4. CU 300 met regeling op basis van
constante druk - 0 tot 10 bar
4.1 Beschrijving
Regeling op basis van constante druk zorgt ervoor
dat de pompcapaciteit automatisch aan de belasting
wordt aangepast. Het systeem handhaaft een con-
stante druk binnen de maximale pompcapaciteit,
ongeacht variaties in het waterverbruik.
Afb. 14 toont een voorbeeld van een installatie die
wordt geregeld op basis van constante druk in het
bereik van 0 tot 10 bar.
Afb. 14
1
Pos.
Omschrijving
1
CU 300.
Expansievat.
2
Dempt snelle druk variaties.
Flowschakelaar.
3
De pomp schakelt in zodra er een kraan
wordt geopend.
Drukopnemer.
4
De gewenste druk wordt ingesteld met
behulp van de R100.
4.2 Functie
De druk wordt door de drukopnemer gemeten en in
de vorm van een elektrisch signaal naar CU 300 ver-
stuurd. De CU 300 past de pompcapaciteit dienover-
eenkomstig aan. Er dient een flowschakelaar in het
systeem te worden geïnstalleerd om ervoor te zor-
gen dat de pomp wordt ingeschakeld zodra er water-
verbruik ontstaat.
De gewenste druk wordt ingesteld in het R100-dis-
play 12.1.1 Gewenste waarde.
• Verbruik tot 0,18 m³/h.
De flowschakelaar is niet geactiveerd (contact is
geopend).
De pomp wordt ingeschakeld als de druk gelijk is
aan de gewenste waarde minus 0,5 bar. De pomp
vult het expansievat en stopt als de druk gelijk is
aan de gewenste waarde plus 0,5 bar. In deze si-
tuatie wordt de pomp aan/uit geregeld.
• Verbruik boven 0,18 m³/h.
De flowschakelaar is geactiveerd (contact is ge-
sloten).
De pomp schakelt in zodra de flowschakelaar
wordt geactiveerd (het contact sluit). De toerenre-
geling zorgt ervoor dat de druk constant wordt ge-
houden. Is de verbruik lager dan 0,18 m³/h en de
flowschakelaar geopend, dan wordt het expansie-
vat gevuld totdat er een druk is bereikt die gelijk is
aan de gewenste waarde plus 0,5 bar. Als die
waarde is bereikt, wordt de pomp uitgeschakeld.
De pomp wordt dus uitgeschakeld door de combi-
natie van een verbruik lager dan 0,18 m³/h en een
druk gelijk aan de gewenste waarde plus 0,5 bar.
Indien het verbruik hoger is dan de hoeveelheid die
de pomp kan leveren bij de gewenste druk, dan volgt
de druk de pompcurve zoals afgebeeld in afb. 15.
Afb. 15
2
Druk
4
3
A
A = Gewenste druk
4.3 Plaatsing van de drukopnemer
Drukverlies zorgt voor ongemak bij de gebruiker. De
CU 300 houdt de druk constant daar waar de druk-
opnemer is geplaatst, zie afb. 16.
Afb. 16
Stop
+0,5 bar
Dynamische
Regeling
veranderingen
Start
±0,2 bar
±0,5 bar
–0,5 bar
CU 300
8 l
Kraan 1
Volumestroom
Douche
Kraan 2
15