pen 1–3, zie Voorstoelen - elektrisch
bediend* (p. 82).
•
Zet de stoel en de buitenspiegels hand-
matig in de juiste stand, zie Voorstoelen -
elektrisch bediend* (p. 82) en Buitenspie-
gels (p. 106).
Gerelateerde informatie
•
Transpondersleutel met PCC* - unieke
functies (p. 172)
Alleen auto's met elektrisch inklapbare buitenspiegels.
3
Vergrendelen/ontgrendelen - indicatie
Wanneer u de auto vergrendelt of ontgrendelt
met een transpondersleutel (p. 167), lichten
de richtingaanwijzers een bepaald aantal
malen op om aan te geven dat de auto op de
juiste manier vergrendeld/ontgrendeld is.
•
Vergrendelen – eenmaal oplichten en de
buitenspiegels worden ingeklapt
•
Ontgrendelen – tweemaal oplichten en de
buitenspiegels worden uitgeklapt
Bij het vergrendelen gebeurt dit alleen als alle
portieren na het sluiten correct zijn vergren-
deld.
Functie kiezen
In het menusysteem MY CAR van de auto zijn
verschillende opties in te stellen voor bevesti-
ging bij vergrendeling/ontgrendeling middels
lichtsignalen. Voor een beschrijving van het
menusysteem, zie MY CAR (p. 114).
Gerelateerde informatie
•
Keyless Drive* (p. 178)
•
Alarmindicatie (p. 191)
06 Sloten en alarm
Elektronische startblokkering
De elektronische startblokkering is een anti-
diefstalsysteem dat voorkomt dat onbevoeg-
den de auto kunnen starten.
Elke transpondersleutel (p. 167) heeft zijn
eigen, unieke code. U kunt de auto alleen
starten, wanneer u een transpondersleutel
3
.
met de juiste code gebruikt.
De onderstaande foutmeldingen op het infor-
3
.
matiedisplay van het instrumentenpaneel
houden verband met de elektronische start-
blokkering:
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
06
}}
169