TIPS VOOR HET RIJDEN, ECO-MODUS
Tips voor het rijden en ECO-
rijden
Het thermische comfort
Het is normaal dat het brandstofverbruik
van de auto stijgt bij gebruik van de verwar-
ming (vooral wanneer de buitentemperatuur
onder nul daalt) of airconditioning.
Rijgedrag
– Rijd kalm tot de motor zijn bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt; dit is beter dan
warmdraaien bij stilstaande auto.
2.36
(8/9)
– Rijden met hoge snelheid stimuleert
het brandstofverbruik van het voertuig
enorm.
Voorbeelden (bij constante snelheid):
– vertragen van 130 km/u naar 110 km/u
bespaart ongeveer tot 20% brandstof;
– vertragen van 90 km/u naar 80 km/u
bespaart ongeveer tot 10% brandstof.
– Dynamisch rijden met veel en vaak op-
trekken en afremmen kost veel brandstof
in verhouding tot de bespaarde tijd.
– Laat het toerental van de motor in de
lagere versnellingen niet te ver oplopen.
Kies indien mogelijk altijd de hoogste ver-
snelling.
– Rijd bij een stoplicht kalm weg.
– Rem zo weinig mogelijk. Regel de snel-
heid van de auto met het gaspedaal door
voor een obstakel of een bocht tijdig gas
terug te nemen.
– Geef op een helling geen gas bij: houd
het gaspedaal bij voorkeur in dezelfde
stand.
– Bij een moderne auto is het niet nodig bij
het schakelen tweemaal te ontkoppelen
of voor het stilzetten van de motor nog
even gas te geven.
– Diepe plassen, overstromingen:
Rijd niet door als het water
op de weg hoger staat dan
de onderrand van de velgen.
Hinder bij het rijden
Gebruik aan de bestuurders-
kant matten die geschikt zijn
voor de auto en zet deze vast
aan de vooraf geïnstalleerde onderde-
len. Controleer regelmatig of ze goed
vastzitten.
Stapel niet meerdere matten op elkaar.
Gevaar van hakende pedalen.