Afdrukinstellingen
De schermweergave en instellingsopties verschillen per printer.
Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de
instructiehandleiding van de printer voor meer informatie.
Scherm met printinstellingen
(1)
Hiermee stelt u het afdrukken van datum of bestandsnummer in ( = 469).
(2)
Hiermee stelt u de afdrukeffecten in ( = 469).
(3)
Hiermee stelt u het aantal af te drukken exemplaren in ( = 470).
(4)
Hiermee stelt u het printgebied in ( = 471).
(5)
Hiermee stelt u het papierformaat, de papiersoort en de indeling in
( = 468).
(6)
Hiermee gaat u terug naar het beeldselectiescherm.
(7)
Hiermee start u het printen.
(8)
Het papierformaat, de papiersoort en de pagina-indeling die u hebt
ingesteld, worden weergegeven.
* Afhankelijk van de printer kunnen bepaalde instellingen mogelijk niet worden
geselecteerd.
Papierinstellingen
(8)
Selecteer [Papier inst.].
z
Verbinden met een printer via Wi-Fi
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
467