AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
5
Selecteurhendels 5 en 6
Afhankelijk van de auto kunt u de hendels 5
en 6 gebruiken om de versnelling te wijzigen
als de hendel in stand D staat.
5: naar een lagere versnelling schakelen.
6: naar een hogere versnelling schakelen.
De standen P, N, L, R en B kunnen niet via
de hendels worden gekozen.
2.150
(3/5)
Stand handgeschakeld
Tijdens het rijden in stand D kunt u met hen-
dels 5 en 6 op het stuurwiel overschakelen
naar handgeschakelde modus.
6
Afhankelijk van de auto zijn twee handma-
tige rijstijlen beschikbaar:
– een "tijdelijk" handgeschakelde
modus die kan worden gebruikt om het
overschakelen naar een andere versnel-
ling te forceren door kort op één van de
hendels te drukken. De gekozen rijstijl-
modus D en versnelling verschijnen op
het instrumentenpaneel.
Opmerking: de versnellingsbak keert
automatisch terug naar de automatische
modus D als de ingeschakelde versnel-
ling niet optimaal is of als de hendels ge-
durende een bepaalde periode niet zijn
gebruikt.
– een permanente handgeschakelde
modus die wordt geactiveerd door
een van de hendels in te drukken en in-
gedrukt te houden. De rijmodus M en de
ingeschakelde versnelling verschijnen op
het display op het instrumentenpaneel.
Opmerking: u gaat terug naar de au-
tomatische modus door de rechterhen-
del ingedrukt te houden. Automatische
modus D wordt op het instrumentenpa-
neel weergegeven.
In alle gevallen:
– Voor een lagere versnelling drukt u op de
linkerhendel;
– Voor een hogere versnelling drukt u op
de rechterhendel.
Opmerking: afhankelijk van de display
stellen de indicatoren + en - of
voor om een hogere of lagere ver-
snelling te kiezen.
en