LADINGEN VERVOEREN EN WERK UITVOEREN
Rijden in geladen toestand
Matig uw snelheid en draai geleidelijk
aan wanneer u ladingen vervoert. Ver-
mijd hellingen en ruig terrein. Voorzie
een langere remafstand. Wanneer dit
voertuig een zware last trekt, neemt
zijn remafstand toe, vooral op een hel-
ling.
De laadbak kantelen
De laadbak kan worden gekanteld, zo-
dat u de lading gemakkelijker kunt los-
sen. Gebruik hiervoor de hendels aan
elke kant van de laadbak.
tmo2011-001-518_a
1. Rechterhendel
WAARSCHUWING
– Zorg er steeds voor dat er nie-
mand achter de laadbak staat
wanneer u aan de hendel trekt
om de laadbak te kantelen.
– Het laadgewicht kan de werking
van het kantelen van de laadbak
beïnvloeden (kantelen of naar
omlaag laten).
Wees erg voorzichtig wanneer u de
achterkleppen en de laadbak bedient.
Tijdens het transport kan de lading ver-
schoven zijn.
Om de laadbak terug omlaag te bren-
gen, duwt u gewoon op de laadbak.
_______
30
VEILIGHEIDSINFORMATIE
WAARSCHUWING
– Zorg ervoor dat uzelf en andere
personen weg van de laadbak
en de plaats waar deze op het
voertuigframe neerkomt staan
wanneer u de laadbak omlaag
brengt.
– Zorg ervoor dat u de laadbak en
de achterkleppen correct vast-
maakt voor u rijdt.
– Zorg ervoor dat er geen objec-
ten tussen de gekantelde laad-
bak en het voertuigframe zitten,
zodat de laadbak goed kan wor-
den vastgemaakt nadat deze
omlaag gebracht is.
tmo2011-001-503
VOORKANT GEKANTELDE LAADBAK VRIJ
VAN OBJECTEN
tmo2011-001-310_a
DUW OM TE SLUITEN
1. Handbeschermer
_______