8.3.1.6
De vouw- en klapsnelheid van de
boomsegmenten
Op de fabriek zijn deze werksnelheden reeds
ingesteld. Afhankelijk van het type trekker kan het
noodzakelijk zijn deze instelling te corrigeren. De
vouw- en klapsnelheid van de samengevouwen
secties kan men door het gelijkmatig in- of uitdraaien
van de inbusbouten op de smoorventielen
(Fig. 100/2, Fig. 100/3, Fig. 101/1 en Fig. 101/2) als
volgt instellen:
-
Verlagen van de vouw- en opklapsnelheid,
inbusbout indraaien.
-
Verhogen van de vouw- en opklapsnelheid,
inbusbout uitdraaien.
1. Uit-
en
opklapsnelheid
samengevouwen spuitboomdelen
Met de drossels (Fig. 100/2 en Fig. 100/3) kan men
de verticale op- en uitklapsnelheid van de
spuitboomdelen instellen.
2. Horizontale in –en uitvouwsnelheid van de
boomsegmenten
Met de drossels (Fig. 101/1 en Fig. 101/2) kan de
horizontale in- en uitvouwsnelheid van de linker
segmenten worden gecorrigeerd.
,
Indien nodig beide drossels verstellen.
)
De instelling voor de rechter zijde op
dezelfde wijze uitvoeren.
Spuitbomen
van
de
Fig. 100
Fig. 101
1
99
2
UF SB 233.2 - 04.03