Het virtuele toetsenbord gebruiken
(1)
Invoergebied, voor het invoeren
van tekst
(2)
Cursortoetsen, voor
verplaatsingen binnen het
invoergebied
(3)
Huidig aantal tekens/beschikbaar
aantal
(4)
Toetsenbord
(5)
Van invoermodus wisselen
Gebruik de toetsen < W > < X > < Y > of < Z > om binnen 2 en 4–8 te
z
verplaatsen.
Druk op < 0 > om de invoer te bevestigen of om van invoermodus te
z
wisselen.
(1)
(5)
(6)
(7) (8)
(2)
(3)
(4)
(9)
(6)
Spatie
(7)
Een teken verwijderen in het
invoergebied
(8)
Van type toetsenbord wisselen
(9)
Tekstinvoer voltooien
517