Vierwielaandrijving - AWD*
Bij vierwielaandrijving is de grip op het weg-
dek optimaal.
De vierwielaandrijving is altijd
ingeschakeld
Bij vierwielaandrijving (All Wheel Drive) wor-
den alle vier de wielen van de auto tegelijk
aangedreven.
Het motorkoppel wordt automatisch over de
voor- en achterwielen verdeeld. Een elektro-
nisch gestuurd koppelingssysteem verdeelt
het vermogen over het wielpaar dat op dat
moment de beste grip op het wegdek heeft.
Dit om optimale wegligging te verkrijgen en
wielspin te voorkomen. Bij normaal rijden
worden de voorwielen naar verhouding iets
sterker aangedreven dan de achterwielen.
De vierwielaandrijving verhoogt de rijveilig-
heid tijdens regen- en sneeuwval en bij ijzel.
Hill Descent Control (HDC)*
HDC is te vergelijken met een automatische
motorrem. Wanneer u op een aflopende hel-
ling het gaspedaal loslaat, wordt de auto nor-
maal gesproken op de motor afgeremd door-
dat deze in dat geval een laag stationair toe-
rental nastreeft. Naarmate de helling steiler en
de auto zwaarder beladen is, rolt de auto
ondanks de motorrem sneller omlaag – HDC
zorgt voor compensatie door automatisch bij
te remmen.
Algemene informatie over HDC
Met HDC is het mogelijk om op steile aflo-
pende hellingen de snelheid te verhogen/
verlagen met het gaspedaal, zonder het rem-
pedaal te gebruiken. De gevoeligheid van het
gaspedaal neemt af, doordat het motortoe-
rental tot aan de maximale pedaalweg alleen
binnen een beperkt toerentalgebied te rege-
len valt. Het remsysteem grijpt in en zorgt
voor een lage en gelijkmatige snelheid, zodat
u zich volledig kunt richten op de besturing.
HDC is met name handig op steile aflopende
hellingen met een oneffen oppervlak en op
gladde weggedeelten. Denk bijvoorbeeld aan
een boot op een trailer die u vanaf een boot-
helling achteruit te water laat.
08 Starten en rijden
15
WAARSCHUWING
HDC werkt niet in alle situaties, maar is uit-
sluitend bedoeld als een aanvullend hulp-
middel.
Als bestuurder bent u er altijd verantwoor-
delijk voor dat u de auto op een veilige
manier bestuurt.
Functie
HDC Aan/Uit.
U schakelt HDC in en uit met een van de
schakelaars op de middenconsole. Het
lampje in de bewuste schakelaar brandt,
wanneer de functie actief is.
Wanneer HDC actief is brand het bij-
behorende symbool op het instrumen-
tenpaneel en verschijnt de melding
Afdalingsremregeling AAN
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
08
.
}}
295