2. CU 300 als signaleringseenheid
2.1 Beschrijving
Als de CU 300 is aangesloten op een SQE-pomp
worden storingen gemeld door een van de acht rode
signaallampjes op de CU 300.
De indicaties zijn gebaseerd op signalen afkomstig
van de motor of eventueel van geïnstalleerde opne-
mers. Een gedetailleerde beschrijving van de afzon-
derlijke storingsmeldingen vindt u in hoofdstuk
11. Alarmfuncties.
De mogelijkheid bestaat een externe storingsmelder
aan te sluiten alsmede een externe aan/uit-schake-
laar. Raadpleeg hoofdstuk 2.5 Elektrische aanslui-
ting voor onder meer de aansluitinstructies.
Afb. 2 toont een voorbeeld van een systeem waarop
de CU 300 functioneert als signaleringseenheid.
Afb. 2
De CU 300 functioneert als signaleringseenheid voor
de pomp. Verder is het mogelijk met de pomp te
communiceren via de afstandsbediening R100.
Raadpleeg hiervoor hoofdstuk 12. CU 300 met
R100.
2.2 Installatie
Voordat u met werkzaamheden aan de
CU 300 begint, dient u er zeker van te zijn
dat de voedingsspanning is uitgeschakeld
en niet per ongeluk kan worden ingescha-
keld.
2.3 Locatie
De CU 300 kan zowel binnen als buiten worden
geïnstalleerd. Zorg ervoor dat het apparaat niet
wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
6
2.4 Montage van de CU 300
De CU 300 is ontworpen voor montage tegen de
muur.
De behuizing is voorzien van zes montagegaten
(ø4), zie afb. 3 (afmetingen in mm).
De CU 300 dient als volgt te worden gemonteerd:
• horizontaal (zie afb. 3), zodat eventueel gecon-
denseerd water kan ontsnappen.
• op een vlakke ondergrond, om vervorming van de
behuizing te voorkomen.
Afb. 3
104.5
Bij de CU 300 wordt een set Pg-kabeldoorvoerwar-
tels geleverd.
De kabeldoorvoerwartels dienen te worden gebruikt
voor het invoeren van de kabels/bedrading om de
dichtheidsklasse (IP 55) en de trekontlasting zeker te
stellen.
104.5