DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met kaart
1
De kaart moet worden ingevoerd binnen de
detectiezone 1.
Om te starten:
– trap bij auto's met een automatische
transmissie in de stand P het rempedaal
in en druk op de knop 2.
In geval van de E-Tech hybride versie
wordt de melding READY op het instru-
mentenpaneel weergegeven en klinkt er
een pieptoon.
Het bericht verdwijnt als de snelheid
boven ongeveer 5 km/u komt.
Laat het rempedaal los zodra de motor is
gestart;
(1/4)
– voertuigen met een handgeschakelde
versnellingsbak, trapt het rempedaal in,
druk op knop 2 en laat het rempedaal los
zodra de motor is gestart.
Als een versnelling is ingeschakeld, moet
u ook het koppelingspedaal indrukken.
Afhankelijk van de auto hebt u wellicht een digitale sleutel met alle kaartfuncties.
Als er echter een kaart in het voertuig is achtergebleven en de portieren zijn vergrendeld
met de digitale sleutel, zijn alle kaartfuncties geblokkeerd.
Voor meer informatie ➥ 1.23.
Bijzonderheden
2
– Als er niet is voldaan aan een van de
startvoorwaarden, verschijnt het bericht
"Druk op rem + START" of "Ontkoppelen
+ START" of "Selecteer stand P" op het
instrumentenpaneel.
– in sommige gevallen moet het stuurwiel
worden bewogen bij het indrukken van
de startknop 2 om het ontgrendelen van
de stuurkolom mogelijk te maken, het
bericht "Draai stuurwiel + START" waar-
schuwt u daarvoor.
Let op: als bij auto's met een handgescha-
kelde versnellingsbak de motor afslaat, ver-
schijnt het bericht "Ontkoppelen" op het
instrumentenpaneel. Druk het koppelings-
pedaal helemaal in om de motor opnieuw te
starten.
2.7