Gerelateerde informatie
•
Instrumentenpaneel (p. 64)
•
Instrumentenpaneel - betekenis controle-
symbolen (p. 69)
•
Instrumentenpaneel, digitaal - overzicht
(p. 65)
Hoe het display eruitziet kan verschillen afhankelijk van de instrumentenpaneelvariant.
11
03 Instrumenten, schakelaars en bediening
Buitentemperatuur
Het buitentemperatuurmeterdisplay is zicht-
baar op het instrumentenpaneel.
Display voor buitentemperatuurmeter,
digitaal instrumentenpaneel
Display voor buitentemperatuurmeter,
analoog instrumentenpaneel
Wanneer de temperatuur tussen –5 °C en +2
°C ligt, brandt er een sneeuwvloksymbool op
het display. Het lampje wijst op het gevaar
voor gladheid. Wanneer de auto stilstaat of
geparkeerd gestaan heeft, is het mogelijk dat
de buitentemperatuurmeter een te hoge
waarde aangeeft.
Gerelateerde informatie
•
Instrumentenpaneel (p. 64)
Dagtellers
Het dagtellerdisplay is zichtbaar op het instru-
mentenpaneel.
Dagteller, digitaal instrument.
Display voor dagtellers
11
T1
T2
De beide dagtellers
en
worden gebruikt
voor het meten van kortere ritten. De afge-
legde afstand staat op het display.
Draai aan het duimwiel van de linker stuur-
hendel om de gewenste meter te tonen.
Bij lang indrukken (totdat er een wijziging
plaatsvindt) van de knop RESET op de linker
stuurhendel wordt de getoonde dagteller
gereset. Voor meer informatie, zie Boordcom-
puter - aanvullende informatie (p. 125).
Gerelateerde informatie
•
Instrumentenpaneel (p. 64)
03
73