Hoofdstuk 9 – Basisprincipes bediening
U verplaatst de miniweergave omhoog of omlaag door het scherm
ergens in de miniweergave aan te raken en de miniweergave in de
gewenste richting te bewegen. De miniweergave begint te bewegen
zodra uw vinger buiten het gebied beweegt. (Niet van toepassing op de
XD-display.)
U sluit de miniweergave door de functie opnieuw te selecteren op de
navigatiebalk, de pijl linksboven te selecteren of het scherm ergens
binnen de miniweergave aan te raken en de miniweergave naar links te
bewegen in de navigatiebalk.
De weergave op volledig scherm heeft geen minimaliseringspijl.
Vergroot een andere miniweergave als u de informatie op het
hoofdscherm wilt vervangen.
131