Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Luchtdruk In Accumulator Aanpassen Aan De Spuitdruk - Amazone UF Series Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

118
9.3.4.1
Luchtdruk in accumulator aanpassen
aan de spuitdruk
(alleen mogelijk bij BP 105, 125 of BP 151, 171)
De accumulator (Fig. 130/ 1, Fig. 131/ 1) dient voor
de drukcompensatie of demping van de pulsatie
tijdens het verpompen van de vloeistof- drukpieken
die ontstaan door de zuigerbeweging van de pomp.
,
Om een constante volumestroom van de
pomp te waarborgen, dient de luchtdruk
in de accumulator aan de ingestelde
spuitdruk te zijn aangepast.
Vereiste luchtdruk in de accumulator in relatie tot
de spuitdruk:
• 1,5 bar; bij een spuitdruk van 1 tot 5 bar.
• 3,0 bar; bij een spuitdruk van 5 tot 10 bar.
• 6,0 bar; bij een spuitdruk van 10 tot 20 bar.
Luchtdruk controleren
De luchtdruk bij het ontluchtingsventiel (Fig. 130/2,
Fig. 131/2) met een bandenspanningsmeter
controleren en eventueel volgens bovenstaande tabel
als volgt corrigeren:
-
Accumulator tot 5 bar oppompen.
-
Aftakas inschakelen en pomp met vereiste
toerental voor de gewenste spuitdruk /spuitvolume
aandrijven.
-
De vereiste spuitdruk op de manometer instellen ,
bv. 4 bar.
Heftig schommelen van de manometer
-
Bij het ontluchtingsventiel net zo lang lucht laten
ontsnappen tot wijzer van de manometer weer stil
staat en de spuitdruk exact is af te lezen (hier 4
bar).
-
Luchtdruk opnieuw controleren en eventueel
corrigeren. Loopt de druk binnen korte tijd terug,
dan is het membraan van de accumulator lek en
moet dan worden vervangen.
UF SB 233.2 - 04.03
Service, reparatie en onderhoud
Fig. 130
Fig. 131
1
2
2
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Uf 600Uf 800Uf 1000Uf 1200

Inhoudsopgave