Gebruik de regeling in de volgende twee situaties:
• in installaties met een potentiometer of
• in grote SCADA-systemen. Hierdoor wordt het
mogelijk de pompcapaciteit op afstand in te stel-
len (bijv. via een PC).
De volgende instellingen zijn mogelijk:
• SPP 1.
Potentiometer van GRUNDFOS.
Zie par. 1.1 Uitbreidingsmogelijkheden.
• 4-10 mA.
• 0-20 mA.
• 2-10 V.
• 0-10 V.
• "–" (niet actief).
Externe gewenste waarde niet geactiveerd.
Beschrijving:
Het motortoerental is door aansluiting van een
stroom- of spanningssignaal op opnemeringang 2 in
te stellen, het instelbereik loopt van de ingestelde
gewenste waarde in display 12.1.1 Gewenste
waarde tot het minimum toerental van 7.000 min
Indien de gewenste waarde in display 12.1.1 Ge-
wenste waarde is ingesteld op 10.700 min
motortoerental extern worden versteld van 7.000 tot
-1
10.700 min
.
De actuele gewenste waarde wordt door de CU 300
berekend en weergegeven in display 12.2.2 Actuele-
en externe gewenste waarde.
Bij aansluiting van een potentiometer SPP 1 wordt
de interne spanningsbron van de CU 300 gebruikt
om het signaal te genereren.
Zie hoofdstuk 7. CU 300 met een potentiometer.
Samenhang met andere displays:
Indien de fabrieksinstelling "Open loop" (open regel-
kring) in display 12.4.1 Regelaar wordt gewijzigd in
"Closed loop" (gesloten regelkring) wordt de pomp
geregeld door het signaal van opnemer 1. Om die
-1
reden wordt eenheid min
van display 12.1.1
Gewenste waarde gewijzigd in de meeteenheid van
de opnemer (m³/h, m, %, GPM (gallons per minuut),
ft (voet).
Indien in display 12.4.2 Externe gewenste waarde
een andere waarde dan "–" (niet actief) is ingesteld,
dan zijn de volgende displays niet langer beschik-
baar:
• 12.3.5 Opnemer 2,
• 12.3.6 Stop, opnemer 2,
• 12.3.7 Waarschuwing, opnemer 2 en
• 12.3.8 Alarm, opnemer 2.
54
12.4.3 Automatische herstart
Stel de automatische herstarttijd in (de tijd vanaf het
moment dat de pomp wordt uitgeschakeld tot het
moment waarop de pomp opnieuw wordt ingescha-
keld).
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Tijd:
• 0:05.
• "–" (niet actief).
• 1, 2, .....30 min. (per 1 minuut instelbaar),
30, 45, 1 uur, .....2 uur (per 15 minuten instelbaar),
-1
2:30 uur, 3 uur, .....4 uur (per 30 minuten instel-
.
baar).
-1
kan het
2 maal:
• Ja.
• Nee.
Bij een selectie "Ja" wordt de ingestelde herstarttijd
telkens na 10 motorstoringen automatisch verdub-
beld. De tijd wordt verdubbeld totdat de uit-tijd 4 uur
bedraagt. Na 10 uur bedrijfstijd, zonder dat een sto-
ring is opgetreden, wordt de herstarttijd automatisch
ingesteld op:
• de waarde die in het veld "Tijd" is ingesteld of
• 5 min. (fabrieksinstelling) indien geen waarde in
het veld "Tijd" was ingevuld.
Samenhang met andere displays:
Indien "2 maal" op "Ja" wordt geselecteerd wordt de
drainagefunctie gedeactiveerd.
12.4.4 Startvertraging
Stel een startvertraging in.
Deze functie wordt toegepast wanneer diverse pom-
pen op hetzelfde leidingnet zijn aangesloten en
waarbij de pompen niet gelijktijdig mogen starten.
De SQE-pompen zijn met een ingebouwde soft star-
ter uitgerust, om deze reden zullen er geen proble-
men met de aanloopstromen ontstaan.
Instelbereik: 0-60 s (per 2 seconden instelbaar).