5.2. Functies instellen
Automatisch indelen: Hiermee kan het systeem secties activeren
l
voor nieuwe gebieden die bewerkt moeten worden en uitschakelen
voor gebieden die al bewerkt zijn (zie
pag.
246).
Oppervlaktetellers: Worden gebruikt met strooi-, sproei- en
l
zaaimachines om gegevens te registreren zoals behandeld gebied,
gebruikt product, bedrijfstijd, gemiddelde snelheid en mate van
productiviteit. Oppervlaktetellers zijn niet beschikbaar wanneer u
ISO-werktuigen of Xlinks gebruikt.
Ingeschakeld (opgeslagen per taak): Oppervlaktetellers worden
o
afzonderlijk opgeslagen voor elke taak. (Nadat een taak is gestart
en dekking is aangebracht, wordt een volgende taak geselecteerd
en dekking aangebracht. Bij terugkeer naar de eerste taak worden
de oppervlaktetellers van de eerste taak weergegeven).
Ingeschakeld (opgeslagen per werktuig): Oppervlaktetellers tellen
o
door over meerdere taken, maar als er een nieuw werktuig wordt
geladen, worden nieuwe oppervlaktetellers weergegeven. Als het
eerste werktuig weer wordt geladen, worden de oppervlaktetellers
weergegeven vanaf het moment waarop dat werktuig voor het
laatst werd gebruikt.
Opmerking:Oppervlaktetellers kunnen tegelijk worden ingeschakeld
voor zowel taken als werktuigen. Zie de bedieningshandleidingen
van de strooimachine, spuitmachine en zaaimachine voor meer
informatie.
Als u oppervlaktetellers per taak activeert, wordt de optie Taak
oppervlaktetellers opnieuw instellen weergegeven:
Nooit: De oppervlaktetellers moeten handmatig worden
o
teruggesteld. Anders blijven deze gegevens verzamelen.
Vragen: Wanneer een taak wordt gewist, wordt u gevraagd of de
o
oppervlaktetellers opnieuw moeten worden ingesteld.
Auto: Als u een nieuwe taak aanmaakt of een taak wist, worden de
o
oppervlaktetellers automatisch opnieuw ingesteld.
54
Automatisch indelen gebruiken,