100
8.3.1.7
Instellingen aan de uitgeklapte
spuitboom
Indien de uitgeklapte spuitboom correct is afgesteld,
hebben alle spuitdoppen dezelfde afstand tot de
grond.
Is dit niet het geval, dan moet de stand van de
uitgevouwen
spuitboom
balancering met contragewichten (Fig. 102/1) worden
gecorrigeerd. Het contragewicht aan het betreffende
boomsegmenent bevestigen.
8.3.1.8
Elektrische hellingcorrectie (extra
uitvoering
Versie II
Bediening met apart schakelkastje (5)
Versie III
Bediening rechtstreeks via schakelpaneel SKS 50 N,
SKS 70 N (Fig. 105)
Onder ongunstige terreinomstandigheden kan de
stand van de spuitboom ten opzichte van het te
behandelen
gewas
hellingcorrectie,
zonder
balancering, worden bijgeregeld. De spuitboom kan
daardoor altijd evenwijdig aan de grond worden
afgesteld, bijvoorbeeld bij sporen van ongelijke
diepte of met een wiel door de voor rijden.
Voor de hellingcorrectie wordt de stand van de
zwaai-arm
(Fig.
103/2)
stappenmotor (Fig. 103/1) verschoven. Door het
verplaatsen van de zwaaiarm worden de trekveren
(Fig. 103/3) verschillend belast. Hierdoor pendelt de
spuitboom in de gewenste stand. Met de draaiknop
(Fig. 103/4 of. Fig. 103/2) op het schakelpaneel
(Fig. 103/5 of Fig. 105/1) wordt de stappenmotor
aangestuurd.
Fig. 103/...
1 - Stappenmotor
2 - Zwaai-arm.
3 - Trekveren..
4 - Draaiknop
5 - Apart schakelkastje.
6 - Schaalverdeling (3) rondom de draaiknop.
7 - 0-stand; In 0-stand staat de spuitboom parallel
t.o.v. de grond
Fig. 105/...
1 - Schakelpaneel SKS 50 N.
2 - Draaiknop.
3 - Schaalverdeling rondom de draaiknop (2).
4 - 0-stand.
UF SB 233.2 - 04.03
en
ontgrendelde
Bestelnr.: 910 921
Bestelnr.: 911 811
met
de
elektrische
beïnvloeding
van
met
de
elektrische
Spuitbomen
Fig. 102
de
Fig. 103
1
Fig. 105
1
6
2
3
1
3
1
5
7
4
3
4
2