Inhoudsopgave
Advertenties
NL
7.6
Oximetrie van de moeder
Team3 kan de verzadiging van de bloedzuurstof van de moeder en de polsslag meten.
Er klinkt een alarm (indien geactiveerd) als de zuurstofverzadiging van de moeder
onder een bepaald niveau zakt of als haar polsslag boven of onder bepaalde limieten
komt.
7.6.1
Procedure
Opmerking
Wanneer u de Freedom SF1 gebruikt, moet u het Version-scherm bekijken (zie
16.5 Veilige instellingen) om te bepalen of u SpO2 en draadloze transducers
tegelijkertijd kunt gebruiken op uw Team3. Moederbordversies lager dan 5
ondersteunen geen gelijktijdig gebruik van Freedom en SpO2.
1. Sluit de oximetriesensor van de moeder aan op de oximetriekabel voor de moeder.
2. Sluit de oximetriekabel aan op de Team3-connector. Zorg dat de connectortoets
op de oximeterkabel correct uitgelijnd is met de MSpO
connectormodule. Duw de connector recht naar binnen totdat deze vergrendelt. Niet
draaien.
3. Breng de sensor aan op de moeder. Raadpleeg de instructies die bij de sensor
geleverd werden.
4. Wanneer deze een signaal vindt, worden de resultaten weergegeven in het MSpO
MHR bpm gebied van het scherm.
Opmerking:
5. Pas indien nodig de alarmlimieten en het alarmvolume aan. zie Hoofdstuk 8.
De oximetriesensor loskoppelen
Om de oximetriesensor los te koppelen, grijpt u het buitenste deel van de connector
vast en trekt u eraan om de vergrendelingen los te maken.
Probeer de oximetriemodule niet los te koppelen door aan de kabel te
trekken. Dit lukt niet en de connectormodule kan beschadigd raken.
Gebruik geen andere oximetriesensors voor de moeder dan degene die een
licentie hebben voor gebruik met de Team3. Het gebruik van incompatibele
sensoren of verbindingskabels kan leiden tot letsel bij de patiënt.
Gebruik alleen Sonicaid-verbindingskabels.
60
Tijdens de bewaking van de MECG van de moeder krijgt de
MECG-hartslag voorrang op de polsslag van de oximeter
-stekkergroef op de Team3-
2
Gebruiksaanwijzing
/
2
Advertenties
Inhoudsopgave
