ONDERHOUDSPROCEDURES
tmo2011-001-087_a
1. Luchtfilter
Vervang de luchtfilter als deze verstopt
zit. Gebruik altijd de aanbevolen lucht-
filter of een gelijkwaardig model.
Installatie luchtfilter
Controleer dat de behuizing van de
luchtfilter schoon is.
Als u zand of andere
MERK OP
deeltjes in de behuizing van de lucht-
filter ontdekt, reinigt u deze met een
stofzuiger.
Plaats de luchtfilter.
Plaats het deksel van de behuizing van
de luchtfilter en maak alle klemmen
vast.
Plaats het onderhoudsdeksel.
Motorolie
Controle motoroliepeil
Een te hoog oliepeil kan
MERK OP
ernstige schade aan de motor aan-
richten.
Om het oliepeil te controleren plaatst u
het voertuig op een vlak oppervlak met
koude motor. Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de passagiersstoel.
2. Schroef de peilstok los, verwijder
hem en wrijf hem schoon.
______________
82
tmo2011-001-075_a
1. Peilstok
3. Plaats de peilstok terug en schroef
hem helemaal vast.
4. Verwijder de peilstok en lees het
oliepeil af. Het zou zich bij of op de
bovenste markering moeten bevin-
den.
tmo2011-001-076_a
TYPISCH
1. MIN
2. MAX
3. Gebruiksbereik
Verwijder de peilstok om olie toe te
voegen. Steek een trechter in de buis.
Voeg een beetje van de aanbevolen
olie toe en controleer het oliepeil op-
nieuw.
Herhaal de procedure hierboven tot
het oliepeil het bovenste merkteken
op de peilstok heeft bereikt.
OPMERKING: Nooit te veel bijvul-
len. Veeg gemorste olie weg.
Bevestig de peilstok correct.
Plaats de passagiersstoel.