Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

BELANGRIJK
Als er een storing optreedt in het TM, gaat
het waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel eerst ca. 1 minuut
lang knipperen waarna het continu blijft
branden. Er verschijnt tevens een melding
op het instrumentenpaneel.
Ook mét dit systeem moet u het normale
onderhoud aan de banden blijven plegen.
TM herkalibreren
TM kan alleen correct werken, wanneer er
een referentiewaarde voor de bandenspan-
ning is vastgesteld. Dit moet na iedere ban-
denwissel of wijziging in de bandenspanning
gebeuren.

Herkalibreren

U verricht instellingen met de knoppen op de
middenconsole, zie MY CAR (p. 114).
1. Schakel het contact uit.
2. Pomp de band(en) op tot de gewenste
spanning zoals aangegeven op de ban-
denspanningssticker die op de B-stijl aan
bestuurderszijde (tussen voor- en achter-
portier) zit en kies de sleutelstand II, zie
Sleutelstanden - functies in verschillende
standen (p. 79).
3. Kies het menusysteem MY CAR om de
menu's voor bandenspanningscontrole te
openen.
Bandenspanning kalibreren
4. Kies
druk op OK.
5. Start de auto en maak een rit.
> Tijdens de rit vindt de herkalibratie
plaats die op ieder gewenst moment
kan worden afgebroken. Wordt de
motor afgezet tijdens een lopende her-
kalibratie, wordt deze tijdens een vol-
gende rit voortgezet.
Het TM is daarmee geherkalibreerd waarna
de nieuwe referentiewaarde van kracht is, tot-
dat u de stappen 1–5 herhaalt.
N.B.
Let erop dat u het TM na iedere banden-
wissel of aanpassing van de bandenspan-
ning moet herprogrammeren. Als er geen
nieuwe referentiewaarden worden opge-
slagen, kan het systeem niet goed werken.
N.B.
Na het oppompen van een band moet
u altijd het ventieldopje terugzetten om
schade aan het ventiel door grind, vuil
e.d. te voorkomen.
Gebruik alleen kunststof dopjes. Meta-
len ventieldopjes kunnen roesten en
zijn moeilijk los te draaien.
09 Wielen en banden
Status systeem en banden
en
De status van het systeem en de banden zijn
te controleren, zie MY CAR (p. 114).
1. Kies het menusysteem MY CAR om de
menu's voor bandenspanningscontrole te
openen.
2. Kies
Bandmonitoring
De status wordt voor alle banden afzonderlijk
aangegeven met een bepaalde kleur:
Alle wielen groen: het systeem werkt naar
behoren en voor alle banden ligt de
actuele bandenspanning iets boven het
aanbevolen niveau.
Eén oranje wiel: de bandenspanning van
het desbetreffende wiel is te gering.
Alle wielen oranje: de bandenspanning
van twee of meer wielen is te gering.
Alle wielen grijs: het systeem is op dit
moment niet beschikbaar. Om het sys-
teem weer te activeren moet u mogelijk
enkele minuten in de auto rijden op een
snelheid hoger dan 30 km/h.
Alle wielen grijs in combinatie met de
Bandensp.systeem Service
melding
vereist
: er is een storing opgetreden in
het systeem. Neem contact op met een
Volvo-dealer of -werkplaats.
Waarschuwingsmeldingen verwijderen
Als er een bandenspanningsmelding is ver-
schenen en het waarschuwingslampje voor
TM brandt:
09
.
}}
343

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Xc70 2014S 80 2014V60 2014V60 plug-in hybrid 2015

Inhoudsopgave