Vergrote weergave
U kunt beelden vergroten die worden weergegeven voor [RAW-verwerking
aanp.] door op de knop < u > te drukken. De vergroting is afhankelijk
van de instelling [Beeldkwaliteit]. Met de pijltjestoetsen < V > kunt u het
vergrote beeld verticaal en horizontaal verschuiven.
Als u de vergrote weergave wilt beëindigen, drukt u nogmaals op de
knop < u >.
Opnamen met de instelling Aspect ratio
JPEG-opnamen met de opgegeven aspect ratio worden gemaakt wanneer
u RAW-opnamen verwerkt met [ z : z Bijsnijden/beeldverhouding]
( = 119) ingesteld op [1:1 (aspectratio)], [4:3 (aspectratio)], of [16:9
(aspectratio)].
Sommige instellingen kunnen niet worden gewijzigd wanneer 1 of F
o
opname met meervoudige belichting worden verwerkt.
RAW-opnamen met de camera verwerken
5
Selecteer het weer te geven beeld.
Selecteer [Origineel beeld] of [Bewerkt
z
beeld].
327