Aangepaste opnamemodi instellen
U kunt actuele camera-instellingen vastleggen, zoals instellingen voor
opnemen, menu en aangepaste opnamefuncties, als Aangepaste
opnamemodi toegewezen aan de modi < w > tot < y >.
Automatisch bijwerken van opgeslagen instellingen
Als u een instelling wijzigt tijdens het opnemen in de Aangepaste
opnamemodus, kan de modus automatisch worden bijgewerkt met de
nieuwe instelling (Automatisch bijwerken). Om dit automatisch bijwerken in
te schakelen, zet u [Inst. aut. bijw.] in op [Inschakelen] in stap 2.
Opgeslagen aangepaste opnamemodi annuleren
Als u in stap 2 [Wis instellingen] selecteert, worden de instellingen
van de respectieve modi teruggezet op de standaardinstellingen zonder
vastgelegde aangepaste opnamemodi.
408
1
Selecteer [5: Aangep.
opnamemodus (C1-C3)].
2
Selecteer [Registreer instellingen].
3
Leg de gewenste items vast.
Selecteer de vast te leggen Aangepaste
z
opnamemodus en vervolgens [OK] op
het registratiescherm.
De huidige camera-instellingen
g
worden vastgelegd in de Aangepaste
opnamemodus C*.
N