7.8
Resthoeveelheid
Er zijn twee soorten restvloeistof:
1. In
de
tank
spuitvloeistof bij het beëindigen van het spuiten.
2. De technische restvloeistof, die bij een duidelijke
drukverlaging, nog in de tank, filter, pomp,
zuig-
en
persslang,
spuitleidingen
achter
resterende hoeveelheden van de afzonderlijke
elementen vindt U bij het hfdst „Technische
gegevens" en moeten worden opgeteld..
7.8.1
Verwijderen van restvloeistof
- Er wordt als volgt te werk gegaan:
-
Hoofdafsluiter voor sectiebediening in stand "0".
-
Hydraulisch roersysteem inschakelen.
-
Sproeidop voor de tankreiniging met de blokkraan
(Fig. 40/1) inschakelen.
-
Vario-schakeling (Fig. 41/1) op stand "verdunnen"
-
- Aftakas inschakelen.
-
De restvloeistof in de tank minstens 10 x
verdunnen met water uit de schoonwater tank..
-
Vario-schakeling (Fig. 41/1) in stand "spuiten"
-
De
verdunde
restvloeistof
behandelde
gewas
rijsnelheid door over te schakelen in een hogere
versnelling.
Bij minder dan 50l restvloeistof het hydraulisch
roerwerk uitschakelen.
)
Vanaf 50 liter restvloeistof in de tank het
roerwerk voor het leegspuiten van de
tank uitschakelen en de instelling van de
spuitdruk
roerwerk ingeschakeld blijft heeft men
een grotere technische resthoeveelheid
als wordt aangegeven.
,
De
hoeveelheid
spuitboom
spuitboombreedte
onverdund
resthoeveelheid moet beslist op een nog
onbehandelde
uitgebracht.
waarover
resthoeveelheid moet worden gespoten
vindt
in
gegevens – spuitboom".
In bedrijfstellen
achtergebleven,
overtollige
bedieningspaneel
gebleven
is.
op
het
spuiten
met
verhoogde
corrigeren.
Indien
restvloeistof
in
is
afhankelijk
van
en
wordt
gespoten.
oppervlakte
worden
De
benodigde
afstand
deze
onverdunde
het
hfdst.
"Technische
en
Deze
reeds
Fig. 40
het
de
de
nog
Deze
Fig. 41
1
1
UF SB 233.2 - 04.03
59