Pagina 3
ERNSTIG LETSEL of de DOOD. De informatie in dit document is cor- rect op het moment van publicatie. BRP voert echter een beleid van con- Veiligheidsaanwijzingen tinue verbetering van zijn producten, Verklaring over de soorten veiligheids-...
Pagina 4
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ............... 1 Informeer u voor u vertrekt .
Pagina 6
INHOUDSOPGAVE INRIJPERIODE ..............69 Gebruik tijdens de inrijperiode .
Pagina 7
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ....112 MELDINGEN OP HET MULTIFUNCTIONELE INSTRUMENTENBORD ..115 GARANTIE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP V.S. EN CANADA: 2011 CAN-AM ® SSV 118 INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: 2011 CAN-AM ®...
Pagina 9
VEILIGHEIDS- INFORMATIE _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 10
Maak geen ongeautoriseerde aanpas- plekken buitenshuis waar de uit- singen of gebruik geen onderdelen laatgassen langs openingen, zoals of accessoires die niet door BRP zijn vensters en deuren, een gebouw goedgekeurd. Omdat zulke aanpas- kunnen binnendringen. singen niet door BRP zijn getest, kan...
Pagina 11
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Contacteer uw erkende Can-Am dealer voor de accessoires die voor uw voer- tuig beschikbaar zijn. ________ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 12
VEILIG GEBRUIK - VERANTWOORDELIJKHEDEN Dit is een voertuig voor offroad-ge- Bestuurder - Weet wat bruik met een groot vermogen. Be- u doet en neem uw stuurders moeten verantwoordelijk en verantwoordelijkheid voorzichtig zijn om kantelen, omrollen, botsingen en andere ongevallen te ver- mijden.
Pagina 13
VEILIG GEBRUIK - VERANTWOORDELIJKHEDEN aannemen: met de rug tegen de rug- – Probeer nooit te slippen of te schui- steun en de gordel vastgemaakt, met ven met het voertuig. Als het voer- beide handen op de handgrepen en de tuig begint te slippen of te schuiven, voeten stevig geplaatst - rechtervoet stuurt u in de tegengestelde rich- op de voetsteun en linkervoet op de...
Pagina 14
VEILIG GEBRUIK - VERANTWOORDELIJKHEDEN – Rijd nooit op te ruige, gladde of los- – Zorg er steeds voor dat u het voer- se ondergrond, tot u de nodige vaar- tuig correct parkeert op het vlakste digheden heeft verworven om uw stuk van het terrein.
Pagina 15
INSPECTIE VOOR HET VERTREK Inspecteer uw voertuig altijd en kijk na of het in goede staat verkeert voordat u gaat rijden. Volg altijd het juiste onderhoudsschema dat u in deze Gebruikers- handleiding vindt. WAARSCHUWING Voer voor ieder vertrek een inspectie uit om potentiële problemen on- derweg voor te zijn.
Pagina 16
INSPECTIE VOOR HET VERTREK TE INSPECTEREN TE INSPECTEREN ITEMS Controleer of de laadbak goed vergrendeld is. Laadbak achteraan Controleer of beide achterkleppen goed vergrendeld zijn. Kijk onder het voertuig of er vuil of stof op de carrosserie of ophanging Carrosserie en ophanging ligt en maak ze goed schoon.
Pagina 17
INSPECTIE VOOR HET VERTREK TE INSPECTEREN TE INSPECTEREN ITEMS Schakelhendel Controleer de werking van de schakelhendel (P, R, N, H en L). Keuzeschakelaar Controleer de werking van de 2WD/4WD-keuzeschakelaar. 2WD/4WD Rijd langzaam zowat een meter vooruit en test de remmen. Het rempedaal moet weerstand bieden wanneer het wordt ingedrukt.
Pagina 18
VOORBEREIDEN OP RIJDEN Kijk naar de weersomstandigheden Voor u vertrekt om te beslissen welke kledij u aan- Voer de inspectie voor het vertrek uit trekt. Voor een maximaal comfort en om te bevestigen dat uw voertuig vei- om 's winters bevriezing te voorko- lig werkt.
Pagina 19
VOORBEREIDEN OP RIJDEN 's Winters dient u steeds een muts of isolatie, die het gebruik van duimen en een bivakmuts en een gezichtsmasker vingers toelaten om de besturingsele- te dragen. menten te bedienen. Gebruik getinte gezichtsmaskers of Jassen, broeken en rijpakken brilglazen enkel overdag;...
Pagina 20
VOORBEREIDEN OP RIJDEN scherming zoals oordopjes kan ge- hoorverlies tegen gaan. Raadpleeg de lokale wetgeving voor u gehoorbe- scherming gebruikt. _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 21
ONGEVALLEN VERMIJDEN – Probeer nooit op twee wielen te Kantelen en omrollen rijden, te schuiven, te slippen, te vermijden springen of andere stunts uit te voe- Side-by-sides besturen is heel an- ren. Als het voertuig begint te slip- ders dan rijden met andere voertui- pen of te schuiven, stuurt u in de gen.
Pagina 22
ONGEVALLEN VERMIJDEN – Vermijd hellingen en ruig terrein. – Voorzie meer afstand om te stop- pen. Wees voorbereid op kantelen – Maak het zijnet en de veiligheidsgor- del vast om te verhinderen dat u uw armen of benen uitsteekt. – Grijp de kooi nooit vast tijdens het rijden.
Pagina 23
RIJDEN MET UW VOERTUIG Praktijkoefeningen Oefeningen U-bochten Voor u een ritje maakt, is het erg be- Oefen het maken van U-bochten langrijk dat u vertrouwd wordt met – Versnel geleidelijk aan en blijf traag het besturen van uw voertuig door te rijden, draai het stuur lichtjes naar oefenen in een gecontroleerde omge- rechts tot u de U-bocht heeft ge-...
Pagina 24
RIJDEN MET UW VOERTUIG – Leer hoe het voertuig reageert in Algemene rijtechnieken achteruit en wanneer u aan het stuur draait. Algemene tips voor rijden – Voer deze oefening achteruit rijden Zorgvuldigheid, voorzichtigheid, er- steeds uit aan lage snelheden. varing en rijvaardigheid zijn de beste –...
Pagina 25
RIJDEN MET UW VOERTUIG Achteruit rijden Ondiep water doorkruisen Controleer bij het achteruit rijden of er Water kan groot gevaar inhouden. In geen mensen of hindernissen achter te diep water kan het voertuig gaan drij- het voertuig staan. Wees aandach- ven en kantelen.
Pagina 26
RIJDEN MET UW VOERTUIG ven. Vermijd bruusk remmen. Dat kan derdelen van het besturingssysteem, het voertuig doen schuiven over een aandrijflijnen, bedieningselementen, rechte lijn. Nogmaals, voorzichtig snel- radiatorventilator enz.) te verwijderen. heid verminderen en uzelf voldoende Natte sneeuw zal immers aanvriezen tijd en afstand laten in anticipatie op tot ijs zodra de motor is afgezet en zal een manoeuvre, om zo de volledige...
Pagina 27
RIJDEN MET UW VOERTUIG mogelijk. Houd er rekening mee dat regeld voor dat de top van een heuvel sommige hindernissen te groot of ge- is geërodeerd tot een steile, scherpe vaarlijk zijn om over te rijden en beter piek. Dit voertuig is niet ontworpen ontweken worden.
Pagina 28
RIJDEN MET UW VOERTUIG Informeer voor uw vertrek iemand Steile dalingen over uw geplande bestemming en het Dit voertuig is niet ontworpen voor tijdstip waarop u vermoedelijk terug- steile dalingen. Het zal gewoonlijk tot keert. stilstand komen wanneer de voor- of achterwielen over een steile helling Neem, afhankelijk van de afstand die rijden.
Pagina 29
RIJDEN MET UW VOERTUIG Vervuil ten slotte geen waterlopen, meren of rivieren, voer geen aanpas- singen aan de motor of het uitlaatsys- teem uit en verwijder geen onderde- len. Dit kan de emissies van het voer- tuig beïnvloeden. ________ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 30
LADINGEN VERVOEREN EN WERK UITVOEREN Werken met uw voertuig Uw voertuig kan u helpen bij een aantal uiteenlopende LICHTE taken, gaande van sneeuw ruimen tot hout slepen of een last vervoeren. Hiervoor is een waaier van accessoires te verkrijgen bij uw erkende Can-Am dealer. Om verwondingen te voorkomen moet u de instructies en waarschuwingen die bij het accessoire zitten volgen.
Pagina 31
LADINGEN VERVOEREN EN WERK UITVOEREN Plaats de lading zo laag mogelijk. Een hogere lading kan het zwaartepunt van het voertuig omhoog brengen, wat het minder stabiel kan maken. Plaats de lading vooraan in het midden van de laadbak en verdeel ze zo gelijkmatig mogelijk. Maak de lading vast met de bevestigingshaken in de laadbak.
Pagina 32
LADINGEN VERVOEREN EN WERK UITVOEREN Rijden in geladen toestand WAARSCHUWING Matig uw snelheid en draai geleidelijk – Zorg ervoor dat uzelf en andere aan wanneer u ladingen vervoert. Ver- personen weg van de laadbak mijd hellingen en ruig terrein. Voorzie en de plaats waar deze op het een langere remafstand.
Pagina 33
LADINGEN VERVOEREN EN WERK UITVOEREN Een onjuiste belading van een aan- Een lading vervoeren handwagen kan leiden tot verlies van Trek nooit een lading door deze aan controle over het voertuig. Respec- de kooi te bevestigen, hierdoor kan teer de aanbevolen maximum trek- het voertuig kantelen.
Pagina 34
LADINGEN VERVOEREN EN WERK UITVOEREN MAXIMUM TREKCAPACITEIT TOEGELATEN TOEGELATEN SOORT BEVESTIGING LADING OPMERKING DISSELGEWICHT AANHANGWAGEN 50,8 mm x 50,8 mm Omvat aanhangwagen en la- 270 kg 27 kg aanhaakbevestiging bal ding aanhangwagen. Zorg ervoor dat u de aanhang- wagen correct laadt, zodat het 38 mm x 38 mm disselgewicht steeds op de aanhaakbevestiging bal...
Pagina 35
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Veiligheidslabels Lees alle veiligheidslabels op uw voertuig aandachtig door. De volgende labels bevinden zich op uw voertuig en moeten als vaste onderdelen van het voertuig worden beschouwd. Als ze ontbreken of beschadigd zijn, kunnen ze kosteloos worden vervangen. Raadpleeg een erkende Can-Am dealer. OPMERKING: De volgende illustraties in deze Gebruikershandleiding geven slechts een algemeen beeld.
Pagina 36
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT tmo2011-002-556_a Label 1 704902423 _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 37
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 2 Label 4 704902338B 704902420C Label 3 704902347B ________ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 38
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 5 704902414C Label 6 Label 7 704902415D 704902413C _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 39
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 8 Label 10 704902424B Label 11 704902436B Label 9 704902345C 704902332B Label 12 704902425 ________ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 40
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 13 Label 14 704902350B 704902491 Label 15 704902343C _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 41
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 16 704902422C Label 17 704902434B Label 18 vmo2010-010-100_a ________ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 42
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Conformiteitslabels Deze labels geven weer of het voertuig conform is. tmo2011-001-517_a 1. Conformiteitslabels onder het handschoenvak 704902401 _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 44
PRIMAIRE BESTURINGSELEMENTEN Het is belangrijk te weten waar de besturingselementen zich bevinden en hoe u ze moet bedienen, om ze vlot en gecoördineerd te leren bedienen. tmo2011-002-058 _a PRIMAIRE BESTURINGSELEMENTEN ______________...
Pagina 45
PRIMAIRE BESTURINGSELEMENTEN 1) Stuur Het stuur bevindt zich voor de bestuur- dersstoel. Met het stuur kunt u het voertuig naar links of naar rechts sturen. Draai het stuur in de richting waarnaar u wilt rijden. tmo2011-001-001_a 1. Rempedaal 2. Gaspedaal Om de snelheid van uw voertuig te ver- hogen of te behouden, drukt u met uw rechtervoet op het gaspedaal.
Pagina 46
PRIMAIRE BESTURINGSELEMENTEN Om de snelheid van uw voertuig te ver- WAARSCHUWING lagen of het te stoppen, drukt u met uw Gebruik de PARKEERstand (P) al- rechtervoet op het rempedaal. tijd wanneer het voertuig niet in In het rempedaal zit een veer, waar- gebruik is.
Pagina 47
PRIMAIRE BESTURINGSELEMENTEN Neutraal In de neutrale stand kunt u de versnel- lingen niet gebruiken. Hoog toerental (vooruit) Deze stand selecteert het hoge toe- rental van de versnellingsbak. Dit is het toerentalbereik voor normaal rij- den. In deze stand kan het voertuig zijn maximumsnelheid bereiken.
Pagina 48
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN tmo2011-002-061_a SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN 1) Contactschakelaar en -sleutels Contactschakelaar De contactschakelaar bevindt zich bo- venaan op de console. tmo2011-001-036_a STANDEN CONTACTSCHAKELAAR 1. OFF (uit) 2. ON (aan) met licht 3. ON (aan) OFF (uit) tmo2011-002-052_a Alleen in deze positie kan de sleutel TYPISCH worden ingevoerd of verwijderd.
Pagina 49
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN ON (aan) met licht WAARSCHUWING Wanneer de sleutel in deze stand Op steile afdalingen is het moge- wordt gedraaid, wordt het elektrische lijk dat de snelheidsbeperking niet systeem van het voertuig ingescha- verhindert dat het voertuig sneller keld. dan deze snelheid gaat rijden.
Pagina 50
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN OPMERKING: Als de contactschake- Trek de multifunctionele hendel naar laar langer dan 15 minuten op de stand voren om het groot licht te selecteren. ON blijft staan, zal de motor niet star- Trek de multifunctionele hendel naar ten tenzij de contactschakelaar op OFF achteren om terug te keren naar het wordt gezet en daarna opnieuw op ON.
Pagina 51
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN De lier wordt ook geleverd met een afstandsbediening in het handschoen- vakje. tmo2011-002-052_d TYPISCH 1. 2WD/4WD-schakelaar Met deze schakelaar wisselt u tussen 2-wielaandrijving en 4-wielaandrijving wanneer het voertuig stilstaat en de motor draait. tmo2011-001-506_a Het voertuig moet stil- MERK OP 1.
Pagina 52
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN WAARSCHUWING Gebruik de neutraliseerschakelaar alleen om het voertuig uit de mod- der of een andere zachte onder- grond te halen. Gebruik de neu- traliseerfunctie niet voor normale werking in achteruit. Zo zou u aan een te hoge snelheid achteruit kun- nen rijden, waardoor het risico op controleverlies groter kan worden.
Pagina 53
MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL) Beschrijving multifunctionele meter De multifunctionele meter (analoog/digitaal) bevindt zich op de stuurkolom. De multifunctionele meter (analoog/digitaal) bestaat uit een digitale meter en twee analoge meters (snelheidsmeter en toerenteller). De grafieken met de motortemperatuur en het brandstofpeil zitten in de digitale meter.
Pagina 54
MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL) VERKLIKKER- 1) Analoge snelheidsmeter BESCHRIJVING LICHTJE(S) Meet de snelheid van het voertuig in km/u of mph. Alle verklikkerlicht- jes worden geacti- Alle ver- veerd wanneer de 2) MODE-knop (M) klikker- contactschakelaar Druk op de MODE-knop (M) om de lichtjes aan (ON) wordt ge- functies van het secundaire digitale...
Pagina 55
MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL) 6) Primaire digitale display Biedt de bestuurder nuttige informatie in realtime. Belangrijke berichten kunnen worden weergegeven op het primaire digitale display. Raadpleeg de onderstaande tabel. Als de motor niet goed werkt, kan een bericht worden gecombineerd met een verklikkerlichtje.
Pagina 56
MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL) 10) Lampje motortemperatuur VOLGORDE WEERGEGEVEN FUNCTIES INFORMATIE Staafgrafiek die voortdurend de tem- peratuur van het koelmiddel in de mo- XX:XX (24:00 tor weergeeft. tijdsnotatie) Clock (Klok) XX:XX A of P 11) Digitale snelheidsmeter (12:00 AM/PM Via deze display wordt de snelheid van tijdsnotatie) het voertuig ook weergegeven.
Pagina 57
MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL) 5. Druk op de SET-knop (S) om het uur te wijzigen. 6. Druk op de MODE-knop (M) om naar minuten te gaan (minuten knippe- ren). 7. Druk op de SET-knop (S) om de mi- nuten te wijzigen. 8.
Pagina 58
UITRUSTING tmo2011-001-056_a ______________...
Pagina 59
UITRUSTING tmo2011-002-559_a tmo2011-002-554_a _______________...
Pagina 60
UITRUSTING 1) Schuin verstelbare stuurkolom U kunt de hoogte van het stuur aanpas- sen. Pas de hoogte van het stuur aan zodat het ter hoogte van uw borst en niet ter hoogte van uw hoofd komt. De hoogte van het stuur stelt u als volgt 1.
Pagina 61
UITRUSTING u in de BASIC GUIDE TO WINCHING WAARSCHUWING TECHNIQUES (handleiding basistech- Gebruik nooit enig onderdeel van nieken lier), die bij het voertuig zit. de kooi van het voertuig als hand- greep. De handen kunnen geraakt 7) Voetsteunen worden door objecten buiten de Dit voertuig is uitgerust met voetsteu- cockpit of verpletterd worden bij nen voor bestuurder en passagier,...
Pagina 62
UITRUSTING Zijnetten kunnen worden ingesteld en Als de veiligheidsgordel van de be- moeten zo strak mogelijk worden aan- stuurder niet goed is vastgemaakt gespannen. Pas de zijnetten als volgt wanneer: aan: – het contact AAN staat, gaat het ver- likkerlichtje van de veiligheidsgordel 1.
Pagina 63
UITRUSTING 12) Passagiersstoel WAARSCHUWING U kunt de passagiersstoel niet ver- Draag de veiligheidsgordel op de schuiven. juiste manier. Zorg ervoor dat de gordel niet gedraaid zit of defect is. De passagiersstoel kan naar voren kan- telen om uit het voertuig genomen worden.
Pagina 64
UITRUSTING WAARSCHUWING Pas de spiegel niet aan tijdens het rijden. U kunt de controle over uw voertuig verliezen. 17) Laadbak Het voertuig is uitgerust met een kan- telbare laadbak met 2 niveaus. De laadbak kan voor verschillende soor- tmo2011-001-024 ten ladingen worden gebruikt. TYPISCH - LIER Gedetailleerde bedieningsinstructies WAARSCHUWING...
Pagina 65
UITRUSTING tmo2011-001-013_a 1. Meer laadruimte 2. Vloer/scheidingswand tmo2011-001-020_a 1. Hendel laadbak Voor meer informatie, zie LADING VERVOEREN in het hoofdstuk VEI- LIGHEIDSINFORMATIE. 19) Ankerhaken In de laadbak zitten 4 ankerhaken, waarmee de lading in de laadbak vast- gemaakt kan worden. tmo2011-001-014 20) Bovenste achterklep LAADRUIMTE ZONDER...
Pagina 66
UITRUSTING Bovenste achterklep verwijderen De bovenste achterklep kan op een eenvoudige manier worden verwij- derd. Kantel de achterklep, trek ze uit de scharnieren en verwijder de beves- tigingskabels. tmo2011-001-318_a TYPISCH 1. Onderste achterklep 2. Onderste deel Plaats tijdens het laden MERK OP of lossen niet meer dan 100 kg op de onderste achterklep.
Pagina 67
OPHANGING Richtlijn voor het afstellen van de ophanging Het rijgedrag en comfort van uw voertuig zijn afhankelijk van de afregeling van de ophanging. WAARSCHUWING De afstelling van de ophanging kan de bestuurbaarheid van het voertuig beïnvloeden. Neem steeds de tijd om vertrouwd te raken met het rijgedrag van het voertuig nadat de ophanging is afgesteld.
Pagina 68
OPHANGING Afstelling veervoorbelasting (vooraan en achteraan) Verkort de veer voor een hardere rit of wanneer u een aanhangwagen trekt. Verleng de veer voor een zachtere rit en vlotte rijomstandigheden. WAARSCHUWING De linker- en rechterregelnokken van de schokdemper moeten altijd in dezelfde stand worden inge- steld.
Pagina 69
BRANDSTOF Aanbevolen brandstof WAARSCHUWING Gebruik normale loodvrije benzine van Laat nooit iemand in het voertuig de pomp of geoxygeneerde brandstof zitten terwijl u bijtankt. Als er tij- met maximaal 10 % ethanol of metha- dens het tanken brandt uitbreekt nol. of een explosie optreedt, is het voor een persoon in het voertuig De gebruikte benzine moet het volgen-...
Pagina 70
BRANDSTOF WAARSCHUWING Vul de brandstoftank nooit bij voor- dat u het voertuig naar een warme plaats verplaatst. Als de tempera- tuur stijgt, gaat brandstof name- lijk uitzetten waardoor de tank kan overlopen. 7. Draai de dop van de brandstoftank rechtsom volledig aan. WAARSCHUWING Wis op het voertuig gemorste brandstof onmiddellijk weg.
Pagina 71
INRIJPERIODE Gebruik tijdens de inrijperiode Het voertuig heeft een inrijperiode van 10 bedrijfsuren of 300 km nodig. Na de inrijperiode moet uw voertuig door een erkende Can-Am dealer wor- den geïnspecteerd. Zie het hoofdstuk ONDERHOUD. Motor Tijdens de inrijperiode: – Geef geen plankgas. –...
Pagina 72
BASISPROCEDURES De motor starten WAARSCHUWING Steek de sleutel in het contactslot en Plaats de schakelhendel steeds in draai deze naar een van de ON-standen PARKEERstand wanneer u stopt of (aan). parkeert, om te vermijden dat het voertuig gaat rollen. Duw op het rempedaal. OPMERKING: Als de schakelhendel niet in de PARKEERstand (P) staat, WAARSCHUWING...
Pagina 73
SPECIALE PROCEDURES Wat als u vermoedt dat er Wat als het voertuig water in de CVT zit? ondergedompeld werd? Als er water in de CVT zit, zal de motor Als het voertuig ondergedompeld versnellen, maar blijft het voertuig stil- werd moet u het zo snel mogelijk naar staan.
Pagina 74
HET VOERTUIG TRANSPORTEREN Als uw voertuig moet worden getrans- 6. Plaats een spanband aan de binnen- porteerd, moet u het in een pick-up kant van elk achterwiel. met een groot laadbed of een vlakke 7. Maak de achterwielen met de ratels aanhangwagen met voldoende ruimte van de spanbanden stevig vast aan en capaciteit transporteren.
Pagina 75
HET VOERTUIG OPHEFFEN EN ONDERSTEUNEN Voorzijde voertuig Plaats het voertuig op een vlakke on- dergrond die niet glad is. Zorg ervoor dat de schakelhendel van het voertuig in de PARKEERstand staat. Plaats een hydraulische krik onder de beschermplaat vooraan. Hef de voorzijde van het voertuig op en plaats een krik aan elke kant onder het frame, voor het lipje van de centrale be- schermplaat.
Pagina 76
HET VOERTUIG OPHEFFEN EN ONDERSTEUNEN Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
Pagina 78
INRIJ-INSPECTIE Na de eerste 10 bedrijfsuren of 300 km rijden, wat eerst voorvalt, moet u het voertuig laten inspecteren door een erkende Can-Am dealer. De inrij-inspectie is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd. Na de eerste 10 bedrijfsuren verschijnt het volgende bericht in de cluster, om u te eraan te herinneren dat onderhoud nodig is: MAINTENANCE SOON (binnenkort onderhoud nodig) .
Pagina 79
INRIJ-INSPECTIE VERVANGEN AFSTELLEN AANDRAAIEN INRIJ-INSPECTIEKAART SMEREN REINIGEN INSPECTEREN MOTOR Motorolie en filter Klepspeling Luchtfilter Motorpakkingen Motorbevestigingen Uitlaatsysteem Cilinderkopschroeven KOELSYSTEEM Lek radiator/koelsysteem (lektest) BRANDSTOFSYSTEEM Gasklephuis Lektest brandstoftank, brandstofleidingen, brandstofrails, aansluitingen en keerkleppen ELEKTRISCH SYSTEEM Bougies Accu-aansluitingen CVT-TRANSMISSIE CVT-luchtinlaat/uitlaat CVT-luchtfilter TANDWIELKAST Olie voor tandwielkasten Voertuigsnelheidssensor _______________...
Pagina 80
INRIJ-INSPECTIE VERVANGEN AFSTELLEN AANDRAAIEN INRIJ-INSPECTIEKAART SMEREN REINIGEN INSPECTEREN AANDRIJFSYSTEEM Olie voordifferentieel/achteraandrijving Voordifferentieel/achteraandrijving (pakkingen en ventilatiegaten) Voorste en achterste cardanasverbindingen WIEL Wielmoeren/tappen STUURSYSTEEM Stuursysteem (kolom, lager enz.) Uitlijning van de voorwielen REMMEN Remvloeistof BEVESTIGINGSSYSTEEM BESTUURDER EN PASSAGIER Veiligheidsgordels Zijnetten CARROSSERIE/CHASSIS Kooibevestigingen Vergrendelingen bovenste en onderste achterkleppen Vergrendeling stoelen ______________...
Pagina 81
ONDERHOUDSSCHEMA Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functionerende staat te houden. De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een behoorlijk onderhoud. Het voertuig dient servicebeurten te ondergaan volgens het onderhoudsschema. Na elke 50 bedrijfsuren verschijnt het volgende bericht in de cluster, om u te eraan te herinneren dat onderhoud nodig is: MAINTENANCE SOON (binnenkort onderhoud nodig) .
Pagina 82
ONDERHOUDSSCHEMA ELKE 3.000 KM OF 100 BEDRIJFSUREN OF 1 JAAR (WAT ZICH HET EERST VOORDOET) Controleer de veiligheidsgordels (controleer op schade en goede werking) Controleer de zijnetten (controleer op schade en dat ze goed vastklikken) Vervang de motorolie en filter Controleer de klepspeling en stel af Controleer en reinig de vonkafleider van de knalpot Controleer de werking van de koelvloeistof in de motor...
Pagina 83
ONDERHOUDSPROCEDURES Dit hoofdstuk bevat aanwijzingen voor De luchtfilter moet vaker worden ver- de elementaire onderhoudsprocedu- vangen in de volgende stoffige om- res. Als u over de nodige mechanische standigheden: deskundigheid en de vereiste hulpmid- – Rijden op droog zand delen beschikt, kunt u deze procedu- –...
Pagina 84
ONDERHOUDSPROCEDURES tmo2011-001-075_a 1. Peilstok tmo2011-001-087_a 3. Plaats de peilstok terug en schroef 1. Luchtfilter hem helemaal vast. Vervang de luchtfilter als deze verstopt 4. Verwijder de peilstok en lees het zit. Gebruik altijd de aanbevolen lucht- oliepeil af. Het zou zich bij of op de filter of een gelijkwaardig model.
Pagina 85
Laat alle olie uit het carter af. ciaal samengesteld voor de smeer- Verwijder metaaldeeltjes en residu van vereisten van deze motor. BRP raadt de magnetische aftapplug. De aanwe- stellig aan XPS 4-taktolie te gebruiken. zigheid van vuil wijst op interne schade aan de motor.
Pagina 86
ONDERHOUDSPROCEDURES Verwijderen van de oliefilter Reinig de omgeving van de oliefilter. Verwijder de schroeven van het oliefil- terdeksel. Verwijder het oliefilterdeksel. Verwijder de oliefilter. vmr2006-008-001_a 1. Dunne laag olie aanbrengen 2. Dunne laag olie aanbrengen Plaats het deksel over de motor. Draai de schroeven op het oliefilterdek- sel aan tot het aanbevolen aandraaimo- ment.
Pagina 87
ONDERHOUDSPROCEDURES Inspecteer de radiatorvinnen. Ze moe- ten schoon zijn, vrij van modder, vuil, bladeren en andere verontreinigingen die de koelprestatie van de radiator in het gedrang kunnen brengen. Spuit de radiatorvinnen schoon met een tuinslang, indien mogelijk. LET OP Maak de radiator nooit schoon met uw handen terwijl hij nog heet is.
Pagina 88
Aanbevolen motorkoelvloeistof een geschikt recipiënt. KOELVLOEISTOF OPMERKING: De aftapplug vindt u aan de onderkant van het voertuig. BRP VOORGEMENGDE Product aanbevolen KOELVLOEISTOF door BRP (STUKNR. 219 700 362) Gedistilleerd water met Of als alternatief,...
Pagina 89
ONDERHOUDSPROCEDURES 7. Plaats de radiatorslang terug op de- zelfde positie als voor het verwijde- ren. KLEM RADIATORSLANG 2,5 N•m tot 3,5 N•m 8. Expansievat koelssyteem overhe- velen 9. Laat het koelsysteem leeglopen, zie AFTAPPEN KOELSYSTEEM. Aftappen koelsysteem 1. Schroef de aftapschroeven van de tmo2011-001-120_a thermostaatbehuizing van de voor- 1.
Pagina 90
ONDERHOUDSPROCEDURES 4. Plaats de aftapschroef (of aftap- schroeven) met NIEUWE pak- kingringen en aandraaimoment volgens deze tabel. INSTALLATIE AFTAPSCHROEF PAKKINGRING AANDRAAIMOMENT Nieuw 4,4 N•m tot 5,6 N•m tmr2011-011-025_a 5. Blijf koelvloeistof toevoegen tot het VOORKANT VOLLEDIG OPGEHEVEN systeem gevuld is tot aan de zitting 1.
Pagina 91
ONDERHOUDSPROCEDURES Vonkafleider knalpot Reiniging en controle vonkafleider knalpot LET OP Voer dit werk nooit uit wanneer de motor net heeft ge- draaid, omdat het uitlaatsysteem dan erg heet is. Verwijder het knalpotdeksel. tmr2011-011-028_a 1. Adapter bijvullen koelsysteem 2. Slang expansievat 3.
Pagina 92
ONDERHOUDSPROCEDURES CVT-luchtfilter Verwijderen van de CVT-luchtfilter 1. Zoek het plastic deksel van de CVT- luchtfilter aan de linkerkant van het voertuig. tmo2011-001-041_a 1. Vonkafleider 2. Pakking 3. Uitlaatpijp Verwijder alle koolstofafzettingen met een borstel van de vonkafleider. Gebruik een zachte bor- MERK OP tmo2011-001-080_a stel en let op dat u de vonkafleider...
Pagina 93
ONDERHOUDSPROCEDURES 6. Plaats de CVT-luchtfilter. OPMERKING: De XPS-olie werd spe- ciaal samengesteld voor de smeer- vereisten van deze tandwielkast. BRP Installatie CVT-luchtfilter raadt stellig aan deze XPS-olie te ge- 1. Plaats de luchtfilter op de CVT-inlaat bruiken. Als de synthetische XPS-olie...
Pagina 94
ONDERHOUDSPROCEDURES Plaats de olieaftapplug. OPMERKING: Reinig olieaftap- plug en verwijder indien nodig metalen deeltjes voor u ze terug plaatst. Vul de tandwielkast opnieuw. Gebruik ENKEL het aan- MERK OP bevolen soort olie. Het oliepeil moet ter hoogte van de on- derrand van het oliepeilgat staan.
Pagina 95
ONDERHOUDSPROCEDURES Accu reinigen AANDRAAIMOMENT BOUGIE Reinig de accu, de behuizing en polen 20 N•m ± 2,4 N•m met een oplossing van natriumcarbo- naat en water. Accu Verwijder roest van de accuklemmen en -polen met een harde stalen bor- Onderhoud van de batterij stel.
Pagina 96
ONDERHOUDSPROCEDURES Lichten Controleer na vervanging altijd of het licht wel werkt. Koplamp en richtingaanwijzer vooraan vervangen Raak het glas van een MERK OP halogeenlamp nooit met de blote vingers aan, want dan gaat deze minder lang mee. Als het glas toch wordt aangeraakt, reinig het dan tmo2011-001-078_b met isopropanol, dat op de lamp...
Pagina 97
ONDERHOUDSPROCEDURES tmo2011-001-114_a tmo2011-001-115_a 1. Lampfitting TYPISCH 2. Lamp 1. Kabel achterklep 2. Achterlicht Installeer de verwijderde onderdelen 3. Borgschroeven opnieuw correct in de omgekeerde Trek het achterlicht uit. volgorde dan waarin u ze heeft verwij- derd. Verwijder de lampfitting uit het achter- licht.
Pagina 98
ONDERHOUDSPROCEDURES Manchetten en beschermers aandrijfas Inspectie van de manchetten en beschermers aandrijfas Inspecteer de beschermers en man- chetten van de aandrijfas visueel. Controleer de beschermers op bescha- digingen of schuren tegen de assen. Controleer manchetten op barsten, scheuren, vetlekken enz. tmo2011-001-128_a Herstel of vervang desgevallend be- ACHTERKANT VOERTUIG...
Pagina 99
ONDERHOUDSPROCEDURES tmo2011-001-131_a Wielen en banden tmo2011-001-081_a AANDRAAIVOLGORDE Wielen verwijderen Gebruik altijd de wiel- Draai de moeren los en ondersteun MERK OP moeren die voor dat type wiel zijn het voertuig. Voor meer informatie, aanbevolen. Het gebruik van ande- zie HET VOERTUIG OPHEFFEN EN re moeren kan schade aan de velgen ONDERSTEUNEN in het hoofdstuk of tappen veroorzaken.
Pagina 100
ONDERHOUDSPROCEDURES Ophanging BANDENSPANNING Smering voorophanging ACH- VOOR- TER- Gebruik VET VOOR OPHANGINGEN (STUKNR. 293 550 033) of een gelijk- waardig product. 69 kPa 83 kPa MIN. Smeer de voorste A-armen. MAX. Er zitten drie smeerfittingen aan elke (Te gebruiken bij 83 kPa 152 kPa A-arm, naar onderen gericht.
Pagina 101
ONDERHOUDSPROCEDURES Remmen Inspectie rem Doe voor controle, onderhoud of repa- Controle remvloeistofpeil raties aan het remsysteem een beroep Controleer het vloeistofpeil in het re- op een erkende Can-Am dealer. servoir terwijl het voertuig op een vlak Controleer tussen bezoeken aan uw oppervlak staat.
Pagina 102
VERZORGING VAN HET VOERTUIG Reinig kunststofonder- Onderhoud na gebruik MERK OP delen nooit met agressieve schoon- voertuig maakmiddelen, ontvetters, verfver- zoutwateromgeving heeft gebruikt dunner, aceton e.d. moet u het afspoelen met zoet water om het voertuig en al zijn onderdelen in goede staat te houden.
Pagina 103
BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN Als u het voertuig langer dan 4 maan- den niet gebruikt, is een correcte op- slag noodzakelijk. Nadat uw voertuig langere tijd was opgeborgen, is een voorbereiding ver- eist. Laat uw voertuig voorbereiden door een erkende Can-Am dealer voor be- waring of voor het rijseizoen.
Pagina 104
BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
Pagina 106
Elke erkende Can-Am dealer heeft deze nummers nodig om reparaties onder garantie uit te voeren. Er wordt geen garantie geboden door BRP Inc. als het mo- toridentificatienummer (E.I.N.) of het voertuigidentificatienummer (V.I.N.) werd verwijderd of onleesbaar werd tmr2011-002-002_a gemaakt.
Pagina 107
API-classificatie SM, SL of SJ. KOELSYSTEEM Mengsel ethylglycol/water (50% koelvloeistof, 50% water). Gebruik voorgemengde koelvloeistof ver- Type kocht door BRP (Stuknr. 219 700 362) of Koelvloeistof speciaal voor aluminium motoren ont- wikkelde koelvloeistof Inhoud 4,25 L CVT-TRANSMISSIE...
Pagina 108
TANDWIELKAST Dubbel bereik (HI-LO) met PARKEERstand, Type neutraal en achteruit Inhoud 450 ml Olie voor tandwielkasten BRP synthetische XPS-olie (Stuknr. 293 600 Aanbevolen 140) of 75W140 API GL5 ELEKTRISCH SYSTEEM Output van de magneetgenerator 650 W Type ontstekingsysteem IDI (Inductive Discharge Ignition)
Pagina 109
SPECIFICATIES 1000 MODEL BRANDSTOFSYSTEEM Brandstofaflevering Type Elektronische brandstofinjectie (EFI) met iTC 800R Gasklephuis 54 mm met ETA 1.000 Brandstofpomp Type Elektrisch (in brandstoftank) Leegloopsnelheid 1.250 ± 100 TPM (niet regelbaar) Type Normale loodvrije benzine Mini- In Noord-Amerika 87 (R+M)/2 of hoger Brandstof maal oc- taange-...
Pagina 110
SPECIFICATIES 1000 MODEL VOORWIELOPHANGING Type ophanging Ophanging met dubbele arm en antiduikdesign Veerweg 254 mm Type Schokdemper Olie 5 standen ACHTERWIELOPHANGING TTI (Torsional Trailing arm Independant) met Type ophanging externe stabilisatorbalk Veerweg 254 mm Type Schokdemper Olie 5 standen REMMEN Dubbele geventileerde remschijven van 214 mm met Voorrem Type...
Pagina 111
SPECIFICATIES 1000 MODEL WIELEN Type Gegoten aluminium Vooraan 14 x 7 (in) Velgenmaat Achteraan 14 x 8,5 (in) Aandraaimoment wielmoeren 100 N•m ± 10 N•m CHASSIS Beschermingskooi uit zeer sterk staal, met een Soort kooi diameter van 50 mm en ROPS-goedgekeurd AFMETINGEN Totale lengte 300,4 cm...
Pagina 112
SPECIFICATIES Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
Pagina 113
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN _____________...
Pagina 114
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN CVT-RIEM SLIPT DOOR 1. Er is water in de CVT gedrongen. – Raadpleeg het hoofdstuk SPECIALE PROCEDURES. DE DISPLAY VAN DE VERSNELLINGSBAKSTAND GEEFT "E" WEER 1. De schakelhendel staat tussen twee standen. – Plaats de schakelhendel in de gewenste stand. 2.
Pagina 115
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR WENTELT MAAR START NIET 1. Verdronken motor (bougie nat bij verwijdering). – Als de motor niet start en teveel brandstof bevat, kan de modus verdronken worden geactiveerd om de brandstofinjectie te verhinderen en de ontsteking te onderdrukken tijdens het starten.
Pagina 116
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN (vervolg) 6. Gebrek aan brandstof – Vuile of verstopte voorfilter van de brandstofpomp. Raadpleeg een erkende Can-Am dealer. 7. De motor draait in terugkeermodus. – Lees de meldingen op de multifunctionele display. –...
Pagina 117
MELDINGEN OP HET MULTIFUNCTIONELE INSTRUMENTENBORD Als de motor niet goed werkt, kunnen de volgende berichten worden gecombi- neerd met een verklikkerlichtje. MELDING BESCHRIJVING Alle actieve of reeds geactiveerde storingen waar moet wor- CHECK ENGINE den naar gekeken. (motorstoring) Motorbegrenzing niet geactiveerd. Kritieke storingen die zo snel mogelijk moeten worden ge- LIMP HOME controleerd.
Pagina 118
MELDINGEN OP HET MULTIFUNCTIONELE INSTRUMENTENBORD Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
Pagina 120
Alle originele Can-Am SSV-onderdelen en -accessoires die worden geïnstalleerd door een erkende BRP dealer op het ogenblik van de levering van de Can-Am SSV bouwjaar 2011, genieten dezelfde garantie als die voor de Can-Am SSV.
Pagina 121
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende Can-Am SSV dealer met ser- viceautorisatie is;...
Pagina 122
BRP. 7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich, naar eigen inzicht, tot de reparatie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en ser-...
Pagina 123
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garan- tie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Pagina 124
Bombardier Recreational Products Inc. (“BRP”)* geeft een garantie op zijn Can-Am SSV bouwjaar 2011 die wordt verkocht door Can-Am SSV distributeurs of dealers die door BRP gemachtigd zijn om Can-Am SSV's te verdelen ("Can-Am SSV distributeur/dealer") buiten de vijftig staten van de Verenigde Staten, Canada en lidstaten van de EER (dit is de "Europese Economische Ruimte", nl.
Pagina 125
Can-Am SSV's te verkopen in het land waar de aankoop plaatsvond; – De door BRP voorgeschreven inspecties voor de levering moeten voltooid en gedocumenteerd zijn; – Het product moet correct geregistreerd zijn door een erkende Can-Am SSV dis- tributeur/dealer;...
Pagina 126
BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geproduceerde producten aan te passen.
Pagina 127
9) BIJSTAND VOOR DE KLANT 1. In geval van discussie of geschil betreffende deze beperkte garantie, raadt BRP u aan met de Can-Am SSV dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan de kwestie te bespreken met de servicemanager of zaakvoer- der.
Pagina 128
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de ga- rantievoorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
Pagina 129
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige reparaties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onderdelen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende Can-Am SSV distri- buteur/dealer met serviceautorisatie is;...
Pagina 130
– Zoals beschreven in de Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineon- derhoud tijdig worden uitgevoerd, om aanspraak te kunnen maken op garantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
Pagina 131
9) BIJSTAND VOOR DE KLANT 1. In geval van discussie of geschil betreffende deze beperkte garantie, raadt BRP u aan met de Can-Am SSV dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de Can-Am SSV distributeur/dealer.
Pagina 132
Tel.: + 358 16 3208 111 Neem voor alle andere landen contact op met uw plaatselijke Can-Am SSV distributeur/dealer (bezoek voor contactgegevens onze website op www.brp.com) of neem contact op met ons Noord-Amerikaanse kantoor: BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC. Customer Assistance Center 75 J.-A.
Pagina 133
BIJKOMENDE VOORWAARDEN UITSLUITEND VOOR FRANKRIJK De volgende voorwaarden gelden uitsluitend voor producten die in Frankrijk zijn verkocht: De verkoper levert goederen die in overeenstemming zijn met het contract en is verantwoordelijk voor defecten die aanwezig zijn bij de levering. De verkoper is tevens verantwoordelijk voor defecten die voortvloeien uit de verpakking, de assemblage-instructies of de installatie wanneer deze verantwoordelijkheid contractueel de zijne is of deze taken onder zijn verantwoordelijkheid werden...
Pagina 136
BESCHERMING VAN DE PRIVACY Bij deze deelt BRP u mee dat uw contactgegevens zullen worden gebruikt voor vei- ligheids- en garantiegebonden doeleinden. Bovendien kunnen BRP en zijn doch- termaatschappijen hun klantenlijsten gebruiken om marketing en promotionele in- formatie over BRP en gerelateerde producten te verdelen.
Pagina 137
Gelieve ingeval van verandering van eigenaar een bewijs toe te voegen dat de vroegere eigenaar met de overdracht heeft ingestemd. Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afgelo- pen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er voertuigen zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen.
Pagina 138
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR ______________...
Pagina 139
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR TELEFOON TELEFOON E-MAILADRES TELEFOON TELEFOON E-MAILADRES ______________...
Pagina 140
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR ______________...
Pagina 141
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR TELEFOON TELEFOON E-MAILADRES TELEFOON TELEFOON E-MAILADRES ______________...
Pagina 142
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR ______________...
Pagina 143
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR NOTITIES ______________...
Pagina 144
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR NOTITIES ______________...
Pagina 145
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR NOTITIES ______________...
Pagina 146
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR NOTITIES ______________...
Pagina 148
2011, 2012 en 2013. Deze moet bij de Gebruikershandleiding in het voertuig worden gehouden. BRP beveelt aan om het gebied rond de uitlaat te reinigen na elke 1.500 km of 50 bedrijfsuren (wat zich het eerst voordoet). WAARSCHUWING Om eventuele brandwonden te voorkomen, mag u dit werk nooit uitvoeren wanneer de motor net heeft gedraaid, omdat het uitlaatsysteem dan erg heet is.