Inhoudsopgave
Advertenties
NL
4.
Instelling
4.1
Systeemaansluiting
WAARSCHUWING: Er moet aan deze vereisten voldaan worden wanneer
een Team3 aangesloten wordt op andere elektrische apparatuur, zoals
een pc.
1
Niet-medische apparatuur moet voldoen aan de relevante IEC- of ISO-
veiligheidsnorm. Voor IT-apparatuur is deze norm IEC950/EN60950.
2
Iedereen die extra apparatuur aansluit aan de onderdelen voor signaalinvoer of
-uitvoer van het systeem, configureert een medisch systeem en is er bijgevolg
verantwoordelijk voor om zeker te stellen dat het systeem voldoet aan de vereisten
van IEC60601-1:2005; clausule 16. In geval van twijfel of uw systeem voldoet,
raadpleegt u de technische dienst van uw plaatselijke Huntleigh-vertegenwoordiger.
3
Wanneer niet-medische apparatuur (bv. de pc of printer) met behuizingslekstromen
hoger dan die toegestaan door IEC60601-1 gebruikt moet worden in de omgeving
van de patiënt (binnen een afstand van 1,5 m van de patiënt), moeten de
behuizingslekstromen binnen de limieten gebracht worden zoals beschreven door
IEC60601-1. Dit kan gebeuren met behulp van een isolerende transformator. De
geschikte typen zijn verkrijgbaar via verkoopvertegenwoordigers van Huntleigh.
4
Een equipotentiaal aardpunt bevindt zich aan de achterzijde van de monitor
voor aansluiting op een aanbevolen aardpunt bij de installatie. De aardingsdraad
moet gescheiden worden van eventuele net- of stroomvoerende kabels en moet
zo kort mogelijk worden gehouden. De verbinding wordt tot stand gebracht
met behulp van een DIN-aansluiting van het type 42801, afgesloten op een gele en
groene aardingsdraad van 4 mm2 56 / 28AWG, verbonden met het equipotentiaa
aardpunt bij de installatie. Op geen enkel moment mag een patiënt rechtstreeks
worden verbonden met aarding. Alle externe aardverbindingen moeten visueel
worden geïnspecteerd om ervoor te zorgen dat alle kabels en verbindingen in
goede staat zijn. Aardingscontroles moeten worden uitgevoerd met een
geschikte draagbare apparaattester. De impedantie tussen de beschermende
aarding en het equipotentiaal aardpunt bij de installatie mag niet groter zijn dan
0,1 Ω.
4.1.1
DVI-uitgang (optie)
Via de DVI-uitgang kan een externe beeldschermmonitor (moet een resolutie van
800x600 ondersteunen) op Team3 worden aangesloten met een standaard DVI-kabel.
Als het externe beeldscherm een aanraakscherm is, kan bovendien een tweede kabel
van het beeldscherm op een van de USB-poorten worden aangesloten. Hierdoor kan
Team3 worden bestuurd vanaf de externe monitor. Het integrale scherm blijft in deze
modus actief als display, maar de aanraakfunctie is uitgeschakeld.
Het externe beeldscherm moet van medische kwaliteit zijn, of er moeten aanvullende
elektrische isolatiemaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat het systeem
voldoet aan de relevante elektrische/veiligheidsnormen.
16
Gebruiksaanwijzing
Advertenties
Inhoudsopgave
