Samenvatting van Inhoud voor BRP can-am RENEGADE 500 2008
Pagina 1
Gebruikershandleiding Veiligheids-, Voertuig- en Onderhoudsinformatie Lees deze handleiding aandachtig. Ze bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Aanbevolen minimumleeftijd bestuurder: 16 jaar. Verwijder deze Gebruikershandleiding niet uit het voertuig.
Pagina 3
BELANGRIJKE INFORMATIE In deze Gebruikershandleiding worden de volgende symbolen en woorden ge- bruikt om de aandacht op bepaalde informatie te vestigen: Het gevarensymbool wijst op een mogelijk gevaar voor persoonlijk letsel. Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of WAARSCHUWING dodelijke verwondingen.
Pagina 4
De informatie en beschrijvingen van nieuwe Can-Am™ ATV. U geniet de onderdelen/systemen in dit document BRP-garantie en kunt steeds een be- zijn correct op het ogenblik van de pu- roep doen op een netwerk van erken- blicatie. BRP voert echter een beleid...
INHOUDSOPGAVE Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. OPMERKING ............... . . 7 INLEIDING .
Pagina 6
21) Gereedschapsset............81 22) Peilstok .
Pagina 7
ATV ................. 136 BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE: 2008 CAN-AM ATV’S.
OPMERKING Deze Gebruikershandleiding is be- Europese Gemeenschap doeld om de eigenaar/gebruiker van Deze waarschuwing geldt enkel in de een nieuw voertuig vertrouwd te ma- Europese landen waar dit voertuig op ken met de diverse bedieningsele- de openbare weg mag rijden. menten, het onderhoud en het veilige gebruik van zijn voertuig.
INLEIDING Uw distributeur/dealer heeft u nor- Op zand rijden is totaal verschillend maal al wat basisinformatie gegeven van rijden door de sneeuw, in een bos over de specifieke bedieningselemen- of moerasgebied. Elke locatie vraagt ten en kenmerken van uw nieuwe uw volle aandacht en specifieke rij- voertuig.
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN Algemeen Rijden Neem nooit een passagier mee op DIT VOERTUIG IS GEEN SPEEL- dit voertuig. GOED EN HET GEBRUIK ERVAN HOUDT GEVAREN IN. Rijd nooit met dit voertuig op ver- Dit voertuig besturen is heel anders harde wegen, tenzij voor een kor- dan rijden met andere voertuigen, zo- te afstand, met sterk verlaagde als motorfietsen en auto’s.
Pagina 13
Begeef u met dit voertuig nooit op Pas altijd de juiste procedures toe hellingen die te steil zijn voor het wanneer u stilvalt of achteruitrolt bij voertuig of voor uw rijvaardigheid. het bergop rijden. Schakel in een Oefen op minder steile hellingen geschikte versnelling en houd een voordat u een steile helling neemt.
Voer nooit onoordeelkundige wij- zigingen aan uw voertuig uit, bij- voorbeeld verkeerde installatie of toepassing van accessoires. Ge- bruik alleen door BRP goedgekeur- de accessoires. Installeer NOOIT een passagiersstoel en laat nooit een passagier plaatsnemen op de bagagedrager. __________...
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. OPMERKING: De volgende illustraties zijn slechts algemene voorstellingen. Uw model kan hiervan afwijken. WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder aangepaste opleiding.
Pagina 16
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer deze leefstijdsaanbeveling niet wordt gerespecteerd, kan de jon- ge bestuurder ernstige of zelfs dodelijke verwondingen oplopen. Zelfs als een kind tot de leeftijdscategorie behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt het niet altijd over de nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsvermogen om veilig met dit voertuig te rijden.
Pagina 17
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Een passagier meenemen met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor wordt uw voertuig moeilijker bestuurbaar en raakt het sneller uit evenwicht. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagier gewond raken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit een passagier mee.
Pagina 18
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met dit voertuig op de openbare weg rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt botsen met een ander voertuig. Op een verharde weg verandert het rijgedrag van uw voertuig aanzienlijk, waardoor u de controle kunt ver- liezen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Als de wegcode in uw streek het gebruik van uw voertuig op de openbare weg toelaat, begeef u dan enkel voor korte afstanden op de weg en enkel...
Pagina 19
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder een goedgekeurde helm, oogbescherming en beschermende kleding te dragen. WAT KAN ER GEBEUREN De volgende punten gelden voor alle ATV-bestuurders: — Wanneer u rijdt zonder goedgekeurde helm, neemt het risico op een ernstig of zelfs dodelijk hoofdletsel bij een ongeval aanzienlijk toe.
Pagina 20
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig onder invloed van alcohol of drugs. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan uw beoordelingsvermogen ernstig aantasten. Uw reactiesnelheid kan afnemen. Uw evenwicht en perceptie kunnen eronder lijden. U kunt een ernstig of dodelijk ongeluk krijgen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Gebruik nooit alcohol of drugs voor of tijdens het rijden met dit voertuig.
Pagina 21
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Te snel rijden met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN De kans dat u de controle over uw voertuig verliest en een ongeluk heeft neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de zichtbaarheid, de rijomstan- digheden en uw ervaring.
Pagina 22
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op twee wielen, springen en andere stunts. WAT KAN ER GEBEUREN Het risico dat u een ongeluk heeft, bijvoorbeeld kantelt, neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Haal nooit stunts uit, zoals op twee wielen rijden of springen. Probeer niet op te scheppen.
Pagina 23
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet inspecteren van het voertuig voor het rijden. Niet goed onderhouden van het voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor neemt het risico op ongevallen of beschadiging van de uitrusting toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Inspecteer uw voertuig voor elk gebruik, om te verzekeren dat het in goede staat verkeert.
Pagina 24
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met de handen los van het stuur of de voeten los van de voetsteu- nen. WAT KAN ER GEBEUREN Zelfs met één hand of voet los heeft u minder controle over het voertuig. U kunt het evenwicht verliezen en van het voertuig vallen. Als u een voet van de voetsteun haalt, kan uw voet of been de achterwielen raken, zodat u verwondingen oploopt of een ongeluk heeft.
Pagina 25
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet extra voorzichtig rijden op onbekend terrein. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt op verborgen rotsblokken, bulten of gaten stoten zonder voldoende tijd om te reageren. Uw voertuig kan kantelen of oncontroleerbaar worden. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd traag en wees extra voorzichtig wanneer u op onbekend terrein rijdt.
Pagina 26
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet extra voorzichtig rijden op zeer ruige, gladde of losse ondergrond. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan zijn grip verliezen en oncontroleerbaar worden. Dit kan leiden tot een ongeluk, bijvoorbeeld kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit op te ruige, gladde of losse ondergrond, tot u de nodige vaar- digheid heeft verworven om uw voertuig onder controle te houden op der- gelijk terrein.
Pagina 27
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd draaien. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan onbestuurbaar worden en een aanrijding veroorzaken of kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om te draaien, die u verder in deze Gebrui- kershandleiding vindt.
Pagina 28
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op zeer steile hellingen. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan sneller kantelen op zeer steile hellingen dan op vlakke ondergrond of lichte hellingen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voer- tuig of voor uw rijvaardigheid.
Pagina 29
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergop te rijden, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 30
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergaf rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergaf te rijden, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 31
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd dwars op een helling rijden of keren op een helling. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Probeer nooit te keren op een heuvel, tot u de omkeertechniek op vlak ter- rein onder de knie heeft, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 32
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een gepaste versnelling en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden. Als u niet meer vooruit komt: Houd uw gewicht aan de bergop-zijde.
Pagina 33
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd over hindernissen rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of botsen. Het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer op hindernissen voordat u in een onbekend gebied gaat rijden. Probeer nooit over grote hindernissen, zoals grote rotsblokken of omge- vallen bomen, te rijden.
Pagina 34
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd slippen of schuiven. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle over uw voertuig verliezen. U kunt ook plots opnieuw grip krijgen, waardoor het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Oefen met lage snelheid op een vlak, effen terrein totdat u het slippende of schuivende voertuig veilig onder controle kunt houden.
Pagina 35
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met het voertuig door diep of snel stromend water rijden. WAT KAN ER GEBEUREN De banden kunnen gaan drijven, waardoor u uw grip en de controle verliest en een ongeval kunt veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat dieper is dan de specificaties verder in deze Gebruikershandleiding.
Pagina 36
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd achteruit rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt tegen een hindernis of persoon achter het voertuig rijden en ernsti- ge verwondingen veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer wanneer u in achteruit schakelt of er geen hindernissen of per- sonen achter het voertuig zijn.
Pagina 37
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met ongeschikte banden, met een verkeerde of ongelijkmatige ban- denspanning. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u rijdt met ongeschikte banden of een verkeerde of ongelijkma- tige bandenspanning, kunt u de controle over het voertuig verliezen, een klapband krijgen of kunnen de banden loskomen van de velgen.
Pagina 38
Alle onderdelen en ac- cessoires die u aan dit voertuig toevoegt, moeten goedgekeurd zijn door BRP en worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen. Met al uw bijkomende vragen kunt u bij een erkend Can-Am distributeur/dealer terecht.
Pagina 39
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Overbelasting van dit voertuig of verkeerd dragen of slepen van lasten. WAT KAN ER GEBEUREN Het rijgedrag van het voertuig kan veranderen, wat tot ongelukken kan lei- den. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Overschrijd nooit de aangegeven maximale belading van dit voertuig, in- clusief bestuurder, alle lasten en bijkomende accessoires.
Pagina 40
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Het transport van ontvlambare of gevaarlijke materialen kan tot ontploffin- gen leiden. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan ernstige of zelfs dodelijke verwondingen tot gevolg hebben. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vervoer nooit ontvlambare of gevaarlijke materialen. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan...
ATV-clubs of een er- anders en wordt anders bestuurd. kende ATV-opleidingsorganisatie. Ga er nooit van uit dat het voertuig BRP raadt het gebruik van dit voertuig overal veilig zal geraken. Door onver- door personen van jonger dan 16 jaar wachte terreinveranderingen, zoals af.
– Controleer of de schakelhendel Controle voor gebruik werkt en zet hem terug in de PAR- KEER-stand. WAARSCHUWING – Controleer het brandstof-, olie- en De inspectie van uw voertuig voor koelvloeistofpeil. elke rit is erg belangrijk. Contro- – Controleer de motor/transmissie leer voor u vertrekt altijd of alle en aandrijftrein-componenten op belangrijke bedieningselementen,...
Pagina 43
Kleding De weersomstandigheden zullen bepalen wat u aantrekt. Toch is het belangrijk om altijd geschikte beschermende kleding en uitrusting te dragen, onder meer een goedgekeurde helm, oogbescherming, laarzen, handschoenen, een hemd met lange mouwen en een lange broek. Deze kleding zal u beschermen tegen een aantal kleine risico’s die u onderweg kunt tegenkomen.
Transport van lasten Elke last op het voertuig en/of de bagagedrager zal de stabiliteit en besturing van het voertuig beïnvloeden. Daarom mag u de maximale belading die de voertuig- fabrikant voorschrijft nooit overschrijden. Zorg ervoor dat de last stevig vastzit en de besturing van het voertuig niet kan hinderen.
Recreatief gebruik Respecteer de rechten en beperkingen van anderen. Begeef u niet in zones die zijn voorbehouden aan andere offroad-activiteiten. Daartoe behoren paden voor sneeuwscooters, ruiters, langlaufsporen, mountainbikeparcours enz. Ga er nooit van uit dat er toch geen andere gebruikers op het pad zijn. Houd altijd uiterst rechts op het pad en zigzag niet heen en weer.
Ontwerpbeperkingen Hoewel dit voertuig bijzonder robuust is voor zijn klasse blijft het per definitie een licht voertuig dat enkel mag worden gebruikt voor de zaken waarvoor het is bedoeld. Extra gewicht aan enig deel van dit voertuig verandert de stabiliteit en de presta- ties.
Bergop rijden Door zijn configuratie kan dit voertuig uitstekend klimmen, zo goed zelfs dat het eerder zal kantelen dan zijn tractie verliezen. Op het terrein komt het bijvoorbeeld geregeld voor dat de top van een heuvel is geërodeerd tot een steile, scherpe piek.
Rijtechnieken Wanneer u sneller rijdt dan de omstandigheden toelaten, kunt u verwondingen oplopen. Geef maar net genoeg gas om veilig vooruit te komen. Uit statistieken blijkt dat snel genomen bochten vaak tot ongelukken en verwondingen leiden. Vergeet nooit dat dit voertuig zwaar is! Als hij met zijn volle gewicht op u valt kunt u makkelijk gekneld raken.
Pagina 49
Hoewel dit voertuig is uitgerust met een goede ophanging, kan het rijden op uiterst ruig terrein u een onaangenaam gevoel geven of zelfs rugletsels veroor- zaken. Vaak moet u in gehurkte houding rijden. Vertraag in dit geval en vang de schokken op met uw gebogen benen.
Pagina 50
Water vermindert het remvermogen van uw voertuig. Laat de remmen altijd dro- gen door ze meermaals te activeren, wanneer het voertuig weer op het droge is. Nabij water is er vaak modder of moerasland. Let op voor onverwachte gaten of inzinkingen. Kijk ook uit voor rotsblokken, stronken enz. die gedeeltelijk be- groeid zijn.
Pagina 51
Begint u toch te slippen of schuiven, draai het stuur dan in de richting waarin u slipt tot u het voertuig opnieuw onder controle heeft. U mag nooit bruusk rem- men en de wielen blokkeren. Respecteer en volg de signalisatie langs het pad. Ze is daar geplaatst om u en anderen te helpen.
Pagina 52
Bergop Verplaats uw lichaamsgewicht naar voor, naar de top van de heuvel toe. Houd uw voeten op de voetsteunen en schakel naar een lagere versnelling, geef dan gas en schakel indien nodig snel terwijl u klimt. Rijd niet te snel. Anders kan de neus van het voertuig van de grond komen en kan het voertuig op u vallen.
Pagina 53
Bergaf Verplaats uw lichaamsgewicht naar achter. Rem geleidelijk om niet te slippen. “Rol” niet naar beneden enkel met behulp van motorcompressie of in vrijloop. ___________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 54
Dwars op een helling rijden Dit is één van de gevaarlijkste manieren van rijden, omdat het evenwicht van het voertuig drastisch verandert. Vermijd dit zoveel mogelijk. Als het toch noodza- kelijk is, verplaats dan ALTIJD uw lichaamsgewicht naar de top van de helling toe en houd u klaar om er aan deze zijde af te springen mocht het voertuig beginnen kantelen.
Routine-onderhoud Na afloop van uw rit is het raadzaam, aangekoekte sneeuw, ijs, modder en vuil te verwijderen. Zo gaat uw voertuig niet alleen langer mee en behoudt het langer zijn verkoopwaarde, maar u schakelt ook mogelijke risico’s voor uw volgende rit met het voertuig uit.
ETIKET Dit voertuig is bij zijn levering voorzien van een etiket en labels met belangrijke veiligheidsinformatie. Elke persoon die met dit voertuig rijdt moet deze informatie gelezen en begrepen hebben voor zijn vertrek. vmo2008-015-001_en __________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
LABELS OP HET PRODUCT De volgende labels bevinden zich op uw voertuig en moeten als vaste onderdelen van het voertuig worden beschouwd. Ontbrekende of beschadigde labels kun- nen gratis worden vervangen. Raadpleeg een erkend Can-Am distributeur/dealer. OPMERKING: De volgende illustraties in deze Gebruikershandleiding geven en- kel een algemene voorstelling.
Pagina 58
Label 1 Label 3 vmo2008-015-003_en Label 4 vmo2008-015-002_en Label 2 Label 5 WAARSCHUWING Een verkeerde bandenspanning of overbelading kunnen tot controleverlies leiden en ERNSTIGE of DODELIJKE VERWONDINGEN veroorzaken. BELADING BANDENSPANNING KOUDE BANDEN VOORAAN MAX. MAX: XX,X kPa (XX,X psi) XXX kg MIN: XX,X kPa (XX,X psi) (XXX lb) ACHTERAAN...
Pagina 59
Label 6 Label 9 Label 10 vmo2007-002-002 BEVINDT ZICH ONDER DE ZITTING, OP DE BOVENSTE STANG VAN HET FRAME Label 7 vmo2008-015-004_en vmo2006-014-003_a Label 8 vmo2007-015-020_en ___________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 60
__________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 61
VOERTUIG- INFORMATIE _____________________...
Elk erkend Can-Am distributeur/dealer heeft deze num- mers nodig om reparaties onder ga- rantie uit te voeren. Er wordt geen garantie geboden door BRP als het motoridentificatienummer (EIN) het voertuigidentificatienummer (VIN) werd verwijderd of onleesbaar werd gemaakt.
INRIJPERIODE MOTOR Het voertuig moet een inrijperiode van 10 bedrijfsuren doorlopen, alvorens u langdurig volgas mag geven. LET OP: Meng nooit olie door de brandstof. Dit voertuig heeft een 4-taktmotor. Er moet alleen olie aan de motor worden toegevoegd. Tijdens deze periode mag u maximaal 3/4 gas geven.
Pagina 65
vmo2008-005-009_a TYPISCH _____________________...
Pagina 66
vmo2008-005-010_b TYPISCH vmo2008-014-002_a SERVICECOMPARTIMENT VOORAAN Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. ______________________...
OPMERKING: In dit deel worden de 2) Keuzeschakelaar basisfuncties van de diverse bedie- 2WD/4WD ningselementen van uw voertuig toe- Bevindt zich bovenaan op de gashen- gelicht. Meer details over het gebruik del. Deze keuzeschakelaar heeft geen van individuele bedieningselementen functie bij de modellen in de Europese in combinatie met andere vindt u in de Gemeenschap.
4) Voorremhendel WAARSCHUWING Druk deze hendel in om de voorrem- Zet de parkeerrem helemaal af men te activeren. Wanneer hij wordt voordat u met uw voertuig gaat losgelaten moet de hendel automa- rijden. tisch terugkeren naar zijn oorspronke- Wanneer de remmen tijdens het lijke stand.
Om het mechanisme te ontgrende- R: Achteruit len: Druk de remhendel in. De ver- In deze stand kan het voertuig achter- grendeling moet automatisch terugke- uit rijden. De snelheid van het voer- ren naar zijn oorspronkelijke stand. De tuig is beperkt. remhendel moet terugkeren naar zijn ruststand.
7) Behuizing multifunc- Koplampschakelaar tionele schakelaar Op de behuizing van de multifunctio- nele schakelaar zijn de volgende be- dieningselementen ondergebracht: FUNCTIES KOPLAMPSCHAKELAAR 1. Koplampschakelaar 2. Dimlicht en achterlicht 3. Grootlicht en achterlicht OPMERKING: Zet de contactschake- laar op AAN (ON) “zonder licht” om de koplamp te doven.
Pagina 71
Motorstopschakelaar Motorstartknop Deze schakelaar dient om de motor stil Om de motor te starten zet u de mo- te leggen en als noodstopknop. torstopschakelaar op RIJDEN (RUN). Om de motor stil te leggen laat u de Houd de motorstartknop ingedrukt. gashendel helemaal los en gebruikt de Laat hem onmiddellijk los nadat de motorstopschakelaar.
8) Multifunctionele meter Ophefknop Deze knop dient om de snelheidsbe- Dit voertuig is uitgerust met een elek- grenzer in achteruit op te heffen en tronische multifunctionele meter. extra vermogen vrij te maken. Druk Deze meter heeft de volgende func- de ophefknop in en houd hem inge- ties: drukt terwijl u de gashendel geleidelijk indrukt.
Pagina 73
Multifunctioneel display Combinatiemodus (normale weergavemodus) In deze modus toont het display de Na het starten toont het display nor- voertuigsnelheid en het motortoeren- maal: tal. – snelheid voertuig – motortoerental per minuut (TPM) – beide parameters tegelijk (combi- natiemodus). Snelheidsmodus In deze stand toont het display de snel- vdd2008-001-085_a heid van het voertuig in km/u of in...
Pagina 74
Multifunctioneel display Odometer (ODO) (tijdelijke weergavemodus) De odometer registreert de totale af- Houd de keuzetoets ingedrukt om gelegde afstand in mijl of kilometer. over te schakelen van de normale naar een van de volgende tijdelijke Tripmeter (trip) weergavemodi: De tripmeter registreert de afgelegde –...
Pagina 75
Meldingen op het multifunctionele display MELDING BESCHRIJVING Duidt aan dat u de verkeerde contactsleutel gebruikt. Gebruik de juiste sleutel voor dit voertuig. INVALID KEY Het is ook mogelijk dat de contactsleutel een slecht contact geeft. Verwijder de sleutel en maak hem schoon. Dit verschijnt als de parkeerrem langer dan 15 seconden wordt BRAKE geactiveerd.
Pagina 76
Versnellingsdisplay Brandstofpeilaanduiding Dit display toont in welke versnelling Een indicatiebalk duidt doorlopend de het voertuig staat. hoeveelheid brandstof in de brandstof- tank aan terwijl u rijdt. Als het verklikkerlichtje te laag brand- stofpeil brandt, betekent dit dat de brandstoftank nog maar voor 30% ge- vuld is, m.a.w.
9) 12-volt-voedingsuit- Als dit lichtje brandt, betekent gang dit dat het 4WD-systeem actief Dit is een handige aansluiting voor een looplamp of andere draagbare uitrus- verklikkerlichtje ting. brandt, betekent dit dat de Verwijder het beschermkapje voor ge- brandstoftank nog maar voor 30% gevuld is, m.a.w.
In de stand AAN (ON) met lichten gaan 11) Dop brandstoftank alle lichten branden, ook als de motor LET OP: Plaats nooit iets op de niet draait. Vergeet niet dat de accu dop van de brandstoftank. Als de ontlaadt wanneer de lichten branden ventilatieopening in de dop van zonder dat de motor draait.
12) Achterrempedaal 14) Vergrendeling zitting Door dit pedaal in te drukken wordt de Hiermee kunt u de zitting verwijderen achterrem geactiveerd. Wanneer het om het motorcompartiment te ope- wordt losgelaten moet het rempedaal nen. automatisch terugkeren naar zijn oor- spronkelijke stand. Het remeffect is afhankelijk van de kracht die op het pe- daal wordt uitgeoefend en van het ty- pe en de toestand van het terrein.
15) Middenpaneel Installeren van de zitting Steek de lipjes vooraan in de bevesti- Verwijder de zitting. gingshaakjes. Druk de zitting daarna Hef het voorste deel van het midden- stevig naar beneden tot ze vastklikt. paneel op. OPMERKING: U zult duidelijk een klik voelen.
16) Bergvak achteraan 17) Bagagedrager achteraan Dit is een handige plaats om persoon- lijke dingen op te bergen, bijvoorbeeld Dit is een handige plaats om kleine een gereedschapsset, de bedienings- voorwerpen mee te nemen. handleiding, reservebougies, eerste- Bevestig de voorwerpen aan de baga- hulpkit enz.
18) Sleephaak 20) Zekeringen Handige haak om een vastgelopen Het elektrisch systeem is beveiligd ATV los te trekken. met zekeringen. Zie ONDERHOUD voor meer informatie. 19) Radiatordop De zekeringhouders zitten in het ser- vicecompartiment vooraan en achter- Deze bevindt zich in het servicecom- aan naast de accu achter het deksel.
21) Gereedschapsset 23) Vloeistofreservoir remhendels Het gereedschapskistje zit in het bergvak achteraan. Het bevat ge- Dit zit boven de voor- en achterrem- reedschap voor elementaire onder- hendel aan het stuur. houdstaken en deze Gebruikershand- leiding. In het kistje zitten de volgende werk- tuigen: –...
26) Voertuigslot Er kunnen diverse modellen voertuig- sloten worden gebruikt. Vraag uw erkend Can-Am distribu- teur/dealer welk model u voor uw voertuig dient te gebruiken. 27) Richtingaanwijzer- schakelaar Deze schakelaar bevindt zich links aan vmo2007-017-001_a het stuur. 1. Claxonknop 2. Richtingaanwijzerschakelaar 29) Waarschuwingsknop Deze knop bevindt zich rechts op de console.
VLOEISTOFFEN Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. OPMERKING: In dit hoofdstuk ver- Brandstofpeil neemt u alles over de aanbevolen vloeistoffen en de juiste werkwijze WAARSCHUWING om het vloeistofpeil te controleren.
SAE 15W40 elk seizoen. SAE 20W50 Tijdens de heetste dagen van de zo- mer kan er echter ook minerale olie Temperatuurbereik BRP XP-S™ 10W40 (stuknr. 219 700 50°C (122°F) 346) worden gebruikt. 40°C (104°F) OPMERKING: Voor een optimale per- 30°C (86°F)
Oliepeil LET OP: Controleer het peil regel- matig en vul bij indien nodig. Voeg niet teveel toe. Een verkeerd olie- peil kan ernstige schade aan de motor aanrichten. Wis gemorste olie weg. TYPISCH 1. Max. (Full) 2. Toevoegen 3. Bedrijfsbereik Verwijder de peilstok om olie toe te vmo2008-005-001_c voegen.
OPMERKING: Als u vaak koelvloeistof Vloeistofreservoir voor- en aan uw koelsysteem moet toevoegen, achterremhendel wijst dit op lekkage of motorproble- men. Raadpleeg een erkend Can-Am distributeur/dealer. Remvloeistof Aanbevolen vloeistof Gebruik altijd remvloeistof die voldoet aan de specificatie DOT 4. LET OP: Om ernstige schade aan het remsysteem te voorkomen, TYPISCH mag u geen andere vloeistoffen dan...
BEDIENINGSINSTRUCTIES – Controleer of alle bedieningsele- Algemeen menten aanwezig zijn en goed De schakelhendel moet in de PAR- werken. KEER-stand of in VRIJLOOP staan op- – Ga na of het stuur vlot werkt. dat de motor zou starten. – Geef meermaals gas om te control- OPMERKING: Gemakkelijkheidshalve eren of de gashendel vlot werkt.
– Controleer de werking van de LET OP: Zet de parkeerrem hele- richtingaanwijzer-schakelaars maal af voordat u met uw voertuig waarschuwingsknop. gaat rijden. – Start de motor, zet de parkeerrem Druk de gashendel geleidelijk in om af, rijd langzaam een stukje vooruit het motortoerental te verhogen en de en test alle remmen individueel uit.
Onderhoud na gebruik Als u uw voertuig in een zoutwater- omgeving hebt gebruikt (strand, te wa- ter laten/uit het water halen van boten enz.), moet u het afspoelen met zoet- water om het voertuig en al zijn onder- delen in goede staat te houden. We raden u met aandrang aan, metalen onderdelen te smeren.
SPECIALE PROCEDURES Voertuig op zijn kop Wanneer het voertuig op zijn kop be- landt of op zijn zijkant blijft liggen, moet u het terug in de juiste stand (op de vier wielen) zetten en 3 tot 5 minuten wachten alvorens de motor te starten.
LASTEN EN TRANSPORT Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. Respecteer de volgende maximale be- Lasten ladingswaarden bij het vervoeren van lasten.
Transport Locatie vooraan Bevestig het te transporteren voertuig met geschikte bevestigingsmiddelen aan de aanhangwagen of pick-up. Ge- woon touw wordt niet aanbevolen. WAARSCHUWING vmo2008-005-004_a TYPISCH Locatie achteraan Kantel dit voertuig nooit op zijn achterkant om het te transporte- ren. We raden u aan het voertuig in zijn normale positie (op zijn vier wielen) te transporteren.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR DRAAIT NIET 1. Contactschakelaar staat op UIT (OFF). – Zet de schakelaar op AAN (ON). 2. Motorstopschakelaar. – Let erop dat de motorstopschakelaar op AAN (ON) staat. 3. Transmissie staat niet in PARKEERSTAND of VRIJLOOP. – Schakel naar de PARKEERSTAND of VRIJLOOP of druk de remhendel(s) in. 4.
MOTOR WENTELT MAAR START NIET 1. Verdronken motor (bougie nat bij verwijdering). – (Modus verdronken) Als de motor niet start en teveel brandstof bevat, kan deze modus worden geactiveerd om de brandstofinjectie te verhinderen en de ontsteking te onderdrukken tijdens het starten. Ga als volgt te werk: •...
MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN 1. Bougie vuil of beschadigd. – Zie punt MOTOR WENTELT MAAR START NIET. 2. Motor krijgt onvoldoende brandstof. – Zie punt MOTOR WENTELT MAAR START NIET. 3. Motor raakt oververhit. – Het verklikkerlichtje CONTROLEER MOTOR gaat branden en er verschijnt HI TEMP op het multifunctionele display.
MOTOR WEIGERT 1. Bougie vuil/beschadigd/versleten. – Reinig/controleer de bougie en het verwarmingsbereik. Vervangen indien nodig. 2. Water in de brandstof. – Tap het brandstofsysteem af en hervul het met verse brandstof. VOERTUIG BEREIKT MAXIMUMSNELHEID NIET 1. Motor. – Zie MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN. 2.
XP-S olie voor kettingkasten (stuknr. 413 801 900) KOELSYSTEEM Ethylglycol-watermengsel (50% koelvloeistof, 50% water). Type Gebruik voorgemengde koelvloeistof verkocht Koelvloeistof door BRP (stuknr. 219 700 362) of koelvloeistof die specifiek is ontwikkeld voor aluminium motoren Inhoud 2,5 l (2,65 quarts) ______________________...
Pagina 101
MODEL RENEGADE 500 RENEGADE 800 ELEKTRISCH SYSTEEM Uitgangsvermogen magneetgenerator 400 W @ 6.000 TPM Type ontstekingssysteem IDI (Inductive Discharge Ignition) Ontstekingstijdstip Niet instelbaar Aantal Bougie Merk en type NGK DCPR8E Spleet 0,6 tot 0,7 mm (0,024 tot 0,027 in) Vooruit 8.000 Instelling motortoerentalbegrenzer...
Pagina 102
3,6:1 Vooraan 500 ml (17 U.S. oz) Inhoud Achteraan 250 ml (8,5 U.S. oz) Differentieelolie BRP differentieelolie (stuknr. 293 600 043) of Aanbevolen synthetische olie 75W90 (API GL5) Smeermiddel homokinetische koppelingen Smeermiddel homokinetische koppelingen (stuknr. 293 550 019) Smeermiddel cardanas XP-S synthetisch vet (stuknr.
Pagina 103
MODEL RENEGADE 500 RENEGADE 800 BESTURING Draaicirkel 2,16 m (7 ft) Totale spoorbreedte (voertuig op de grond) 0 mm (0 in) Wielvluchthoek 0° OPHANGING VOORAAN Type ophanging Dubbele A-arm Veerweg mm (in) 216 (8,5) AANT Schokdemper Olie Type 5 standen X: HPG Clicker ACHTERAAN Type ophanging...
Pagina 104
MODEL RENEGADE 500 RENEGADE 800 REMMEN (vervolg) Vooraan mm (in) 3,5 (0,138) Minimale dikte remschrijven Achteraan mm (in) 4,3 (0,17) Maximale remschijfkromming mm (in) 0,2 (0,01) BANDEN EN WIELEN BANDEN Maximum: 48 kPa (7 PSI) Vooraan Minimum: 34,5 kPa (5 PSI) Spanning Maximum: 48 kPa (7 PSI) Achteraan...
Pagina 105
United States Department of Agriculture Watt In het kader van zijn beleid van voortdurende kwaliteitsverbetering en innovatie behoudt BRP zich het recht voor, op eender welk moment wijzigingen aan het ontwerp en de specificaties, aanvullingen of verbeteringen aan zijn producten aan te brengen, zonder dat dit enige verplichting inhoudt om deze ook te installeren op eerder gefabriceerde producten.
ONDERHOUDSSCHEMA Het onderhoud is erg belangrijk. Bent u niet vertrouwd met de veilige werkwijze en afregelingsprocedures, doe dan een beroep op uw erkend Can-Am distribu- teur/dealer. PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 U OF 30 DAGEN OF 300 km (185 mi) (Uit te voeren door een erkend Can-Am distributeur/dealer.
Pagina 109
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 U OF 30 DAGEN OF 300 km (185 mi) (Uit te voeren door een erkend Can-Am distributeur/dealer. Het eerste onderhoud is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd.) A: AFREGELEN 25 U OF 750 km (470 mi) C: REINIGEN I: INSPECTEREN 50 U OF 1500 km (930 mi)
Pagina 110
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 U OF 30 DAGEN OF 300 km (185 mi) (Uit te voeren door een erkend Can-Am distributeur/dealer. Het eerste onderhoud is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd.) A: AFREGELEN 25 U OF 750 km (470 mi) C: REINIGEN I: INSPECTEREN 50 U OF 1500 km (930 mi)
Pagina 111
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 U OF 30 DAGEN OF 300 km (185 mi) (Uit te voeren door een erkend Can-Am distributeur/dealer. Het eerste onderhoud is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd.) A: AFREGELEN 25 U OF 750 km (470 mi) C: REINIGEN I: INSPECTEREN 50 U OF 1500 km (930 mi)
ALGEMEEN Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. WAARSCHUWING Tenzij anders aangegeven mag de motor niet draaien tijdens alle on- derhoudswerken.
MOTOR Luchtfilter Reiniging Giet reinigingsoplossing (stuknr. 219 Verwijdering 700 341) of gelijkwaardig in een em- mer. Leg de filter te week. LET OP: Verwijder of wijzig geen Reinig het luchtfilterhuis vanbinnen enkel onderdeel van het luchtfilter- terwijl de filter ligt te weken. huis.
Schroef de olieaftapplug los. Vervang de pakking van de aftapplug. Maak de plaats voor de pakking op de motor en de olieaftapplug schoon en breng de plug weer aan. Vul de mo- tor tot het juiste niveau met de aanbe- volen olie.
Schroef de koelvloeistof-aftapplug los WAARSCHUWING en vang de koelvloeistof op in een ge- Maak de radiator nooit schoon met schikt recipiënt. uw handen terwijl hij nog heet is. Laat de te reinigen radiator eerst afkoelen. LET OP: Let op dat u de radiatorvin- nen niet beschadigt bij de reiniging.
Vonkafleider De knalpot moet regelmatig worden ontdaan van opgehoopte koolstof. WAARSCHUWING Laat de motor nooit draaien in een afgesloten ruimte. Voer dit werk nooit uit wanneer de motor net heeft gedraaid, omdat het uitlaat- systeem dan erg heet is. Zorg er- vmo2006-007-022_b voor dat er geen brandbare mate- 1.
TRANSMISSIE Aandrijfriem Laat de breedte en de toestand van de aandrijfriem controleren door een erkend Can-Am distributeur/dealer. Aftapplug CVT-deksel Wanneer u vermoedt dat er water is binnengedrongen in het CVT-deksel, moet u de aftapplug openen en de CVT-behuizing laten leeglopen. vmr2006-021-007_b ACHTER LINKERVOETSTEUN 1.
TANDWIELKAST Oliewissel Zet het voertuig op een vlak oppervlak. Reinig de omgeving van de aftapplug en de oliepeilplug en verwijder de tandwielkast-aftapplug. vmo2006-007-018_a 1. Oliepeilplug 2. Olieaftapplug OPMERKING: Om de tandwielkast volledig te ledigen, zet u een krik on- der de linkervoetsteun en kantelt het voertuig wat naar rechts.
BRANDSTOFSYSTEEM Neem de behuizing uit elkaar. Schuif Smering gaskabel de rubberen beschermer achteruit De gaskabel moet worden gesmeerd zodat de gaskabel-afstelschroef zicht- met siliconensmeerolie (stuknr. 293 baar wordt. 600 041) of een gelijkwaardig product. WAARSCHUWING Gebruik altijd een smeermiddel op siliconenbasis. Als u een an- der smeermiddel gebruikt (bijv.
Pagina 120
– de kabel van de gashendelbehuiz- Steek de naald van de oliebus in ing. het uiteinde van de gaskabel-afstel- schroef. OPMERKING: Schuif de kabel in de gleuf van de clip en trek het kabeluit- WAARSCHUWING einde uit de clip. Draag altijd oogbescherming en handschoenen om een kabel te smeren.
Afregeling gashendel Schuif de rubberen beschermer ach- teruit zodat de gaskabel-afstelschroef zichtbaar wordt. Draai de borgmoer los en draai aan de afstelschroef tot de gashendel de juiste speling heeft. OPMERKING: Meet de speling aan het uiteinde van de gashendel. Span de borgmoer aan en bevestig de beschermer terug.
ELEKTRISCH WAARSCHUWING Draai de contactsleutel altijd in de UIT stand (OFF), alvorens onder- houds- of reparatiewerken aan het elektrisch systeem uit te voeren, tenzij anders aangegeven. Bougie vmo2006-007-030_a Verwijdering LINKERKANT — VOORSTE CILINDER Verwijder de zijpanelen. 1. Bougie Koppel de bougiekabels los. Installatie Draai de bougies een toer los.
Verwijdering Installatie Verwijder de opbergkoffer. Installeer de accu terug in het voertuig. Koppel eerst de ZWARTE (-) kabel los WAARSCHUWING en dan de RODE (+). Sluit eerst de RODE (+) kabel aan WAARSCHUWING en dan de ZWARTE (-). Sluit de RODE (+) kabel altijd eerst aan.
Koplampen LET OP: Raak het glasdeel van een halogeenlamp nooit aan met de vingers. Anders neemt de le- vensduur af. Heeft u het glas toch aangeraakt, maak het dan schoon met isopropylalcohol, die geen film op de lamp zal achterlaten. Om de grootlicht-lamp te vervangen gaat u als volgt te werk.
Pagina 125
Trek de lamp eruit. Standlicht vooraan Om de standlicht-lamp vooraan, die zich in de koplampbehuizing bevindt te vervangen, gaat u als volgt te werk. Verwijder het voorste middenpaneel. Trek aan de rubberen lampbehuizing om de lamp te bereiken. Trek de lamp eruit. Vervang de lamp.
Pagina 126
vmo2007-017-006_a RICHTINGAANWIJZER VOORAAN TYPISCH 1. Schroef 1. Remlichtlamp Draai de lamp onder lichte druk in te- Druk de lamp in en houd ze vast terwijl genwijzerzin. Trek de lamp eruit. u ze in tegenwijzerzin losdraait. Om de nieuwe lamp te installeren Om de nieuwe lamp te installeren drukt u ze eerst in en draait ze in wij- drukt u ze eerst in en draait ze in wij-...
AANDRIJFTREIN Manchet/beschermer Wiel aandrijfas Af en toe moet u de wielmoeren ver- wijderen en wat smeervet tegen het vastvreten op de tappen aanbrengen, Inspectie om de latere verwijdering te verge- Inspecteer de beschermers en man- makkelijken. Dit is vooral belangrijk chetten van de aandrijfas visueel.
Controleer de spanning wanneer de Banden/Wielen banden “koud” zijn, voordat u het voertuig gebruikt. De bandenspan- WAARSCHUWING ning varieert onder invloed van tem- Let er bij de vervanging van de peratuur en hoogte. Controleer de banden op dat u nooit een dia- bandenspanning opnieuw wanneer gonaalband combineert met een een van deze factoren verandert.
Pagina 129
Wielen verwijderen Draai de moeren los en hef het voer- tuig op. Plaats een stut onder het voertuig. Verwijder de moeren en dan het wiel. Breng bij de installatie wat smeer- middel tegen het vastvreten op de schroefdraad aan. De banden zijn directioneel en moeten in de juiste draairichting gemonteerd blijven om goed te werken.
OPHANGING Smering Afregeling Smeer de voorste A-armen. Gebruik Het rijgedrag en comfort van uw voer- synthetisch vet voor ophangingen tuig zijn afhankelijk van de afregeling (stuknr. 293 550 033) of gelijkwaardig. van de ophanging. Er zitten twee smeerfittingen aan elke De ophanging kan worden afgeregeld A-arm.
Pagina 131
X Package vmo2008-021-001_a TYPISCH — REGELING VOORBELASTING — vmo2008-021-003_a VOORAAN TYPISCH A. Zelfde lengte Stap 1: Draai de bovenste borgring los Stap 2: Draai de regelring in de gewenste stand Stap 3: Draai de bovenste borgring aan Overige vmo2008-021-002_a TYPISCH — REGELING VOORBELASTING — ACHTERAAN A.
Pagina 132
Afregeling schokdemping Compressie (hoge snelheid) Gebruik een sleutel van 17 mm voor Enkel X Package deze afregeling. Voer de afregeling uit voor iedere posi- tie (klik) individueel. Maak een proefrit met het voertuig in dezelfde omstan- digheden; terrein, snelheid, rijhouding bestuurder enz.
Inspectie Het remsysteem is hydraulisch en hoeft niet te worden afgeregeld. Voer de volgende controles uit om de remmen in goede conditie te houden: – remvloeistofpeil – remsysteem op vloeistoflekkage – reinheid remmen – rem op sponsachtig aanvoelen – remschijven op overmatige slijtage en toestand van het schijfoppervlak –...
CARROSSERIE/CHASSIS Toestand sleephaak Reiniging en bescherming voertuig Controleer of de bevestigingen stevig vastzitten. Draai ze steviger aan, in- Reinig dit voertuig nooit met een ho- dien nodig. gedrukreiniger. GEBRUIK ALLEEN LAGE DRUK (bijvoorbeeld een tuin- slang). Hoge druk kan elektrische of Framebevestigingen mechanische schade aanrichten.
BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN WAARSCHUWING Laat een erkend Can-Am dealer na- kijken of het brandstofsysteem in- tact is volgens het ONDERHOUDS- SCHEMA. Als u het voertuig langer dan een maand niet gebruikt, is een correcte bewaring noodzakelijk. Uw erkend Can-Am dealer kan u hier meer over vertellen.
• Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige reparaties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onderdelen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkend Can-Am-distribu- teur/dealer met service-autorisatie is;...
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wij- zigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de garantie- voorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheids- duur van deze garantie werden verkocht.
BRP. 7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de re- paratie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en service defect zijn gebleken of, naar eigen inzicht, de vervanging van deze onderdelen door nieuwe originele Can-Am ATV-onderdelen zonder aanrekening van onderdelen en werk- uren, uitgevoerd door een erkend Can-Am distributeur/dealer naar keuze.
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Alle originele Can-Am ATV-onderdelen en -accessoires, die worden geïnstalleerd door een erkend BRP-distributeur/dealer op het ogenblik van de levering van de Can-Am ATV bouwjaar 2008, genieten dezelfde garantie. Bij gebruik van dit product voor races of enige andere competitie-activiteit, zelfs door de vorige eigenaar, vervalt deze garantie.
Pagina 143
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wij- zigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de garantie- voorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheids- duur van deze garantie werden verkocht.
Pagina 144
7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de re- paratie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en service defect zijn...
Pagina 145
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende distributeur/dealer.
Wenst u dat uw naam en adres niet worden vrijgegeven, gelieve dit dan schriftelijk te melden op onderstaand adres. BRP EUROPEAN DISTRIBUTION Warranty Department Chemin de Messidor 5-7...
Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afgelo- pen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er ATV’s zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar om BRP op de hoogte te brengen.
Pagina 151
Informeer bij de distributeur/dealer waar u uw voertuig kocht of uw voertuig werd geregistreerd bij BRP. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.