6.6 Elektrische aansluiting
Verricht geen elektrische aansluitingen
aan de CU 300, tenzij de voedingsspan-
ning is uitgeschakeld. De CU 300 dient
volgens de in Nederland/België geldende
regels te worden aangesloten.
Afb. 28
1
2
POWER
PE
PE
L N
Legenda:
Pos.
Omschrijving
Analoge opnemer, uitgangssignaal
A1
4-20 mA.
Analoge opnemer, uitgangssignaal
A2
0-20 mA.
Analoge opnemer, uitgangssignaal
A3
0-10/2-10 V.
D1
Digitale opnemer, NO (normally open).
D2
Digitale opnemer, NC (normally closed).
H
Externe storingsmelder (optioneel).
Intern alarmrelais.
K1
Relais gegevens: 250 VAC, 8 A, AC1.
De voedingsspanning en de frequentie staan ver-
meld op het typeplaatje. Controleer of de CU 300 ge-
schikt is voor de aanwezige voedingsspanning.
K1
3
4
5 6 7
8
9
10
111213
PUMP
ALARM
AUX
DIG
RELAY
RELAY
IN
H
D1
N
L
D1
A1
A2
A3
6.6.1 Voedingsspanning
POWER (voeding), klemmen 1, 2 en PE:
Verbind klemmen 1 en 2 met de fasedraad en de nul-
leider van de netvoeding. Deze twee draden mogen
met elkaar worden verwisseld.
Verbind de PE-klem met de groen/gele aardedraad.
Onder elke PE-klem mag slechts één aardedraad
worden gemonteerd.
De maximale aderdoorsnede van de aan te sluiten
bedrading bedraagt 6 mm².
Voorzekering: maximaal 16 A.
N.B.: Sluit de draden van de netvoeding niet aan op
klemmen 3 en 4 (PUMP).
14
15
16
171819
SENSOR
SENSOR
RS
RS
1
2
485
232
4-20 mA
0-20 mA
0-10V/2-10V
25