Correctie van lensafwijking door optische
eigenschappen
Vignettering, beeldvervorming en andere problemen kunnen worden
veroorzaakt door de optische eigenschappen van een lens. De camera
kan deze fenomenen compenseren door [Lensafwijkingscorrectie] te
gebruiken.
1
Selecteer [z:
Lensafwijkingscorrectie].
2
Selecteer een item.
3
Selecteer [Insch.].
Bevestig dat de naam van de gebruikte
z
lens en (met uitzondering van
diffractiecorrectie) [Correctiegegevens
beschikbaar] worden weergegeven.
Als [Correctiegeg. niet beschikbaar]
z
of [ ] wordt weergegeven, raadpleegt
u "Digitale lensoptimalisatie" ( = 125).
4
Maak de opname.
Voor het vastgelegde beeld is de
z
lensafwijking gecorrigeerd.
N
123