4.3. Omgeving instellen
Hiermee stelt u interacties met de display in.
1. Selecteer Gebruiker
Geluidsvolume: Hiermee stelt u het volume van displaygeluiden in.
l
Knopdrukken: Hiermee activeert of deactiveert u geluiden die
l
klinken wanneer u een selectie verricht op de display.
Alarm audio: Hiermee activeert u geluiden wanneer er een alarm
l
geactiveerd wordt.
Modus Global Home-scherm: Kies een scherm in een lijst met
l
opgeslagen Global Home-schermen of Schakel tussen opgeslagen
schermen wanneer het pictogram
werkbalk van de display. Zie Global Home-schermen beheren in
pag.
15.
Venster Status automatische besturing: Hiermee wordt een
l
statusvenster voor de besturing weergegeven wanneer de knop
Automatische besturing activeren
bedieningsscherm als de besturing niet ingeschakeld kan worden. In
Hoofdstuk 4 – Regionale instellingen en gebruikersinstellingen
/Omgeving
.
wordt geselecteerd op de
geselecteerd wordt op het
35