GSM-APN: De inernetlink van de telecommunicatie-provider.
l
GSM MTU (Maximum Transmission Units): De grootste
l
protocolgegevenseenheid die kan worden verstuurd.
Roaming mobiel netwerk: Kan worden gebruikt om roaming uit te
l
schakelen om extra kosten voor gegevensgebruik over de grens te
voorkomen (handig bij het werken in de buurt van de grens van een
ander land).
NTRIP-installatiepunt: De ID van het basisstation (werkelijk of
l
virtueel).
De instellingen voor GSM en ROAMING MOBIEL NETWERK kunnen bij
de leverancier van uw mobiele netwerk worden opgevraagd. De overige
instellingen worden opgegeven door uw NTRIP-leverancier.
RTK-instelopties
Als RTK geselecteerd is, wordt er een wizard gestart om de aangesloten
modem op te sporen en wordt vervolgens het volgende scherm
weergegeven.
Hoofdstuk 5 – Instelling van het systeem
69