Inhoudsopgave
Advertenties
36
1. Door
het
naast
profielpijpen, controleren of de overlapping in
iedere positie van de veldspuit achter de trekker
minstens 40% van LO (LO = ingeschoven
lengte) bedraagt.
2. In ingeschoven toestand mogen de profielpijpen
niet tegen de gaffels van de kruisstukken
stoten. Veilige afstand van minstens 10 mm
aanhouden.
3. Voor
aanpassen
koppelingsashelften, de assen in de kortste
positie naast elkaar houden en aftekenen.
4. Binnenste en buitenste beschermpijp evenredig
inkorten.
5. Binnenste en buitenste profielbuis met dezelfde
lengte als de beschermpijp inkorten.
6. Zaagsnede afronden en spanen zorgvuldig
verwijderen.
7. Schuifprofielen invetten en in elkaar schuiven.
8. Kettingen
van
bevestigen,
dat
werkstanden
kan bewegen
9. Alleen met volledig beschermde aandrijving
werken:
koppelingsas
voorzien
beschermpijpen en -kappen voor trekker en
machine.
,
Aftakas bij laag motortoerental van de
trekker inschakelen.
4.2.2
Verstelbare houder voor het
armatuur
De positie van het armatuur kan afhankelijk van het
type tractor en de reikwijdte van de chauffeur met de
verstelbare houder (Fig. 26/1) naar wens worden
ingesteld De armatuurhouder (Fig. 26/2) aan de
bevestigingslip van de topstang (Fig. 26/3) in het
sleufgat (Fig. 26/4) verstellen. De verticale stand
(referentie is het zicht op de manometer. (Fig. 26/5))
bij de steun van de regelaar (Fig. 26/6) instellen met
het sleufgat (Fig. 26/7).
Het armatuur kan op de steun van de regelaar
worden verschoven en naar wens aan de rechts of
links van de bevestigingslip van de topstang (Fig.
26/3) worden bevestigd.
UF SB 233.2 - 04.03
elkaar
houden
van
van
de
lengte
van
de
beschermpijpen
de
koppelingsas
in
van
complete
Overname
de
de
zo
alle
vrij
Fig. 25
Fig. 26
5
1
7
6
2
4
3
Advertenties
Inhoudsopgave
