Voor informatie over Privacy locking, zie Pri-
vacy locking* (p. 176).
Vergrendelen/ontgrendelen -
achterklep
De achterklep is op meerdere manieren te
openen, vergrendelen en ontgrendelen.
Ontgrendelen met transpondersleutel
Met de toets
op de transpondersleutel is
het mogelijk om de alarmfunctie voor de ach-
terklep te deactiveren* zodat u de achterklep
apart kunt ontgrendelen.
Bij auto's met alarm (p. 190)* dooft de alarm-
indicatie (p. 191) op het instrumentenpaneel
om aan te geven dat niet alle onderdelen van
de auto beveiligd zijn. De niveausensoren en
bewegingsmelders alsmede de sensoren in
de opening van de achterklep worden buiten
werking gesteld.
De portieren blijven vergrendeld en beveiligd.
•
De achterklep wordt weliswaar ontgren-
deld maar blijft dichtstaan – druk lichtjes
06 Sloten en alarm
tegen op het met rubber bekleding druk-
plaatje onder de buitenhandgreep en
open de klep.
Als de klep niet binnen 2 minuten na ontgren-
deling wordt geopend, wordt de klep weer
vergrendeld en het alarm opnieuw geacti-
veerd.
Van de binnenzijde ontgrendelen
Ontgrendelen achterklep
Om de achterklep te ontgrendelen:
–
Druk op de knop (1) op het verlichtings-
paneel.
> De klep wordt ontgrendeld en kan bin-
nen 2 minuten worden geopend (als de
auto vanaf de binnenzijde vergrendeld
werd).
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
06
}}
185