AUTOMATISCH PARKEREN
De parkeerplaats wordt vervolgens op het
multimediascherm aangeduid met een
hoofdletter "P".
– Stop de auto;
– schakel de achteruitversnelling in.
Het controlelampje
brandt op het
instrumentenpaneel in combinatie met een
geluidssignaal.
– Laat het stuurwiel los;
– volg de instructies die worden weergege-
ven op het multifunctionele scherm 1.
U mag niet sneller dan ongeveer 7 km/u
rijden.
Het controlelampje
op het instru-
mentenpaneel dooft en er weerklinkt een
geluidssignaal zodra het manoeuvre is vol-
tooid.
Deze functie is een extra hulp
tijdens het rijden.
Deze functie kan daarom tij-
dens manoeuvres in geen
enkele omstandigheid plaatsvervangend
zijn voor de waakzaamheid en de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder (de
bestuurder moet te allen tijde bereid zijn
om te remmen).
(3/5)
Een parallel geparkeerde auto uitrijden
– Druk kort op de schakelaar 2;
– selecteer de modus "Uitrijden";
– schakel de richtingaanwijzer in voor de
richting waarin u wilt uitrijden;
– houd schakelaar 2 ongeveer twee secon-
den ingedrukt.
Het controlelampje
instrumentenpaneel in combinatie met een
geluidssignaal.
– Laat het stuurwiel los;
1
– Voer manoeuvres voor en achter uit
door de instructies die op het multime-
diascherm 1 worden weergegeven te
volgen. Gebruik daarbij de systeemwaar-
schuwingen van de Parkeerhulp.
U mag niet sneller dan ongeveer 7 km/u
rijden.
Zodra de auto zich in een positie bevindt om
de parkeerplaats te verlaten, gaat het con-
2
trolelampje
paneel uit, klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een bericht op het multimedia-
scherm 1 om te bevestigen dat het manoeu-
vre voltooid is.
brandt op het
in vast komt te zitten.
op het instrumenten-
Tijdens het manoeuvreren kan
het stuurwiel snel draaien;
steek uw handen niet door de
spaken en let erop dat er niets
2.145