10 Onderhoud en service
||
BELANGRIJK
Vul bij een melding dat het oliepeil gering
alleen de aangegeven hoeveelheid olie bij,
bijvoorbeeld 0,5 liter.
10
N.B.
Na het bijvullen of aftappen van olie duurt
het even voordat het systeem wijzigingen
in het oliepeil kan waarnemen. De auto
moet ca. 30 km hebben gereden en vervol-
gens 2 uur hebben stilgestaan met de
motor afgezet, voordat het weergegeven
oliepeil correct is.
WAARSCHUWING
Mors geen olie op de hete uitlaatspruit-
stukken, aangezien er dan brand kan ont-
staat.
Oliepeil meten, 4-cil. 2,0 l
Voor controle van het oliepeil de onder-
staande volgorde aanhouden.
1. Activeer sleutelstand II, zie Sleutelstan-
den - functies in verschillende standen
(p. 79).
Bij een motor met elektronische oliepeilsensor ontbreekt de peilstok.
7
368
2. Draai het duimwiel op de linker stuurhen-
Oliepeil
del naar stand
.
> Vervolgens verschijnt informatie over
het motoroliepeil.
Voor meer informatie over de menu-
functies, zie Menufuncties - instrumen-
tenpaneel (p. 111).
N.B.
Als niet aan de gestelde voorwaarden voor
meting van het oliepeil is voldaan (verstre-
ken tijd na motoruitschakeling, hellings-
hoek van de auto, buitentemperatuur e.d.),
Niet beschikbaar
zal de melding
schijnen. Dit betekent niet dat een van de
autosystemen een storing vertoont.
Motor met elektronische oliepeilsensor,
5-cil. diesel
niet ver-
Vulpijp
7
.
U hoeft het motoroliepeil niet aan te passen,
voordat er een melding op het display ver-
schijnt, zie volgende afbeelding.