Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aan/Uit Functie; Droogloop Stop; Droogloop Beveiliging; Max. Toerental - Grundfos CU 300 Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

12.4.5 Aan/Uit functie

Stel de aan- en uit-tijden in voor de drainagefunctie.
Zie par. 2.8 Beschrijving van de drainagefunctie.
Bedrijfsmelding:
Zodra in dit display een waarde wordt ingesteld,
wordt de storingsmelding op de CU 300 als gevolg
van droogloop gedeactiveerd.
Bij selectie van "–" wordt de drainagefunctie gedeac-
tiveerd. Hierbij wordt de storingsmelding als gevolg
van droogloop weer geactiveerd.
Aan:
Aan-tijd: de bedrijfsperiode van de pomp.
Instelbereik: "–" (niet actief), 1, 2, .....60 min.
Uit:
Uit-tijd, de maximum periode dat de pomp wordt uit-
geschakeld.
Instelbereik: "–" (niet actief), 1, 2, .....60 min.
Samenhang met andere displays:
Indien "2 maal" op "Ja" in display 12.4.3 Automati-
sche herstart wordt geselecteerd, wordt de drainage-
functie gedeactiveerd.

12.4.6 Droogloop stop

De waarde voor droogloopstop is fabrieksmatig inge-
steld.
De waarde is afhankelijk van de actuele motor.
De fabrieksinstelling is afhankelijk van het vermogen
van de motor, zie hoofdstuk 13. Technische specifi-
caties.
Indien de droogloopbeveiliging of de drainagefunctie
wordt toegepast, dient in bovenstaand display de
minimum waarde voor het opgenomen vermogen
van de pomp te worden ingesteld.
Zie par. 2.8 Beschrijving van de drainagefunctie.
Instelbereik: 0-2500 W (intervallen van 10 W).
Samenhang met andere displays:
12.4.7 Droogloop beveiliging moet zijn ingesteld op
"Actief".
Indien "2 maal" op "Ja" in display 12.4.3 Automati-
sche herstart wordt geselecteerd, wordt de drainage-
functie gedeactiveerd.
Het actuele opgenomenvermogen van de pomp is af
te lezen in display 12.2.5 Opgenomen vermogen en
energieverbruik.

12.4.7 Droogloop beveiliging

U kunt kiezen uit de volgende instellingen:
• Actief,
• Niet actief.
De instelling in dit display geldt voor zowel de drai-
nagefunctie als de droogloopbeveiliging.
Voor bepaalde toepassingen kan het noodzakelijk
zijn de droogloopbeveiliging te deactiveren.
Zie par. 2.6 Beschrijving van de droogloop
beveiliging.

12.4.8 Max. toerental

Stel het maximum toerental in.
Instelbereik: 7.000-10.700 min
instelbaar).

12.4.9 Druktoets op de CU 300

De On/Off druktoets op de CU 300 kan worden inge-
steld op:
• Actief,
• Niet actief.
-1
-1
(per 100 min
55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave