14.11. Draaien op de keerstrook configureren
Een draaistraal ingesteld op de helft van de werktuigbreedte resulteert in
een mooie, ronde bocht.
Een grotere draaistraal resulteert in een sleutelgatvormige boog.
Opmerking:Om ervoor te zorgen dat het werktuig bij het verlaten van de
keerstrook (bij terugkeer in het veld) goed op de lijn uitkomt, kan de vorm
van de curve zodanig zijn dat het voertuig zich eerst van de volgende lijn
af beweegt of kan het zijn dat het voertuig bij de nadering van de
volgende lijn voorbij deze lijn uitkomt. Dit is de bedoeling en helpt ervoor
te zorgen dat het werktuig correct op de lijn uitkomt zonder dat er
onderbrekingen ontstaat. Zie de volgende afbeelding.
224