laat de motor stationair draaien met Bevestig de dop op de koelvloeistof- verwijderde koelvloeistoftankdop. Vul tank. Inspecteer alle aansluitingen op waar nodig langzaam extra koelvloei- lekkage. stof bij. Nooit te veel bijvullen. Monteer alle verwijderde onderdelen Wanneer het voertuig op een vlak op- zorgvuldig opnieuw.
  • Pagina 105 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-011-016_b 219700341 1. Klemmen LUCHTFILTERREINIGER (STUKNR. 219 700 2. Deksel luchtfilterhuis 341) Maak de klem los en verwijder de filter. 2. 3 minuten laten rusten. 3. Spoelen met gewoon water, zoals aangegeven op de verpakking van de luchtfilterreiniger (UNI). 4.
  • Pagina 106 ONDERHOUDSPROCEDURES Luchtfilterhuis Vonkafleider knalpot Inspectie luchtfilterhuis Reiniging vonkafleider knalpot Controleer regelmatig of er vloeistof of De vonkafleider van de knalpot moet verontreinigingen in de afvoerleiding regelmatig worden ontdaan van opge- van het luchtfilterhuis zitten. hoopte koolstof. Zie ONDERHOUDS- SCHEMA. Het hele uitlaatsysteem moet visueel worden geïnspecteerd op barsten, lek- ken of andere schade.
  • Pagina 107 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-011-070_a vmo2008-011-068_a TYPISCH 1. Vonkafleider 1. Radiator Verwijder alle koolstofafzettingen met Verwijder zoveel mogelijk verontreini- een borstel van de vonkafleider. gingen met de hand. Heeft u water ter OPMERKING: Gebruik zachte beschikking, probeer de radiatorvin- borstel en let op dat u de vonkafleider nen dan af te spoelen.
  • Pagina 108 ONDERHOUDSPROCEDURES Controleer of de onderdelen van de Schakelhendel achterrem in goede staan verkeren, dat het systeem naar behoren functio- Schakelhendelregeling neert en stel de parkeerrem daarna als Draai de inbusbout aan het uiteinde van volgt af: de schakelas los en verwijder de scha- kelhendel.
  • Pagina 109 ONDERHOUDSPROCEDURES 5. Draai aan de afstelschroef tot u een weerstand voelt. 6. Beweeg het voertuig krachtig naar voor en naar achter. De achterrem moet geblokkeerd zijn zodat de ach- teras niet kan draaien. Als de ach- teras draait, haal de afstelschroef dan telkens een draai verder aan tot vmo2010-012-005_a de rem blokkeert.
  • Pagina 110 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2010-012-004_a vmo2010-012-004_a TYPISCH TYPISCH 1. Kabelstelschroef 1. Kabelstelschroef Verwijder de toegangspluggen van het koppelingsdeksel. vmo2010-012-005_a TYPISCH — JUISTE AFREGELING KOPPELINGSHENDEL A. 10 mm tot 15 mm Afregeling koppelingsdeksel Wanneer de schroef aan MERK OP het koppelingsdeksel moet worden bijgeregeld, wijst dit op slijtage van vmo2010-012-001_a de koppelingsplaten.
  • Pagina 111 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-011-085_a 1. Schroevendraaier vmo2010-012-002_a 2. Afstelsleutel voor de koppeling 1. Koppelingskabel Draai de koppelingsstelschroef voor- 2. Ontkoppelingsnok zichtig in wijzerzin om het contactpunt A. 4 mm tot 5 mm met het ontkoppelingslager te zoeken. Plaats de AFSTELSLEUTEL VOOR Draai de schroef vervolgens 3/8 tot DE KOPPELING VAN 11 MM (STUK- 1/2 toer in tegenwijzerzin, weg van het NR.
  • Pagina 112 ONDERHOUDSPROCEDURES Gaskabel Smering gaskabel De gaskabel moet worden gesmeerd KABELSMEEROLIE (STUK- NR. 293 600 041) of een gelijkwaardig product. WAARSCHUWING Gebruik altijd een smeermiddel op siliconenbasis. Als u een an- vmo2010-012-003_a der smeermiddel gebruikt (bv. 1. Stelschroef een smeermiddel op waterbasis) A.
  • Pagina 113 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-011-108_a Verwijder het zijdeksel van het gas- klephuis. TYPISCH Steek de naald van de spuitbus in het kabelsmeergat. WAARSCHUWING Draag altijd oogbescherming en vmo2008-011-101_a handschoenen om een kabel te LINKERKANT VAN DE MOTOR smeren. 1. Verwijder de schroef 2. Deksel 3.
  • Pagina 114 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-011-102_a vmo2008-011-073_a 1. Controleer hier op smeermiddel 1. Borgmoer 2. Afstelschroef Installeer de kabel opnieuw. OPMERKING: Meet de speling aan Spuit een beetje smeermiddel op het het uiteinde van de gashendel. gashendelmechanisme en sluit de be- Span de borgmoer aan en bevestig de huizing.
  • Pagina 115 ONDERHOUDSPROCEDURES vreten en om de warmteoverdracht tussen bougies en cilinderkop te be- vorderen. Schroef de bougies in de cilinderkop met de hand of met een passende mo- mentsleutel. Draai bougies 19 N•m ± 1 N•m. vmo2008-011-082_a Accu LOCATIE KABELS Reinig de bougies en cilinderkop met LET OP Laad nooit een accu perslucht, indien mogelijk.
  • Pagina 116 ONDERHOUDSPROCEDURES Accu reinigen Reinig de accupool en kabeluiteinden met een stalen borstel. Accu installeren Installeer de accu terug in het voertuig. Bevestig de accuhouder. LET OP Sluit eerst de RODE (+) kabel aan en dan de ZWARTE (–). Sluit altijd eerst de RODE (+) kabel aan.
  • Pagina 117 ONDERHOUDSPROCEDURES Lichten Koplampafstelling Stel de hoogte van de lichten als volgt 1. Maak de bouten los zonder ze te verwijderen, als weergegeven op de volgende illustratie. vmo2008-011-081_a OMSCHRIJVING VAN DE ZEKERINGEN 1. Hoofdzekering (20 A) 2. Richtingaanwijzer (5 A) 3. Opladen (20 A) Zekeringen links van de motor mmr2009-005-001_a vmo2008-011-037_a...
  • Pagina 118 ONDERHOUDSPROCEDURES Koplampen vervangen Raak het glas van een MERK OP halogeenlamp nooit met de blote vingers aan, want dan gaat deze minder lang mee. Als het glas toch wordt aangeraakt, reinig het dan met isopropanol, dat op de lamp geen laagje achterlaat. OPMERKING: Op de volgende illus- traties werd de koplampbehuizing van het voertuig verwijderd om een duide-...
  • Pagina 119 ONDERHOUDSPROCEDURES Verklikkerlichtjes Lampjes verklikkerlichtjes vervangen Verwijder de dop van de brandstoftank. Verwijder de console. vmo2008-018-027_a 1. Standlichtfitting 2. Koplampbehuizing 3. Trek de lamp uit de fitting. 4. Plaats de nieuwe lamp door ze in de fitting te duwen. 5. Steek de standlichtfitting terug in de vmo2008-011-050_a koplampbehuizing door ze in de ope- 1.
  • Pagina 120 ONDERHOUDSPROCEDURES Draai de borgbouten van de achteras Aandrijfketting los. WAARSCHUWING Draai de contactsleutel altijd in de stand OFF , alvorens de aandrijfket- ting te inspecteren, af te regelen of te smeren. Inspectie aandrijfketting Het voertuig is uitgerust met levens- duurgesmeerde kettingbouten en -rol- len, afgedicht met een O-ring.
  • Pagina 121 ONDERHOUDSPROCEDURES Vervang de ketting en MERK OP SPELING REGELMETHODE kettingwielen samen om snelle slij- KETTING tage van ketting en kettingwielen Om de speling te te vermijden. Plaats telkens een 22 mm halfweg tussen verkleinen: DUW de kettingwielen nieuwe borgring als u het motor- voertuig vooruit kettingwiel verwijdert.
  • Pagina 122 ONDERHOUDSPROCEDURES Toestand van de banden/wielen Controleer de banden op beschadi- gingen en slijtage. Vervang ze indien nodig. Wissel de banden niet om. De banden vooraan en achteraan hebben een andere maat. WAARSCHUWING Let er bij de vervanging van de banden op dat u nooit een diago- naalband combineert met een ra- diaalband.
  • Pagina 123 ONDERHOUDSPROCEDURES Gebruik (waar toepas- Wieldraagarmen, draaiarmen en MERK OP selijk) altijd de aanbevolen wielmoe- stangen inspecteren ren en -ringen. Het gebruik van een Controleer deze onderdelen op be- andere moer en ring kan schade aan schadigingen (barsten, deuken, over- de velg veroorzaken. matige speling of putcorrosie).
  • Pagina 124 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-011-010_a TYPISCH vmr2008-031-027_a 1. Voorrem-vloeistofreservoir GASREGELAAR Controleer het remvloeistofpeil door 1. Smeerfittingen het kijkglas in het reservoirdeksel. Een DONKERE kleur wijst op een goed vloeistofpeil. Een LICHTE kleur wijst op een laag vloeistofpeil. vmo2009-005-008_a DRAAIARM 1. Smeerfitting Remmen Remvloeistofpeil vmo2008-011-062_a OPMERKING: Een laag peil kan wij- zen op lekkage of versleten remblok-...
  • Pagina 125 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2009-005-009 JUISTE PLAATS vmo2008-011-013_a DIT BEVINDT ZICH NAAST HET RECHTERACHTERSPATBORD 1. Achterrem-vloeistofreservoir Dit moet boven het MIN. merkteken liggen. vmo2009-005-010_a FOUTE PLAATS Aanbevolen remvloeistof Gebruik altijd remvloeistof die voldoet aan de specificatie DOT 4. Om ernstige schade aan MERK OP het remsysteem te voorkomen, mag u geen andere vloeistoffen dan de aanbevolen...
  • Pagina 126 ONDERHOUDSPROCEDURES – Sponsachtig aanvoelen van de rem- Chassis – Reinheid van de remmen Chassis inspecteren – Overmatige slijtage van de rem- Controleer het chassis op barsten of schijven en staat van het schijfop- andere beschadigingen. Laat vervan- pervlak gingen of reparaties uitvoeren door een erkende Can-Am ATV dealer.
  • Pagina 127 VERZORGING VAN HET VOERTUIG Onderhoud na gebruik Als u uw voertuig in een zoutwaterom- geving heeft gebruikt moet u het af- spoelen met zoet water om het voer- tuig en al zijn onderdelen in goede staat te houden. We raden u met aandrang aan metalen onderdelen te smeren.
  • Pagina 128 BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN WAARSCHUWING Laat een erkende Can-Am ATV dealer nakijken of het brandstof- systeem intact is volgens het ON- DERHOUDSSCHEMA. Als u het voertuig langer dan vier maan- den niet gebruikt, is een correcte op- slag noodzakelijk. Uw erkende Can-Am ATV dealer kan u hier meer over vertellen.
  • Pagina 129 BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
  • Pagina 130 BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN ______________...
  • Pagina 131 TECHNISCHE INFORMATIE _____________...
  • Pagina 132 Elke erkende Can-Am ATV dealer heeft deze num- mers nodig om reparaties onder ga- rantie uit te voeren. Er wordt geen garantie geboden door BRP als het mo- toridentificatienummer (E.I.N.) of het voertuigidentificatienummer (V.I.N.) vmo2009-023-002_b...
  • Pagina 133 Compressieverhouding 11,8:1 Droog carter (smering van motor Type en transmissie tegelijk) Smering Oliefilter Synthetische meerlagige oliefilter Decompressor Automatisch Uitlaatsysteem BRP, roestvrij staal Luchtfilter 2-traps schuimfilter TRANSMISSIE Koppeling Natte meerschijvenkoppeling Geïntegreerde transmissie, 5 Transmissie versnellingen, constant mesh KOELING Vloeistofkoeling met geïntegreerde...
  • Pagina 134 SPECIFICATIES MODEL DS 450™ X™ MX ELEKTRISCH SYSTEEM Merk Denso Magneetgenerator Type 250 W @ 6.000 TPM Ontstekingstype IDI (Inductive Digital Ignition) Timing van de ontsteking Niet regelbaar Motorbegrenzer 10.200 TPM WARMTEGELEI- NGK (breng DENDE PASTA P12 (STUK- Merk NR. 420 897 186) aan op de Bougie bougieschroefdraad)
  • Pagina 135 SPECIFICATIES MODEL DS 450™ X™ MX OPHANGING Onafhankelijke ophanging - Type dubbele A-arm Vooraan Schokdempers HPG (volledig instelbaar) Veerweg 271,8 mm Type Stijve draaiarm Achteraan Schokdempers HPG (volledig instelbaar) Veerweg 282 mm BANDEN Vooraan 48 kPa maximum Druk (tot 100 kg) 34,5 kPa minimum Achteraan Vooraan...
  • Pagina 136 Can-Am ATV's met natte koppeling. Ethyleenglycol/watermengsel (50% koelvloeistof, 50% gedestilleerd water). Gebruik voorgemengde Koelvloeistof koelvloeistof van BRP of een speciale koelvloeistof voor aluminiummotoren. Type Loodvrije super-benzine In Noord-Amerika: Brandstof Octaangetal...
  • Pagina 137 SPECIFICATIES MODEL DS 450™ X™ MX INHOUD 11,5 L inclusief een reserve van Brandstoftank ongeveer 2,5 L Motorolie 1,8 L Koelvloeistof 1,8 L Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen.
  • Pagina 138 SPECIFICATIES Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
  • Pagina 139 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN _____________...
  • Pagina 140 RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR DRAAIT NIET 1. Contactschakelaar staat op OFF (uit). – Zet de schakelaar op ON (aan). 2. Motorstopschakelaar staat op OFF . – Zet de schakelaar op ON. 3. Transmissie staat niet in NEUTRAAL. –...
  • Pagina 141 RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR WENTELT MAAR START NIET (vervolg) 4. Bougie/ontsteking (geen vonk). – Controleer de toestand van de ontstekingszekering. – Verwijder de bougies en verbind de bougiekapjes opnieuw. – Controleer of de contactschakelaar en de motorstopschakelaar op ON staan. –...
  • Pagina 142 RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTORTERUGSLAG 1. Defecte bougies (koolstofophoping). – Zie MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN. 2. Uitlaatsysteem lekt. – Neem contact op met een erkende Can-Am ATV dealer. 3. Motor loopt te heet. – Zie MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN. MOTOR WEIGERT 1.
  • Pagina 143 RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN TRANSMISSIE SCHAKELT NIET VLOT (vervolg) 3. Verkeerd type olie. – Tap de olie uit de motor af en gebruik alleen de aanbevolen olie. 4. Transmissie. – Raadpleeg een erkende Can-Am ATV dealer. CONTROLEER OF HET MOTORVERKLIKKERLICHTJE BLIJFT BRANDEN 1.
  • Pagina 144 MELDINGEN OP DE DISPLAY VAN DE MULTIFUNCTIONELE METER MELDING BESCHRIJVING LO BATT Accuspanning te laag. Controleer de accuspanning en het (accuspanning te laag) oplaadsysteem. HI BATT Accuspanning te hoog. Controleer de accuspanning en het (accuspanning te hoog) oplaadsysteem. HI TEMP De motor oververhit, zie OVERVERHITTING VAN DE MO- (temperatuur te TOR in OPLOSSEN VAN PROBLEMEN.
  • Pagina 145 GARANTIE _____________...
  • Pagina 146 Alle originele Can-Am ATV-onderdelen en -accessoires die worden geïnstalleerd door een erkende BRP dealer op het ogenblik van de levering van de Can-Am ATV bouwjaar 2011, genieten dezelfde garantie als die voor de Can-Am ATV.
  • Pagina 147 – Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende Can-Am ATV dealer met ser- viceautorisatie is;...
  • Pagina 148 BRP. 7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich, naar eigen inzicht, tot de reparatie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en ser-...
  • Pagina 149 Indien een product tijdens de garantieperiode van eigenaar verandert, wordt deze garantie mee overgedragen en blijft ze geldig voor de resterende dekkingsperiode, op voorwaarde dat BRP op de hoogte wordt gebracht van deze verandering van ei- genaar op de volgende manier: 1.
  • Pagina 150 In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garan- tie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
  • Pagina 151 Bombardier Recreational Products Inc. (“BRP”)* geeft een garantie op zijn Can-Am ATV bouwjaar 2011 die wordt verkocht door Can-Am ATV distributeurs of dealers die door BRP gemachtigd zijn om Can-Am ATV's te verdelen ("Can-Am ATV distributeur/dealer") buiten de vijftig staten van de Verenigde Staten, Canada en lidstaten van de EER (dit is de "Europese Economische Ruimte", nl.
  • Pagina 152 – Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige reparaties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onderdelen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende Can-Am ATV distri- buteur/dealer met serviceautorisatie is;...
  • Pagina 153 – Zoals beschreven in de Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineon- derhoud tijdig worden uitgevoerd, om aanspraak te kunnen maken op garantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
  • Pagina 154 9) BIJSTAND VOOR DE KLANT 1. In geval van discussie of geschil betreffende deze beperkte garantie, raadt BRP u aan met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan de kwestie te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder.
  • Pagina 155 Finland Tel.: +358 16 3208 111 Neem voor alle andere landen contact op met uw plaatselijke Can-Am ATV distributeur/dealer (bezoek voor contactgegevens onze website op www.brp.com) of neem contact op met ons Noord-Amerikaanse kantoor: BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC. Customer Assistance Center 75 J.-A.
  • Pagina 156 Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de ga- rantievoorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
  • Pagina 157 – Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige reparaties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onderdelen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende Can-Am ATV distri- buteur/dealer met serviceautorisatie is;...
  • Pagina 158 – Zoals beschreven in de Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineon- derhoud tijdig worden uitgevoerd, om aanspraak te kunnen maken op garantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
  • Pagina 159 BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geproduceerde producten aan te passen.
  • Pagina 160 Tel.: +358 16 3208 111 Neem voor alle andere landen contact op met uw plaatselijke Can-Am ATV distributeur/dealer (bezoek voor contactgegevens onze website op www.brp.com) of neem contact op met ons Noord-Amerikaanse kantoor: BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC. Customer Assistance Center 75 J.-A.
  • Pagina 161 BIJKOMENDE VOORWAARDEN UITSLUITEND VOOR FRANKRIJK De volgende voorwaarden gelden uitsluitend voor producten die in Frankrijk zijn verkocht: De verkoper levert goederen die in overeenstemming zijn met het contract en is verantwoordelijk voor defecten die aanwezig zijn bij de levering. De verkoper is tevens verantwoordelijk voor defecten die voortvloeien uit de verpakking, de assemblage-instructies of de installatie wanneer deze verantwoordelijkheid contractueel de zijne is of deze taken onder zijn verantwoordelijkheid werden...
  • Pagina 162 ______________...
  • Pagina 163 KLANTEN- INFORMATIE _____________...
  • Pagina 164 BESCHERMING VAN DE PRIVACY Bij deze deelt BRP u mee dat uw contactgegevens zullen worden gebruikt voor vei- ligheids- en garantiegebonden doeleinden. Bovendien kunnen BRP en zijn doch- termaatschappijen hun klantenlijsten gebruiken om marketing en promotionele in- formatie over BRP en gerelateerde producten te verdelen.
  • Pagina 165 Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afgelo- pen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er ATV's zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen. BRP op de hoogte brengen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar.
  • Pagina 166 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
  • Pagina 167 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR ______________...
  • Pagina 168 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR ______________...
  • Pagina 169 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR NOTITIES ______________...
  • Pagina 170 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR NOTITIES ______________...
  • Pagina 171 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR NOTITIES ______________...
  • Pagina 172 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR NOTITIES ______________...
  • Pagina 173 Informeer bij de dealer waar u uw voertuig kocht of uw voertuig werd gere- gistreerd bij BRP. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Can-am x mx 2011