Schaal: In deze kolom wordt standaard 1 ingevuld. Dit betekent dat
l
het voorschrift dat in de bron gedefinieerd is, rechtstreeks gebruikt
zal worden. Afhankelijk van de weersomstandigheden kan de
bestuurder er echter voor kiezen de applicatiesnelheid te verhogen
of te verlagen. Dit maakt een uniforme toename voor alle
gedefinieerde snelheden mogelijk. Bijvoorbeeld: Bij een schaal van
1,1 wordt 110% toegepast van de snelheid die in de bron is
gedefinieerd.
Standaard: Hiermee wordt de snelheid gedefinieerd die u moet
l
gebruiken als in de bron geen snelheid wordt opgegeven voor de
betreffende regio van het veld.
Eenheid: Selecteer de eenheid van het vormbestand in een
l
vervolgkeuzelijst. Als de display een andere eenheid gebruikt, wordt
een schaalfactor toegepast om de waarden van het vormbestand te
wijzigen in de waarden die door de display worden gebruikt.
Hierdoor kan een gebruiker met een metrische display bijvoorbeeld
een vormbestand gebruiken dat in gallon/acre in plaats van
liter/hectare staat.
Hoofdstuk 13 – Taakmenu
197