Een beeldstijl selecteren
[ U ] Natuurgetrouw
z
Geschikt om het beeld met een computer te verwerken. De kleur van
een onderwerp dat wordt vastgelegd in zonlicht bij een kleurtemperatuur
van 5200K, wordt aangepast naar de colorimetrische kleur van het
onderwerp. Voor ingetogen opnamen met een bescheiden helderheid en
kleurverzadiging.
[ V ] Monochroom
z
Voor zwart-witopnamen.
Kleurenbeelden kunnen niet worden hersteld uit JPEG-opnamen opgenomen
o
met de beeldstijl [Monochroom].
[ W ] Gebruiker 1–3
z
U kunt een standaardstijl, zoals [Portret], [Landschap], een
beeldstijlbestand, enzovoort opslaan en deze naar wens aanpassen
( = 155). Met elke door de gebruiker gedefinieerde beeldstijl die nog niet
is ingesteld, worden opnames gemaakt met dezelfde kenmerken als met
de standaardinstellingen van [Automatisch].
150