GEREEDSCHAP
A
D
C
De aanwezigheid van de gereedschappen
in de gereedschapset is afhankelijk van de
auto.
Het gereedschap A bevindt zich in de bak
onder de mat van de bagageruimte.
Verwijder, afhankelijk van het model, de af-
dekplaat B van de gereedschapsset A door
deze te schuiven (beweging C of D). Let op,
dat u na gebruik het gereedschap goed op-
bergt.
Zorg voor een correcte plaatsing en ver-
grendeling (beweging C of D) van de afdek-
plaat B.
B
1
Wielmoersleutel 1
Hiermee draait u de wielbouten en het sleep-
oog 5 los en zet u deze weer vast.
Laat nooit gereedschap in de auto rondslingeren. Dit is ge- vaarlijk als u plotseling
moet remmen. Plaats na gebruik de gereedschappen weer goed in hun steun en
berg deze correct op in zijn houder: risico van verwonding.
Als het reservewiel is geleverd met bouten, mag u deze bouten uitsluitend voor
het reservewiel gebruiken.
Gebruik de krik alleen voor het verwisselen van een wiel. De krik mag nooit als steun bij
werkzaamheden onder de auto worden gebruikt.
Krik 2
2
Vouw hem correct in voordat u hem in zijn
houder plaatst (let op dat u de hendel goed
terugplaatst).
Wieldopsleutel 3
Hiermee kunt u de wieldoppen verwijderen.
Wielboutgeleider 4
3
Voor het loszetten van het laatste stuk of het
vastzetten van het eerste stuk van de wiel-
bouten.
4
5
Sleepoog 5
➥ 5.40
5.9