ONGEVALLEN VERMIJDEN
– Vermijd hellingen en ruig terrein.
– Voorzie meer afstand om te stop-
pen.
Wees voorbereid op kantelen
– Maak het zijnet en de veiligheidsgor-
del vast om te verhinderen dat u uw
armen of benen uitsteekt.
– Grijp de kooi nooit vast tijdens het
rijden. Bij kantelen kunnen de han-
den verpletterd worden tussen de
kooi en de grond. Houd de handen
aan het stuur of de handgrepen.
– Probeer nooit een kantelend voer-
tuig te stoppen met uw armen of
benen. Als u denkt dat het voer-
tuig kan kantelen of omrollen, moet
de bestuurder beide handen op het
stuur houden en de linkervoet stevig
op de voetsteun plaatsen. De pas-
sagier moet met beide handen de
handgrepen vasthouden en beide
voeten stevig op de vloer plaatsen.
Botsingen vermijden
Dit voertuig kan hoge snelheden be-
reiken. Aan hogere snelheden is het
risico op controleverlies groter, vooral
bij uitdagende offroad-omstandighe-
den, en is het risico op letsels bij een
botsing groter. Rijd nooit overdreven
snel. Pas uw snelheid altijd aan aan het
terrein, de zichtbaarheid, de rijomstan-
digheden en uw ervaring. Denk erom
de prestatiesleutel voor te behouden
voor situaties waarvoor hoge snelhe-
den en snel optrekken geschikt zijn.
Dit voertuig biedt niet hetzelfde soort
bescherming bij botsingen als een au-
to. Zo zijn er bijvoorbeeld geen airbags,
is de cockpit niet volledig gesloten en
is het voertuig niet ontworpen voor
botsingen met andere voertuigen.
Het is dus uitermate belangrijk dat u
de veiligheidsgordels en de zijnetten
vastmaakt en dat u een goedgekeurde
helm draagt.
_______
20
VEILIGHEIDSINFORMATIE
_______