3.9
Pompuitrusting met
zuigermembraanpompen met
105, 115, 140, 160, 180 en 210
l/min
De pompen Fig. 19) zijn zuigermembraanpompen
met een capaciteit van 105, 115, 140, 160, 180 of
210 l/min. Alle bouwelementen die in direct contact
met de spuitvloeistof staan zijn gemaakt uit spuitgiet
aluminium met een kunststof laag of bestaan uit
kunststof. Zover ons momenteel bekend is, zijn alle
pompen bestand tegen de huidige
gewasbeschermingsmiddelen en vloeibare
kunstmest.
3.10
Spuitdoppen
,
Bij
iedere
spuitdoppen moet het calibratiesysteem
opnieuw worden ingesteld.
Fig. 20/...
1 - Dophouder met bajonetsluiting (standaard.
2 - Membraan. Daalt de spuitdruk in de spuitleiding
onder
ca
0,5
veerelement (3) het membraan op de klepzitting
(4) in de dophouder. Hierdoor wordt bereikt,
dat
bij
een
doppen niet nadruppelen.
3 - Veerelement
4 - Membraanzitting.
5 - Schuif, hiermede wordt de complete klep aan de
dophouder bevestigd.
,
Regelmatig de zitting van de schuif
controleren. Met de duim krachtig de
schuif omhoog schuiven. Bij een nieuwe
dophouder mag de schuif nooit tegen de
aanslag komen.
6 - Dopfilter; standaard maaswijdte 50 Mesh,
wordt langs de onderkant in de dophouder
gemonteerd.
7 - Rubber afdichtring.
8 - Spuitdop, standaard Lu-K-05
9 - Bajonetkap gekleurd, standaard rood.
10 - Bajonetaansluiting.
11 - Huis van het veerelement
Product omschrijving
verwisseling
van
bar,
dan
drukt
afgesloten
spuitsectie
Fig. 19
de
1
het
de
6
7
8
9
Fig. 20
)
De spuitdruk en de diameter van het
spuitplaatje beïnvloeden de druppel-
grootte en de afgifte. Bij toename van
de spuitdruk, worden de druppels fijner.
Kleinere druppels zijn gevoeliger voor
drift.
4
2
3
UF SB 233.2 - 04.03
31
5