7.7
Praktisch gebruik van de
"Spraycontrol II A" of
"AMATRON II A"
De bedieningspanelen "G" of "K" worden bedrijfsklaar
af fabriek afgeleverd. Voor het spuiten op het veld
"Spraycontrol"II A of "AMATRON II A" volgens de
bijgeleverde gebruiks- en bedieningshandleidingen
programmeren. Op de fabriek is reeds de waarde
"Imp./l" van de doorstroommeter vastgesteld (bij
het bedieningspaneel "G" ligt deze waarde tussen
150 en 200 Imp./l, bij bedieningspaneel "K" tussen
600 en 700 Imp./l). Deze waarde is reeds in de
computer opgeslagen (bovendien is de waarde
"Imp./l op het huis van de doorstroommeter
geschreven).
Is de waarde "Imp./l" onbekend, dan moet deze door
calibratie worden vastgesteld (zie hiervoor hfdst
onderhoud").
Voor het spuitbegin de specifieke machinegegevens
invoeren in het "Datenblock Maschine" (zie ook de
montage- en bedieningshandleiding "Spraycontrol II
A" of "AMATRON II A").
,
In
het
"Datenblock
informatie "Maschine Armatur" kiezen
en
bij
de
Einrichtung"
bevestigen. In de volgende weergave
"mit
Rückfluss-Messung?"
met toets "T2" (Ja) bevestigen.
De bediening ervan verloopt als volgt:
-
Veldspuit achter de trekker hangen.
-
Werktuigenstekker op de machine-aansluitdoos
van
het
bedieningspaneel
(alleen SKS 5).
-
Maschinekabel op het schakelpaneel aansluiten
(alleen SKS 50, SKS 70).
-
"Spraycontrol II A" of "AMATRON II A" op het
schakelpaneel bevestigen.
,
Wanneer
"Spraycontrol
"AMATRON II A" met de schakelkast
verbonden worden moet de aan/uit
schakelaar voor de stroomverzorging in
de stand "0" staan.
-- "Spraycontrol II A " of "AMATRON II A"
inschakelen. Het type machine wordt door de
machinestekker automatisch herkend en het
programma
"veldspuiten"
ingegeven
machinegegevens
automatisch opgestart.
In bedrijfstellen
Maschine"
vraag
"mit
Gleichdruck-
met
toets
"T2"
eveneens
aansluiten
II
A"
met
de
reeds
wordt
-
In het blok "werk" de specifieke opdrachten
invoeren.
-
Naam invoeren (perceelsnummer, klant).
-
"Gewenste afgifte invoeren of controleren.
-
Opmerking invoeren.
)
Naam en opmerking hoeven niet persé‚
ingevoerd
afgifte
controleren.
-
Van het gegevensblok "opdracht" met toets T2
direct naar gegevensblok "werk".
-
Opdracht opstarten in gegevensblok "werk" met
toets "T2".
-
Tijdens het spuiten kunnen met het toetsenbord
alle
functies
rekenfuncties. Met de "± 10%" toetsen kan in
stappen van 10% van de opgegeven afgifte
(l/ha) worden afgeweken.
de
-
Met de toets "T2" (einde) kan de opdracht en de
daarbij
behorende
afgesloten en opgeslagen. De gegevens, die
(Ja)
tijdens
de
oppervlakte, werktijd, totale afgifte, enz. worden
hiermee vastgelegd.
of
dan
te
worden.
De gewenste
daarentegen in ieder geval
opgeroepen
worden,
berekening
opdracht
verkregen
UF SB 233.2 - 04.03
57
ook
de
worden
zijn,
zoals