De AF-methode selecteren
De camera laat het actieve AF-punt < S > bewegen om onderwerpen te volgen
o
voor Zone AF als Servo AF-bediening wordt gebruikt, maar onder bepaalde
opnameomstandigheden (zoals wanneer het onderwerp klein is), is het
misschien niet mogelijk om het onderwerp te volgen.
Scherpstellen kan moeilijk zijn bij het gebruik van een AF-punt op de rand.
o
Selecteer in dat geval een AF-punt dat dichter bij het midden ligt.
Met [ 8 C.Fn II-6: AF-punt op basis van richting] kunt u aparte AF-punten
o
instellen voor verticale en horizontale opnamen ( = 534).
194
3
Stel scherp op het onderwerp.
Richt het AF-punt op het onderwerp en
z
druk de ontspanknop half in.
Als de scherpstelling is bereikt, wordt
g
het AF-punt groen en klinkt er een
pieptoon.
Als de scherpstelling niet wordt bereikt,
g
wordt het AF-punt oranje.
4
Maak de opname.